Modelbouwkits zijn hoofdzakelijk nog steeds na meer dan 50 jaar gemaakt uit spuitgegoten polystyreen. Polystyreen is een kunststof die bij verwarmen zachter en bij afkoelen harder wordt (een zgn. thermoplast). Het wordt meestal in korrelvorm in de spuitgietmachine ingebracht en verwarmd. Door het plastic in warme toestand in een bepaalde vorm te dwingen kan het allerlei vormen aannemen. Hierbij ontstaat echter spanning in het materiaal; bij opnieuw verwarmen zal het proberen de oude vorm weer terug te krijgen. (meer info over spuitgieten op b.v. Wikipedia...)
De plastic onderdelen komen uit een spuitgietmachine. Daarbij wordt voor de vorm de spuitgietmal gebruikt met hoe de onderdelen eruit moeten komen. Spuitgietmallen zijn zo gemaakt dat het plastic in de onderdelen de kans krijgt om weer wat bij te rekken van de vervormingen die zijn ontstaan door het passeren van de nauwe poortjes (op de grenzen tussen gietrek en onderdeel). Hierdoor wordt de spanning in de onderdelen beperkt. Onderdelen kunnen op twee manieren worden gevormd: als eindpunt of als doorvoer. Een onderdeel dat als eindpunt gegoten is, heeft vaak cirkeltjes op het oppervlak (afdrukken van een uitwerppen). Deze onderdelen zijn in het midden wat zwakker omdat daar het thermoharder plastic uit de verschillende poortjes bij elkaar gekomen is (voorbeeld: grote vlakken als romp en vleugeldelen).
mallen en een spuitgietmachine, gezien bij REVELL
Onderdelen die als doorvoer gegoten zijn kunnen herkend worden aan de giettabjes. Bij deze onderdelen gaat het plastic er aan een kant in en aan de andere kant (bij een tabje of een ander stukje gietrek) weer uit. Deze onderdelen zijn dus uit een stuk gegoten en zijn daardoor sterker (wielpoten...). Bij het spuitgieten wordt het plastic zodanig uitgerekt dat er nerven in het plastic ontstaan. Deze nerven lopen altijd in de gietrichting, dus naar de onderdelen toe. Een doorvoer onderdeel bevat doorgaans maar een enkele nerf en is daardoor sterker. Een eindpunt onderdeel bevat verschillende nerven die elk van een gietpoortje naar een punt in het midden lopen. In het midden is een stuk waar geen nerf maar een of meer opgevulde naden lopen, dit is het zwakste stuk van het onderdeel.
Plastic card is plaatmateriaal dat wordt gewalst. Bij het walsen wordt het plastic zodanig uitgerekt dat er een soort nerf in de lengterichting ontstaat. Hard en taai plastic heeft vaak hardnekkige nerven, zacht plastic heeft dit veel minder. Bij het bijsnijden van een onderdeel of een stuk plastic card is het nuttig om te weten dat het plastic zich een beetje als hout gedraagt: haaks op de nerf snijden gaat moeilijk, het onderdeel kan langs de nerf barsten of zelfs splijten (liever zagen dus). Met de nerf mee snijden gaat gemakkelijk, maar pas op bij het maken van ronde insnijdingen. Zie ook Soorten Plastic [5.4].
De algemene bouwtechnieken staan in deze rubriek, u graag aangeboden door ervaren IPMS NL leden!
Gebruik van vulmiddelen / plamuur
Behandeling van doorzichtige delen
Cirkels snijden uit plasticard
De hints en tips rubriek is oorspronkelijk geschreven door Meindert de Vreeze en Eric Verschuur. Al die jaren daarna bijgehouden door Meindert op de website met ook bijdragen van andere modelbouwers. (c) Copyright IPMS Nederland
Bij de bouwdozen zit meestal een bouwbeschrijving. De kwaliteit verschilt onderling enorm, maar sommigen zijn ware kunststukjes en een plezier te bekijken. Mocht de bouwbeschrijving ontbreken, dan is er met ervaring toch uit te komen. Bestudeer de bouwbeschrijving en de voorgestelde volgorde goed, ga er eens lekker voor zitten. Het is bijna altijd handiger hiervan af te wijken. Dit geldt bijvoorbeeld voor transparante delen, welke liefst zo laat mogelijk aangebracht moeten worden, evenals voor dunne wielpoten, antennes en dergelijke. Houd rekening met spuit- en verfwerk. Maak met potlood op de bouwbeschrijving aantekeningen van wijzigingen en dergelijke. Bekijk welke onderdelen voor het bouwen geschilderd moeten worden (later moeilijk bereikbaar) en of deze aan het rek geschilderd kunnen worden.
