Cat 4:  MLD  en Cat 6:  Ops RAF  

(bijdrage van Wilko jonker)

De Tweede Wereldoorlog was in volle gang en Nederland was bezet en in het Verre Oosten was Indië ook gevallen. Veel Nederlanders en militairen waren echter naar het buitenland ontsnapt en wilden wat doen. In de loop van 1942 wilden vooral de verse bemanningen van de vliegschool RNMFS in het Amerikaanse Jackson, Mississippi, meer actie dan de in hun ogen vrij passieve patrouillevluchten met de Catalina’s die tot dan toe werden uitgevoerd. De Admiraal Helfrich kon zich hier ook wel in vinden en ondernam hierop actie om een meer offensieve rol voor het  321 squadron te bewerkstelligen. Door te toen opgezette defensiestructuur was dit niet mogelijk, het 321 squadron was een maritieme patrouille-eenheid en ressorteerde als zodanig onder de 222 General Reconnaisance Group binnen heet RAF commando te India. 

Eind 1943 werd, mede door de gewijzigde oorlogsomstandigheden besloten de structuur te herzien en werd samen met de Amerikanen de "Air Command South East Asia" opgericht. De Britten zouden hiervoor een viermotorige bommenwerpereenheid moeten leveren. Zij ontvingen toen al via de Lend-Lease-Act Amerikaanse vliegtuigen, waaronder ook een kleine tweeduizend Liberators. Daar de vraag naar dit toestel erg hoog was, kon een en ander niet volgens planning worden uitgevoerd. Pas medio 1944 konden Liberators aan de Britten worden  geleverd. Na veel ‘soebatten’ van Nederlandse zijde kwam in de loop van november 1944 eindelijk toestemming om een Liberator eenheid op te richten. Een aantal bemanningen werd voor opleidingsdoeleinden tijdelijk gedetacheerd bij No. 1673 Heavy Conversion Unit te Kolar en bij 160 squadron RAF te Kankesanturai op Ceylon. Het 321 squadron vliegende vanaf China Bay (nabij Trincomalee) op Ceylon kreeg november 1944 de eerste vier toestellen, te weten 2 stuks B-24D mk.III en 2 stuks B-24J mk.gr.VI.  Een aantal hierdoor overtollig geworden Catalina’s werd teruggegeven aan de RAF.  

Later arriveerden nog eens zo'n 10 toestellen maar deze waren min of meer afdankertjes en de Technische Dienst had er de handen vol aan om deze toestellen weer in enigszins bruikbare staat te maken. Twee stuks B-24D en maar liefst 21 B-24J's vlogen met Nederlandse bemanningen in het verre oosten vanaf december 1944. Deze toestand duurde tot eind mei 1945, toen het Britse hoofdkwartier enige (9?) nieuwe toestellen liet sturen. 

Squadron 321 kreeg een nieuwe basis toegewezen, namelijk de Cocos eilanden met als taak de Japanse  scheepvaart zoveel mogelijk te belemmeren. In de nacht van 8 op 9 juli 1945 vertrokken de eerste drie toestellen naar de nieuwe basis. Helaas verongelukte één toestel KH296 /J direct na de start in zee. Hierbij kwamen zes man om en konden vijf, zij het zwaar gewond, worden gered. Enkele dagen later werden nog twee toestellen overgevlogen. Op 15 juli werd de eerste ‘anti shipping sweep’ uitgevoerd; dergelijke vluchten werden tot de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 geregeld uitgevoerd, de laatste actie was op 11 augustus 1945.  

Na de capitulatie door Japan en het einde van de oorlog veranderde de taak van 321 squadron. Gezien de toestand in de Indische  gevangenenkampen werden in september 1945 een aantal bevoorradingsvluchten uitgevoerd naar de ‘Jappenkampen”, waarbij voedsel en medicamenten werden gedropt. Op 29 september crashte de KG991/G tijdens de landing op Semarang (de landingsbaan was eigenlijk te kort voor de Liberator). Gelukkig kwam de bemanning er goed van af. In dezelfde maand werd nog een gedenkwaardige vlucht uitgevoerd met de “Z”. De detachementscommandant OVL1 A.J. de Bruyn mocht de bevrijdde Gouverneur-generaal van Ned. Indië, Jonkheer Mr. A.W.L Tjarda van Stakenborgh Stachouwer en de legercommandant Generaal H. ter Poorter naar Nederland overvliegen. De vlucht startte in New Delhi en ging via Karachi, Caïro, Lydda, Istres en Hartfor Bridge naar Eindhoven. Op 8 oktober werd aan de terugreis begonnen, maar deze moest wegens te onrust in Batavia, in Colombo worden afgebroken. Men kreeg geen toestemming om naar Soerabaja te gaan.  

