Titel: "De geschiedenis van Camouflage en Kentekens op de vliegtuigen van de Nederlandse Strijdkrachten"
Eind oktober 1997 werd in het Militaire Luchtvaart Museum het eerste exemplaar aangeboden van het boek "De geschiedenis van camouflage en kentekens op de vliegtuigen van de Nederlandse Strijdkrachten" samengesteld en geschreven door John Greuter, met medewerking van Max Schep, Luc Boerman en Joke Bossong. Het boek wordt uitgegeven door Uitgeverij bv Bonneville te Bergen (NH).
Na vele jaren research is een lijvig standaardwerk verschenen waarin practisch alles is terug te vinden over de identificatiekenmerken en camouflagekunst van Nederlandse militaire vliegtuigen gedurende de afgelopen 85 jaar. Van luchtvaart-afdeling tot Koninklijke Luchtmacht. Van Marine Luchtvaart Dienst tot Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Alle beschilderingen van de vliegtuigen vanaf 1913 tot nu worden beschreven. Zoals van de Nederlandse vliegschool in Jackson, VS tijdens WO II, de Nederlandse squadrons onder commando van de Royal Air Force en Fleet Air Arm en de vliegtuigen op de Nederlandse Antillen en in Australië. Maar ook de beschilderingen ten behoeve van vredestaken en de NAVO camouflage-overeenkomsten zijn opgenomen. Verder bevat het boek alles over de systematiek van de registraties, over de in de eerste wereldoorlog geïnterneerde vliegtuigen en over de nieuwste transportvliegtuigen en helicopters van de KLu.
Alle gevoerde squadron- en onderdeelsemblemen zijn afgebeeld en beschreven, evenals de nationaliteitskenmerken, zoals oranje schijven, driehoeken, vlaggen en rozetten.
Dankzij de orginele verfvoorschriften geeft dit boek de belangrijkste camouflagepatronen zeer gedetailleerd en natuurgetrouw weer. Voor modelbouwers zal dit boek tot in lengte van jaren de basis zijn waaruit zij hun informatie halen, de meeste kleuren zijn dan ook vertaald naar huidige modelbouwverven.
Het boek telt meer dan 350 bladzijden en is rijkelijk geïllustreerd met honderden foto's in zwart/wit en kleur, waarvan vele nooit eerder zijn gepubliceerd, en met talloze airbrush zijaanzichten.
Kortom dit is een boek, dat iedere geïnteresseerde in de Nederlandse militaire luchtvaart in bezit behoort te hebben. Een boek, dat voor een ieder, die dacht toch wel het e.e.a. van de militaire luchtvaart te weten, toch nog de nodige verrassingen in petto heeft.
Het boek is mede tot stand gekomen door o.a. de Sectie Luchtmacht Historie, het Militaire Luchtvaart Museum, de Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaart Museum, het Instituut voor Maritieme Historie van de Koninklijke Marine en AKZO-Nobel.
Het boek is nu moeilijk verkrijgbaar omdat het al enige tijd geleden is verschenen, destijds voor de prijs van circa fl 89,90.
Hans Berfelo
| Model |
: Leopard 1A5 |
| Merk |
: Revell (cat.nr. 03115) |
| Schaal |
: 1/72 |
Prijs: fl 13,95
Nieuw model: Ja, augustus 1999
Aantal Onderdelen: 158
Algemeen: Normaliter bouw ik uitsluitend 1/35. Gelukkig is het onderwerp wel helemaal binnen mijn interesse-gebied, namelijk modern. De Leopard A5 is de definitieve versie van de in 1963 in gebruik genomen Leopard 1 serie. Nog steeds wordt deze versie door de Bundeswehr gebruikt en in grote aantallen, naast de Leopard 2 A4 en Leopard 2A5.
Model: Het aantal onderdelen doet niet onder voor dat van een model op een grotere schaal. Ook de detaillering liegt er niet om, hier is over nagedacht en over het algemeen is het Revell-model prima te bouwen.
Afmetingen: Goed, past precies op de tekeningen van de Leopard 1A5 in het Spielberger boek 'The Leopard 1 and Leopard 2 Weapon Sytems, revised volume 1'.
Opmerkingen: per nummer van de bouwbeschrijving:
- Stap 5:
- Bij de 'sprockets' zitten de tanden niet helemaal tegenover elkaar. Let hier op en haal desnoods de pin uit onderdeel 9. Lijn je ze niet goed uit dan passen de tracks uiteraard niet meer.
- Stap 7 tot 10:
- De rupsbanden zijn heel mooi uitgevoerd. Er is echter daarmee ook een probleem. De tanden steken iets uit en moeten in de uitsparing van de andere schakels komen. Ze zijn echter iets te breed. Dit komt vooral tot uiting bij de losse schakels. Omdat de tanden van deze schakels toch niet te zien zijn heb ik ze eenvoudigweg afgesneden. Het is wat gefriemel maar het resultaat is een prachtige rupsband.
- Stap 12:
- keuze uit de vier verschillende bouwseries. De herkenningspunten zijn de infanterie-telefoon (rond of vierkant) en de uitlaat-grillen uit punt 15. Kies dus wel de onderdelen die bij elkaar kunnen.
- Stap 20:
- loop uitgeboren. Een kleine ingreep die het aanzien van het model verbetert.
- Stap 23 en 25:
- Het dunne draadwerk van het bagagerek is zeer breekbaar. De enige manier om deze onderdelen zonder breken uit het frame te halen is uitzagen met een kleine dunne zaag. De bodem-stukken zijn tekort en hangen dus aan ‚‚n kant los.
- Stap 24 en 26:
- De extra torenbepantsering ziet er erg fraai uit. Helaas is de pasvorm stukken minder. Aan de binnenkant zitten nokjes maar op de toren zitten helaas geen gaatjes. Je moet dit dus zelf pas maken. Geen grote operatie maar het geeft aan dat de toren origineel bij een andere versie hoort. Aan de hand van foto's de vorm van de voorkant van het extra pantser veranderen.
- Stap 27 en 28:
- Hier kun je de fout maken door de rookgranaatwerpers met de dichte kant op de toren te lijmen. De dichte kant hoort op de rand van het extra pantser te worden gelijmd zodat de werpers naar boven wijzen.
- Stap 32:
- Het enige onderdeel dat grote afwijkingen vertoond met het origineel is de optiek-behuizing van de schutter. Die van het model is te hoog en er mag dus wel wat van de onderkant af.
Tenslotte de vraag: 'kan ik hier een Leopard 1V van maken van de Koninklijke Landmacht?': Ja dat kan maar dan moet je wel de rook granaatwerpers zelf bouwen, uitlaten van 'baulos 4' nemen, een MAG in 1/72 op de kop zien te tikken, andere richtmiddelen maken, de kraag van de 'thermal-imager' op de toren maken, gereedschapskisten op de zijkant en andere decals want bij de doos zitten alleen maar Duitse. Dus het kan wel.
Conclusie: een aanrader als je in deze schaal bouwt, de kit krijgt van mij een dikke 8. Ik hoop intussen stilletjes op de 1/35 versie,
Gerard van Oosbree