Bestudeer ook de aangegeven kleuren, vaak kloppen die (helaas) niet. Kijk eens bij de vele detailfoto's bij onze IPMS NL foto walk arounds! Een enorm aanbod aan foto's voor detaillering en kleuren van details voor de modellen.
Gebruik een vel wit tekenpapier of een rubberen snijplaat als ondergrond bij het bouwen, en zeker geen krantenpapier wat inkt afgeeft. Tekenpapier heeft soms het nadeel dat het oppervlak te ruw is, wat bij het schuiven van mat geschilderde delen slijtplekken in de verf oplevert. Het gladdere papier uit tijdschriften en kalenders is al beter bruikbaar. De beste bescherming voor geschilderde delen vormt zogenaamd siliconenpapier, beter bekend als het papier aan de achterkant van stickers en zelfklevende folie.
Al is een model nog zo mooi afgewerkt, als er iets scheef zit is het aanzien verknoeid. Hoe is te zien of alles recht zit? Kijk recht over het midden van voor of achterkant van het model en beweeg uw gezicht langzaam op of neer. Kijk daarbij of punten dichtbij en veraf elkaar op hetzelfde moment raken (bv motorgondels en staartvlakken, of bij voertuigen dak en voor- of achterrand). Door dit te doen terwijl de lijm van de belangrijkste onderdelen nog niet droog is, zijn nog correcties aan te brengen. Bekijk ook of links en rechts even hoog is ten opzichte van de ondergrond en controleer vertikale delen. Deze controles zijn uit te voeren met behulp van een geodriehoek of een tekenhaak.
Het model staat op de wielpoten en de ene vleugeltip blijkt hoger boven de grond te hangen dan de andere. Wat nu?
Kijk eerst wat er precies mis is.
Als vleugels en staartvlakken evenwijdig lopen, kan de scheve stand komen door ongelijke wielpoten. Dit is te corrigeren met de wielpoten of met wielen.
Zijn de wielpoten nog los te maken, kort dan de langste poot een klein beetje in (niet te veel, snijd dunne vliesjes plastic van de poot af). Als de wielpoten te goed vast zitten, kunnen de wielen uitkomst brengen. Zitten de asgaten van de hoofdwielen wel goed in het midden? Zoniet dan is het verdraaien van een van de hoofdwielen al genoeg om het model recht te doen staan.
Daarna wielen vastlijmen in geval ze draaibaar waren. Kan aan de stand van de wielen niets meer gewijzigd worden, dan kan de dikte van de banden nog aangepast worden. Door de onderkant van de band onder de te hoge vleugel een beetje meer af te platten [ 3.10.6] of met houtlijm de andere band een beetje op te hogen is het model nog recht te krijgen.
Het afplatten van een band aan een model gaat het makkelijkst met een stukje fijn schuurpapier.
Was alle onderdelen in water met een beetje afwasmiddel om 'olie van de mal' te verwijderen terwijl deze nog aan de gietboom zitten.
Verwijder daarna eventuele dunne plasticranden ('flash') met een mesje. Bewaar transparante onderdelen apart en wikkel ze eventueel in tissue papier om krassen te voorkomen.
Het losmaken van de onderdeeltjes moet bij voorkeur gebeuren met een klein kniptangetje (verkrijgbaar bij elektronica zaak) of een heel fijn zaagje (bijvoorbeeld van het merk "Tiger", te verkrijgen in de betere modelbouwwinkel). Metalen onderdelen moeten liever worden losgemaakt met een slijpschijfje met een miniboormachine [8.7]. Het duurt even, maar het is veel beter. Dit geldt ook voor transparante onderdelen. Het losmaken van de onderdelen kan in de verschillende bouwstadia gebeuren. Let goed op de onderdelen die veel op elkaar lijken. Zet met potlood eventueel het nummer op de achterkant.