De bemanningen werden verder min of meer aan hun lot overgelaten, ondanks de grote behoefte aan transportcapaciteit in Indië. In januari 1946 kreeg men te horen dat de Liberator van de sterkte zou worden afgevoerd en aan de RAF worden teruggegeven. Deze toestellen mocht men behouden. Daar Perak ongeschikt was voor de grote Liberator en Kemajoran vol stond met geparkeerde toestellen, kon men pas in april naar Indië vertrekken. De “Y” bleef achter, de “A”, “B”, “M”, “P” en “W” werden overgevlogen naar Morokrembangan en bleven daar nog tot eind mei staan. Na een half jaar volgde sloop.


b24h-liberator-viajg 

Gecamoufleerde Liberator lijkt het wel . Foto: Collectie J.Gelauf

..

Registratiegegevens Consolidated B-24D Liberator Mk. III:
Engelse Registratie Code Constructienr. Datum in dienst Datum uit dienst Opmerkingen
FL912 P 20-12-1944 25-2-1945 Geleend van RAF en heeft op China Bay dienst gedaan bij het 321 Squadron als trainingstoestel voor de overige Liberators. Retour naar RAF
FL940 Z 11-12-1944 16-2-1945 Geleend van RAF en heeft op China Bay dienst gedaan bij het 321 Squadron als trainingstoestel voor de overige Liberators. Retour naar RAF
    
Registratiegegevens Consolidated B-24J Liberator GR.Mk. VI:
Engelse Registratie Code Us Fiscal-Year-nr. Datum in dienst Datum uit dienst Opmerkingen
EV824 L   27-5-1945 1-12-1944 Retour RAF in verband met de zeer slechte staat.
EV831 N   27-5-1945 1-12-1944 Retour RAF in verband met de zeer slechte staat.
EV832 M   27-5-1945 1-12-1944 Retour RAF in verband met de zeer slechte staat.
EV834 K   1-6-1945 1-12-1944 Retour RAF
EV869 I   26-12-1944 27-5-1945 Retour RAF in verband met de zeer slechte staat.
EV889 G   27-5-1945 1-12-1944 Retour RAF in verband met de zeer slechte staat.
EW317 F 44-10320 20-12-1944 1-3-1946 Retour RAF
EW320 B 44-10323 7-12-1944   Gesloopt op Marine Vliegkamp Morokrembangang
EW321 E 44-10324 1-2-1945 27-5-1945 Retour RAF in verband met de zeer slechte staat.
KG847 D 44-10352 1-2-1945 27-5-1945 Retour RAF in verband met de zeer slechte staat.
KG852 A 44-10357 26-12-1944 29-4-1905 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië. Gesloopt op Marine Vliegkamp Morokrembangang
KG991 C 44-10656 18-12-1944 26-12-1945 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië .Verongelukt bij Seniarang en afgeschreven. Toestel was voorzien van een haaienbek.
KH138 W 44-10703 1-5-1945 29-4-1905 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië. Gesloopt op Marine Vliegkamp Morokrembangang
KH186 M 44-10751 1-6-1945 18-6-1945 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië. Ongeluk, gesloopt.
KH187 H 44-10752 1-5-1945 1-3-1946 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië Retour RAF
KH193 Y 44-44054 1-5-1945 1-3-1946 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië Retour RAF
KH194 V 44-44055 1-5-1945 1-3-1946 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië Retour RAF
KH296 J 44-44167 1-5-1945 8-7-1945 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië. Verongelukt, China Bay en afgeschreven.
KH299 Z 44-44170 1-5-1945 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië Heeft in september 1945 een retourvlucht naar Nederland gemaakt. Gesloopt op Marine Vliegkamp Morokrembangang
KH382 P 44-44253 1-5-1945 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië. Gesloopt op Marine Vliegkamp Morokrembangang
KH383 M 44-33254 1-6-1945 Heeft dienst gedaan bij het 321 Squadron op China Bay, Cocos Island, en Nederlands Oost-Indië. Gesloopt op Marine Vliegkamp Morokrembangang

 Bronnen o.a. [B16] MLD.70,  [L2] Jonker (zie ook literatuurlijst).

 

De inhoud voor het eerst opgesteld door M.de Vreeze en W.Jonker  zomer 2004 (op oude IPMS website)