Cat. 4 MLD

18 stuks, kenmerken   S1(9)-1  t/m  S1(9)-18
 Periode 1951-1955


(bijdrage van Wilko Jonker, aangevuld door Meindert de Vreeze)

In 1949 werd de NAVO opgericht. Nederland zou in NAVO-verband deelnemen aan de bescherming van de zeeverbinding op de Noordzee en het Kanaal en een bijdrage leveren aan de beveiliging van de aanvoerroutes in het oostelijk deel van de Atlantische Oceaan. De onderzeebootbestrijding had hierbij prioriteit, dus was de aanschaf van (lange-afstands-) patrouillevliegtuigen vereist. De Amerikaanse "Military Assistance Advisory Group" (MAAG) gaf uitkomst in het kader van het MDAP (Mutual Defence Assistance Program) waarbij de Amerikanen vliegtuigen leverden (die wel Amerikaans eigendom bleven). De staf van de MLD hoopte de beschikking te krijgen over Lockheed P2V-5 Neptunes, die rond 1950 het beste van het beste was op het gebied van onderzeeboot-bestrijding uit de lucht. Dit toestel werd toen echter net bij de US Navy geïntroduceerd en was voorlopig niet beschikbaar, zodat 18 stuks Lockheed PV-2 Harpoons aan de MLD ter beschikking werden gesteld. (Later zouden wel Neptunes volgen voor de MLD).

April 1951 vertrokken 30 man van de MLD naar de VS voor omscholing en training op de Harpoon bij onder meer NARTU (Naval Air Reserve Training Unit) op N.A.S. (Naval Air Station) Norfolk. De Harpoons werden symbolisch op juli 1951 overgedragen aan de MLD. De eerste toestellen waren al op eind juni 1951 op Alameda overgenomen. De eerste zes toestellen, de S-1 t/m S-4, S-7 en S-8, werden op augustus 1951 via IJsland naar Nederland overgevlogen, waar ze op 7 september 1951 op Valkenburg aankwamen. De officiële overdracht door de Mutual Assistance Advisory Group vond plaats in september 1951 te Den Haag. De tweede groep toestellen bestaande uit de S-9 t/m S-14 vertrok op eind oktober 1951 vanuit Californie om via de Azoren en Marokko op 2 november 1951 op Valkenburg te arriveren. De derde en laatste groep toestellen kwam eind december op Valkenburg aan. De ferry vluchten werden steeds door dezelfde bemanningen uitgevoerd.  Vanaf september 1951 volgden drukke dagen ten gevolge van het opwerken van de bemanningen en mid december had het squadron 320 met 9 bemanningen de operationele status op de PV-2 bereikt.  

Na het bereiken van de operationele status werd regelmatig deelgenomen aan oefeningen in NAVO-verband, de eerste was in juli 1952. Hierbij werd het squadron geregeld op andere NAVO-bases gedetacheerd.

Tijdens de watersnoodramp in 1953 fungeerde een Harpoon als verbindingsvliegtuig boven het noodgebied.  

Naast de oefeningen werden ook regelmatig cursussen gevolgd, zoals de JASS-cursus op de HMS Eagle bij Londonderrie (JASS = Joint Anti-Submarine School).

Opwaardering en modernisering

In het voorjaar van 1952 werden de S-16 en S-18 bij Avio-Diepen op proef uitgerust met een sonoboei-installatie. De S-17 volgde in februari 1953. De proeven waren dermate bevredigend dat in juli 1953 de S-4 t/m S-8, S-11, S-13 en S-15 eveneens met een sonoboei-installatie werden uitgerust. Een andere tekortkoming die tijdens de oefeningen duidelijk werd, was het gemis aan elektronische apparatuur en ECM (ECM = electronic counter measures).  In oktober 1953 werd besloten om, mede door bovenvermelde tekortkomingen, de PV-2’s per 1-7-19-1954 (als onderzeebootbestrijder) buiten dienst te stellen. Gelukkig werd 320 squadron in april 1954 met de P2V-5 Neptune uitgerust. (die de MLD dus oorspronkelijk in 1950 wilde hebben...).