Verder is het belangrijk om te controleren of er geen ronde uitdrukpuntjes op de onderdelen aanwezig zijn of krimpdeukjes. Deze moeten worden weggeschuurd of worden gevuld [2.4]. Doe dit direct nog voordat het model in elkaar gelijmd wordt want dat kan je het onderdeel nog makkelijk hanteren. Dit wordt vaak vergeten!
Om een dik staafje sprue of plastic-rod door te snijden zonder dat het barst of breekt, scherp mes haaks op het staafje zetten, zachtjes op het mes drukken en het mes heen en weer halen, zodat het staafje ronddraait. Gebruik een harde ondergrond.
Fotogeƫtste metalen onderdeeltjes zijn af te snijden met een mesje of doorslijpen met een boortol.Je kunt ze ook verwijderen in een doorzichtige plastic zak om wegspringen te voorkomen. Draag een masker [8.7.1]!. De deeltjes zijn scherp en springen zo in je oog!
Ze zijn ook krom te buigen door er op een stevige ondergrond met een rond voorwerp (bijv. een pen of de achterkant van een penseel of X-Acto mesje) overheen te rollen. Niet te hard drukken, anders rekt het metaal op.
De ondergrond mag niet keihard zijn (geen glas of formica). Een snijmat of een stevig stuk karton (geen golfkarton) werkt het beste. Oh ja, let even op dat het X-Acto mesje afgeschermd is van kwestbare delen zoals armen en vingers!
Het bouwen kan nu beginnen. Pas ALTIJD eerst de onderdelen zonder lijm te gebruiken want vaak mankeert er nog wel wat aan. Probeer de onderdelen zo goed mogelijk passend te krijgen door deze bij te werken. Dit scheelt later veel werk. Gebruik hierbij plakband om de hoofddelen provisorisch te passen.
Wanneer een lijmstrook ("tab") aan bv. een vleugel net iets teveel speling heeft in het gat, kan de tab iets dikker gemaakt worden door er een aantal diepe krassen met een scherp mes in te geven. Kras ongeveer in de richting waarin de tab in het gat wordt gestoken, meestal haaks op de lijmnaad.
Je kunt (tand) flosdraad gebruiken om (dun) plastic door te zagen. Het onderdeel moet je wel even ergens inklemmen, want je hebt beide handen nodig om de draad strak te houden. Maak eerst even met mesje of vijltje een inkeping, anders snijdt de draad niet. Werkt goed op het wat zachtere plastic. Op hard plastic werkt het ook, alleen rafelt de draad dan wat sneller,
Het flosdraadje zou wel eens handig kunnen zijn op plekken waar je met een zaagje niet goed bijkomt (open maken van luiken e.d.). Het flosdraadje in een figuurzaagbeugel klemmen (knoopje in elk eindje maken !), of om een Flexi-File beugeltje knopen en je houdt een hand vrij om het model vast te houden.
De passing van de verschillende onderdelen bij oude bouwdozen is zelden perfect als zijn de nieuwere generatie bouwdozen met 3D ontwerp een stuk beter geworden. Vul naden altijd op, ook al zijn ze nog zo klein. Vroeg of laat begint dat ene ongevulde naadje toch te irriteren... Voor het vullen van naden en kieren zijn speciale vulmiddelen in de handel verkrijgbaar. Probeer eerst om de naad zo klein mogelijk te houden. Breng alle plamuur altijd in dunne lagen aan, zodat het goed en snel kan uitharden. Niet goed laten uitharden resulteert later in krimpscheuren en dan moet je weer opnieuw beginnen. Het aanbrengen kan met een fijn metalen spateltje maar met een wasknijperhoutje kan ook, kan worden weggegooid als het te rommelig wordt.
Gebruik onverdunde 'putty' altijd direct uit de tube en laat de tube nooit open liggen dus doe het dopje erop. Eenmaal ingedroogd hecht het plamuur veel slechter. Werk altijd in een goed geventileerde ruimte, de oplosmiddelen zijn vaak schadelijk!
