....
Fabriek | Grumman |
Vliegtuig | Tracker |
Type-aanduiding | S-2A / S-2F / CS-2A / CS-2F |
Cat 4 -- totaal 45 stuks |
S2F-1 |
Korte informatie:
Tracker S-2 (Grumman USA);
S-2A ; deklandings anti-onderzeeboot vliegtuig.
In 1952 vloog het prototype en vanaf begin 1954 kwam het in dienst bij de US Navy. De bemanning bestond uit 4 koppen en de Tracker had een radar, MAD in de staart en sonoboeien naast de torpedo bewapening.
(C)S-2 Canada, licentie bouw van Grumman USA. Er kwamen diverse versies van dit type en ze werden in flinke aantallen gebouwd en ook geexporteerd.
Lengte: 12,80 m
Spanwijdte: 21,24 m in vlucht; 8,33 m met opgeklapte vleugels
2 stuks Wright R1820-82 motoren, vermogen 1575 pk
Leeggewicht: 7.600 kg
Maximum gewicht: circa 11.000 kg
Snelheid: 276 km/u (kruissnelh.) , 460 km/u maximaal
Vliegbereik: 1.400 km
Plafond: circa 7000 m
4 bemanningsleden
Bewapening: 6 HVAR 10 cm raketten, 2 General Electric Mk.44 torpedo's of 2 Lulu dieptebommen, of 2 Mk. 101 dieptebommen
MEER INFORMATIE OVER DE TRACKER (bijdrage door Wilko Jonker):
Ontwikkeling.
De US Navy verzocht om de ontwikkeling van een tweemotorig vliegtuig dat de éénmotorige Warner- en Strike-toestellen zoals de Avenger en Guardian, moest gaan vervangen in een type. Grumman kwam in 1949 met ontwerp model G89, een tweemotorig onderzeeboot bestrijdingsvliegtuig dat op basis van het eisenpakket was ontworpen. In juni 1950 ontving Grumman opdracht voor de bouw van twee prototypen die de aanduiding XS2F-1 kregen toegewezen. Het eerste toestel maakte begin december 1952 de eerste vlucht; het tweede prototype volgde in februari 1953.
De uitgebreidde testen door de Navy resulteerden in een eerste order voor vijftien toestellen van type S-2F-1. Vanaf 1962 hanteerde de NAVY een andere typeaanduiding. De S-2F-1 werd aangeduid als S-2A. Het toestel was uitgerust met een AN/APS 38 zoekradar, ondergebracht in een intrekbare, enigszins gestroomlijnde radome onder de romp; deze stak in ingetrokken 15 centimeter onder de romp uit; in neergelaten toestand was dit 62 centimeter.
Verder was er een intrekbare MAD-boom. Deze stak in uitgestoken toestand 2,74 m uit achter de romp. De eerste toestellen waren verder voorzien van een bi-polaire APA-69 ECM richtingzoeker op de cockpit. Deze werd al gauw vervangen door een APA-69 in een radome.
Aanvankelijk was een zoeklicht van 70 miljoen "kaars" gemonteerd onder de rechtervleugel, later werd deze vervangen door een exemplaar van 85 miljoen "kaars". In het bommenruim konden torpedo's, bommen of dieptebommen worden meegenomen. Onder elk van de vleugels waren drie ophangpunten voor HVAR raketten, bommen of rakethouders aanwezig.
In de achterzijde van elk van de motorgondels konden acht SSQ-2 sono-boeien of één paar grotere SSQ-1 sono-boeien worden meegenomen. Naast de sono-boeien konden ook nog vijftien SUS (Signal-Underwater-Sound) devices worden meegenomen. Deze veroorzaakten door een kleine explosie een geluidsgolf onder water, waarvan de echo's konden worden geanalyseerd. Later werd de achterzijde van de motorgondel voorzien van een aerodynamische achterkant.
VERSIES:
US-2A.
Een utility-uitvoering als vervanging van onder andere de C-45. Alle ASW-apparatuur werd verwijderd en de achterzijde van de motorgondel werd afgedicht. Dit type werd ook gebruikt als doelsleper.
S2F-1T.
Dit was een trainerversie voor de meermotorigen-opleiding. Ook hier was alle ASW-apparatuur verwijderd. Later werd dit type aangeduid als TS-2A. Wel konden oefenbommen en torpedo's worden meegenomen.