O.S.R.D. (opsporings- en reddingsdienst)
Februari 1952 werd het VSQ 8 opgericht ten behoeve van het verrichten van de OSRD-taak. Het squadron kreeg toen de beschikking over onder meer B-25’s. Als aanvulling werden november 1953 de Harpoons S-3, S-10 en S-14 bij VSQ 8 ingedeeld, in december 1953 gevolgd door de S-18. De B-25’s werden nog voor de jaarwisseling uitgefaseerd.  Behalve het uitvoeren van OSRD-taken had VSQ 8 ook nog als taak het verrichten van algemene diensten, oefeningen met marine schepen en bijzondere opdrachten. Door technische problemen bij de (algehele) revisie van de OSRD-Catalina’s P-212 en P-216 en later ook het geringe gereedheidspercentage van deze toestellen, bleven de Harpoons nog tot in 1955 als OSRD-toestellen ingedeeld bij VSQ 8. Vanaf 21 maart 1955 werd de OSRD-taak overgenomen door VSQ 320, die deze taak uitvoerde met de Neptunes.

De Harpoons werden in de periode 1955/1956 afgevoerd uit de MLD. Ze gingen retour (MAAG) naar de Verenigde Staten en na een modernisering gingen deze kisten naar Portugal. (een aantal van deze nu Portugese Harpoons werden ook ingezet in Portugees Koloniaal Afrika zoals Guinee, Angola en Mozambique waarbij bevrijdingsbewegingen onafhankelijkheid voor deze landen wilden)lockheed-harpoon-jg-archive
Foto uit Collectie Joop Gelauf (used with permission)  

harpoon nationaalarchief 1

de 19-8. Foto: Nationaal Archief (used with permission). 

harpoon 19 nationaal archief

De eerste, 19-1 in 1951 bij aankomst op Valkenburg. Foto: Nationaal Archief (used with permission).

harpoon 1951 nationaal archief

Op Valkenburg 1951. Foto: Nationaal Archief (used with permission).  

 

Registratiegegevens: PV-2
Registraties MLD no. Constructie-nummer US Navy nummers Datum in dienst Datum uit dienst Opmerkingen / MLD
19-1 S-1 15-1178 37212 15-08-1951 06-10-1954  uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-2 S-2 15-1183 37217 16-08-1951 15-05-1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-3 S-3 15-1335 37369 21-08-1951 23-06-1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-4 S-4 15-1181 37215 24-08-1951 22-06-1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-5 S-5 15-1245 37279 17-09-1951 01-07-1855 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-6 S-6 15-1474 37508 10-09-1951 24-03-1955 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-7 S-7 15-1374 37418 17-08-1951 01-07-1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-8 S-8 15-1273 37307 24-08-1951 08-03-1955 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-9 S-9 15-1246 37280 28-09-1951 02-09-1953 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-10 S-10 15-1226 37260 29-09-1951 juni 1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-11 S-11 15-1225 37259 13-09-1951 12-07-1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-12 S-12 15-1179 37213 26-09-1951 juli 1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-13 S-13 15-1202 37236 15-10-1951 23-06-1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-12 S-14 15-1195 37229 15-10-1951 01-04-1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-15 S-15 15-1142 37176 17-10-1951 24-03-1955 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-16 S-16 15-1387 37421 01-11-1951 juni 1955 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-17 S-17 15-1288 37322 08-11-1951 mei 1954 uit dienst, retour MAAG (USA); gemoderniseerd en naar Portugal
19-18 S-18 15-1112 37147  14-12-1951 ? 22-01-1954 Afgeschreven 13-08-1954 ?; Er is geen zekerheid over het lot van de S-18, afgeschreven of ook nog na reparatie retour MAAG (USA) en  gemoderniseerd en naar Portugal

  Bronnen o.a. [B16] MLD.70,  [B5] Luchtv.kennis 1993-10

 

Inhoud werd voor het eerst opgesteld  zomer 2004 door M. de Vreeze en W. Jonker (op de oude IPMS website)