Het plamuur wordt meestal na harding geschuurd met schuurpapier (voorkeur is nat schuren met water). Maar er zijn diverse technieken, zie hieronder!
Milliput en ander twee componenten putty is bij te werken met een natte vinger terwijl het droogt. Andere putty vaak met isopropyl alcohol [2.4.4]. Dit scheelt veel schuurwerk en beschadigingen zijn er veel minder!
Zeer kleine naden kunnen worden gevuld met gewone dikke matte verf, zelfs een beetje tubelijm of verdunde model putty. Model putty is te verdunnen met Nitro (cellulose verdunner) of isopropyl alcohol waarna het met een kwast of penseel is aan te brengen. Sommige plamuurmiddelen kunnen ook verdund worden met ethylalcohol (giftig!, verkrijgbaar bij drogist of apotheek). Let echter bij verdunde plamuur op het volgende: cellulose verdunner tast plastic aan en het krimpt veel meer dan onverdund! Voor het bijwerken na schilderen is boetseerwas bruikbaar [2.4.10].
Grondverf (basecoat, primer) zoals Humbrol nummer 1 is ook handig voor het opvullen van kleine deukjes en oneffenheden. Humbrol 1 is met nat schuren bovendien heel mooi glad te maken.
Ook typemachine correctie vloeistof (bijvoorbeeld Hema) is bruikbaar voor vullen van kleine kieren. Het droogt snel en kan geschuurd worden.
De nu te koop zijnde vloeibare witte acryl Vallejo plamuur valt nog wel eens weg bij nat schuren.
Voor het vullen van grotere naden zijn vele middelen te koop (Humbrol, Revell, Tamiya, Green Stuff ...). Tamiya en Green Stuff hebben als voordeel dat de krimp gering is en de struktuur erg fijn is, waardoor het mooi glad geschuurd kan worden zonder dat veelvuldig opnieuw plamuren nodig is. Als een naad erg groot wordt (breder dan 1 mm), is het verstandig om enkele strips plasticcard in de naad aan te brengen.
Het bijwerken van de naden kan soms in een stadium voordat de plamuur keihard is met een vochtig doekje met isopropyl alcohol. Ook goedkope nagellak remover / verwijderaar kun je gebruiken in combinatie met een wattenstaafje of stukje papier tissue.. Dit lost de plamuur iets op, en voorkomt zo dus veel hard schuurwerk , krassen en beschadigingen.
Meestal volgt de afwerking van aangebracht plamuur op een model echter nadat alles goed uitgehard is: Het bijwerken van de naden tussen twee niet goed aaneensluitende delen gaat nadat het plamuur is gedroogd met een fijne vijl of middelfijn schuurpapier. Afwerken door te schuren met fijn schuurpapier en tenslotte polijsten met zeer fijn schuur- of polijstpapier of met polijstmiddel [4.11.4]. Schuur zoveel mogelijk nat met watervast schuurpapier. Nat schuren heeft de volgende voordelen: minder stof, het plastic wordt niet warm, en het slijpsel zet zich minder snel vast in het schuurpapier. Dit laatste voorkomt krassen.
Om de omliggende details niet te beschadigen wordt de naad rondom beplakt met stroken plakband (ook voor het plamuren). Plak niet te dicht bij de naad want dan ontstaan er hoogteverschillen tussen de geschuurde en de afgeplakte delen. Bedenk dat weggeschuurde paneellijnen opnieuw aangebracht kunnen worden [3.2].
Om te controleren of een naad echt niet meer zichtbaar is, altijd nadat de plamuur goed uitgehard is, een laag (grond)verf aanbrengen met kwast of spuit. Gebruik een lichte kleur zoals wit of licht grijs (zilver werkt nog beter maar is als grondverf ongeschikt en de zilverdeeltjes geven moeilijkheden bij schuren en plamuren).
De effen kleur brengt alle kleine onregelmatigheden aan het licht. Werk deze weer bij, en schuur deze grond verflaag met zeer fijn schuurpapier weg op de plaatsen waar nog wat plamuur aangebracht moet worden. Het gewenste effekt bij plamuren wordt meestal niet in 1x keer bereikt; hardnekkige naden hebben wel meerdere plamuurbeurten nodig.