US-2B.
Ook dit type was een aangepaste S-2F-1; een verschil met de US-2A was dat er vijf passagiers meegenomen konden worden. In het bomenruim konden extra brandstoftanks worden meegenomen.
S2F-1S.
Dit beperkte gebruikte interim-type, later ook wel aangeduid als S-2B, was een gemoderniseerde uitvoering van de S-2A. De modernisering had betrekking op de elektronica: installatie van JEZEBEL en JULIE akoestische systemen.
S2F-1S1.
Ook dit was een gemoderniseerde S2F-1, die later ook wel werd aangeduid als S-2F. Vooral de ASW-apparatuur was gemoderniseerd en ook werd een verbeterd JULIE-systeem toegepast.
Latere versies:
Latere uitvoeringen van de Tracker, waren onder andere de S2F-2, die een groter bommenruim had. Verder waren de ophangpunten onder de vleugels versterkt en werd spanwijdte van de horizontale stabilizer vergroot met ruim 12 centimeter. Er werden zestig toestellen van gebouwd. Een groot aantal werd omgebouwd tot US-2C. Een klein aantal werd verbouwd tot foto-verkenner.
De S2F-3 (S-2D) was de derde Tracker-variant die door Grumman werd geproduceerd. Er werden er honderd van gebouwd. De APA-69 ECM radome was verwijderd; het vergrote bommenruim van de S2F-2 was weer achterwege gelaten; er konden nu in totaal 32 sono-boeien worden meegenomen. De motoren waren van een verbeterd type en de spanwijdte van met 91 centimeter vergroot, terwijl de vleugeltips nu afgerond waren en ECM-apparatuur bevatten. De S2S-3S was de laatste productie-variant die werd gebouwd. Er was n u een extra radome onder de romp ingebouwd en een intrekbare bladantenne. Inwendig was onder andere de ASA-31 apparatuur vervangen door het ASN-130 systeem; de automatisch piloot was vervangen door een moderner type en de brandstofcapaciteit was vergroot.
In totaal werden er meer dan 1100 toestellen gebouwd, waarvan er vele werden geëxporteerd (onder MDAP). In Canada werd nog een 99 stuks gebouwd, afgeleid van de S2F-1 gebouwd door De Havilland of Canada als CS2F....
Canadese Licentiebouw.
Na uitgebreide tests en evaluaties door de Canadese Navy werd de eerste CS2F-1 in februari 1957 afgeleverd. Dit waren toestellen die in Canada in licentie werden gebouwd. In totaal werden 99 toestellen in twee varianten gebouwd. De CS2F-1 verschilde van de S2F-1 ten eerste in de antennes en het ontbreken van de APA-69 ECM radome op de cockpit. De meeste toestellen hadden een kleine antenne op dezelfde plaats. Verder waren de escape hatches boven in de cockpit nu gemaakt van aluminium plaat, terwijl dat bij eerdere versies doorzichtige perspex stukken waren. Verder hadden de motorgondels een "rechte achterkant" en niet een gestroomlijnde vorm.
Een verbeterde versie was de CS2F-2. De verbeteringen hadden vooral betrekking op de ASW sensor, het MAD-systeem en een gemoderniseerde radar. Uitwendige verschillen met de CS2F-1 waren voor de antennes.
Tussen 1964 en 1967 werd een grote Mid Life Update uitgevoerd. Deze update had betrekking op de installatie van ASN-501 tactisch computer/navigatiesysteem; APN-03 doppler radar en verbeterde JULIE/JEZEBEL-sensoren. De verbeterde toestellen, zowel CS2F-1 als CS2F-2, werden aangeduid als CS2F-3.
Literatuur: |
||||
Modelbouw in Plastic / 1975-4 |
Argus books | IPMS Nederland | 1975-4 | |
Grumman Tracker: history, camouflage and markings | T. van Kampen, L. Boerman | Dutch profile 13 |
2012 | |
Grumman Tracker bij de MLD | Nico Geldhof | Afd. Luchtvaartkennis | 2013-4 |
.
Websites:
|
-- https://en.wikipedia.org/wiki/Grumman_S-2_Tracker |
FOTO GALERIJ:
Deze inhoud op deze pagina werd voor het eerst opgesteld zomer 2004 door M.de Vreeze