Een speciale techniek is het spuiten van plamuur. Mr.Surfacer 1200 kan verdund met Mr.Color "250" worden verdund in een verhouding 1:1 en met een groffe 0,5 mm verfspuit worden opgespoten (gebruik een wat ruwere goedkopere spuit daarvoor).
.
De verschillende merken plamuur hebben ieder hun speciale toepassing, zie tabel:
Merk | Toepassing | Opmerkingen |
---|---|---|
Humbrol | alle soorten naden | - |
Revell | alle soorten naden | - |
Tamiya | alle soorten naden | krimpt wel wat maar weinig (maar is duur!) |
Milliput 'fine' | alle soorten naden |
geschikt voor contouropbouw; verdunnen en nabewerken met water; wordt steenhard. Milliput is in vorm te brengen met een natte doek met water of alcohol. Het scheelt gigantisch veel schuurwerk. |
Milliput 'standard' | alle soorten naden | |
halfmat/glansverf | zeer fijne naden | lang laten drogen (2 wk) ivm krimp bij drogen |
witte houtlijm | kleine naden |
Zeer waardevol voor modelbouwers. Droogt onzichtbaar op, zeer snel toe te passen en weg te vegen. Wacht tot dat schuren met water niet meer nodig is. Is echter niet goed na te schuren. |
secondenlijm (CA) | fijne naden | werkt snel; pas op voor witte plekken |
Micro Kristal Kleer | naden rond cockpit |
werkt identiek als houtlijm |
Mr.Surfacer | hele kleine naden | fijne "tipex" achtige plamuur, met kwast aan te brengen. Er zijn diverse diktes te koop; (Tip: Een speciale techniek is het gebruik van zeer dunne spuitplamuur met deze Mr.Surfacer in de variant 1200 ; deze kan verdund met Mr.Color "250" worden verdund in een verhouding 1:1 en met een groffe 0,5 mm verfspuit worden opgespoten. ) |
Vallejo plastic putty | kleine naden |
Vallejo heeft ook dunne plastic putty in fles of tube. Kan handig gedoseerd worden aangebracht en is op waterbasis. Dus voorzichtig zijn bij nat schuren anders valt het eraf. |
diversen plamuur | alles | er zijn diverse merken autoplamuur en doe het zelf plamuur. Bijvoorbeeld witte Alabastine Auto plamuur, deze is behoorlijk goed en goedkoop. Het krimpt weining. |
Het is niet nodig om een heel arsenaal van plamuur en putty aan te leggen.
Ook "autoplamuur" (bijv. Flexa, Histor, Teoflux ...) kan uitkomst bieden. Deze plamuur is vaak wat agressiever (dwz. het maakt het plastic slap, dus lang laten drogen !) en wordt verdund met cellulose verdunner. Deze cellulose verdunner is wel schadelijk dus werk met masker in een geventileerde ruimte!
2.4.7.1 Weghalen van Plamuur
Na het laten drogen van plamuur kan er geschuurd worden met schuurpapier om het weg te krijgen. Dit is vaak een behoorlijke klus en gaat vaak ten koste van de (opliggende) detaillering erom heen. Een andere methode die vaak werkt is NIET SCHUREN, maar het plamuur als het 12 uur heeft gedroogd weg te vegen met een doek gedrenkt in ACETON (c.q. nagellak-verwijderaar, te koop bij de drogist). Beter is nog de variant ZONDER ACETON, die tast gene plastic aan.
Ook wordt wel isopropyl-alkohol gebruikt i.p.v aceton. Draag wel handschoenen, ieder oplosmiddel is troep dat in de huid trekt en uitslag geeft. Bij kleine hoekjes kan men gebruik maken van wattenstaafjes die in Aceton zijn gedrenkt. Werkelijk waar, vaak haal je het plamuur netjes weg zonder de omgevende details te beschadigen.
Let op: Milliput en andere putty is in vorm te brengen met een natte doek met water of alcohol. Het scheelt gigantisch veel schuurwerk. Net als boven beschreven weg te vegen met alkohol.
Als vulmiddel kan ook witte houtlijm gebruikt worden, waarbij het voordeel is dat het plastic niet wordt aangetast en dat het met een vochtige doek kan worden weggeveegd. Nadelen zijn sterke krimp en de matige hechting op plastic. Houtlijm is handig voor het opvullen van naden, kieren, te diepe groeven of paneellijnen. De groef wordt geheel opgevuld, maar omdat houtlijm krimpt, blijft de paneellijn nog juist zichtbaar na droging.
Zo is het heel geschikt om cockpitkappen en de naden eronder te vullen/te lijmen nadat je bijna klaar bent met het model om beschadigingen te voorkomen. [2.5.5].
Voor het maken van kleine randjes en andere correcties is plamuur vaak te hard, te bros of hecht het onvoldoende aan het plastic. Een oplossing die vaak door figurenbouwers wordt toegepast is het maken van 'vloeibaar plastic'. Dit gaat als volgt: schraap plasticsnippers van een stukje gietrek en los deze op in wat vloeibare lijm, zodat een papje ontstaat. Gebruik hetzelfde plastic als van het model, of plastic waarmee een vorige keer goede resultaten bereikt zijn. Door meer of minder lijm toe te voegen kan de dikte geregeld worden. Aanbrengen met een mespuntje. Gebruik geen dikke lagen, want door de lijm wordt ook het modeloppervlak slap. Laat het vloeibare plastic op het model enkele dagen uitharden.
Naden, gietdeukjes en dergelijke welke na het schilderen worden opgemerkt kunnen enorm storend zijn. Ze kunnen worden gevuld met gekleurde plasticine (zachtblijvende boetseerklei van bijv. Jumbo). Aanbrengen, en met een vochtig doekje (alcohol) afnemen, wat schuren overbodig maakt. Pas op voor vlekken op matte verf.
Voor het maken van contouren, het opvullen van grote gaten, het veranderen van vormen, is twee-componenten putty het meest geschikt (zie boven Milliput, Tamiya, Magic Sculp ...). Deze putty's worden keihard en kunnen dan geschuurd, gevijld en gesneden worden. De putty's hebben als nadeel dat ze niet altijd even goed op plastic hechten, secondenlijm biedt dan uitkomst. De slechtere hechting maakt deze soort van putty minder geschikt voor het opvullen van naden en putjes. Het is wel het beste materiaal om de binnenkant van te dunne vacuform onderdelen mee te versterken.
Sommige twee-componenten putty's, zoals Milliput, zijn met water of alcohol te verdunnen. Let wel op dat eenmaal verdund de putty veel meer krimpt dan anders.
De aangebrachte putty zo veel mogelijk in vorm brengen zolang het zacht is om lastig schuurwerk te beperken.
Bij vliegtuigmodellen, die op het neuswiel moeten staan, is soms een extra balansgewicht in de neus nodig. Doe je dat niet dan heb je een "tail sitter". Gebruik als het onderstel het toelaat liever iets te veel dan iets te weinig. Neem visloodjes, steentjes, spijkers of het lood wat over de kurken van wijnflessen zit. Lijm dit vast met een niet-agressieve lijm, welke het plastic niet aantast (bijv. Uhu Por, Velpon, Collal, Pattex Compact, Revell Special).
Ook kan een eventuele schietstoel worden vervangen door een exemplaar uit de diverse merken die stoelen van metaal leveren zoals Aeroclub [3.8].
Verder kan een trapje of loopplank, welke vast aan het model zit, uitkomst bieden. Deze laatste oplossing is bruikbaar bij zeer kwetsbare modellen die anders veel te zwaar zouden worden.
Als na het dichtmaken van de romp blijkt dat er meer ballast toegevoegd had moeten worden, is dat te verhelpen door gebruik van dun soldeerdraad. De meeste elektronicazaken verkopen dit per strekkende meter.
Zoek een plaats aan de voorkant van de romp waar een holle ruimte achter zit. Boor [8.6] op die plaats een gaatje in de romp dat iets groter is dan de diameter van de soldeerdraad. Prop de ruimte achter het gat vol. Snij het soldeerdraad langs de romp af met een scherp mesje.
Ook kleine "basic" kogeltjes van "Deco Pearls" zouden gebruikt kunnen worden in plaats van soldeerdraad.
Werk het gemaakte gat weg met plamuur.