MODEL | : Rolls-Royce 1934 Phantom II continental |
MERK | : Revell (kit no. 7442) |
SCHAAL | : 1/16 |
Nieuw model : nee, uitgebracht in 1978 (H-1294)
Aantal delen: 7 doorzichtig, 37 licht geel,62 zwart, 70 chroom, 4 rubber banden,
1 gele slang, totaal 180 delen en een kleine decal sheet.
Detaillering: Redelijk, veel grote onderdelen met krimpgaten
Niveau :4
Prijs : Nice price 29,95, anders 49,95
Het model
Reeds op de doos, bij de kleine lettertjes, staan de jaren van Revell uitgave, 1979 en 2003. Gezien de delen, en de opbouw van het geheel rijst de vraag of het wel een nieuwe kit is, of dat weer eens gaat om oude wijn in nieuwe zakken. Helaas voor de mensen die op zoek zijn naar iets nieuws, het is een ouwetje. Misschien niet eens echt van Revell, maar wellicht vanuit het merk Entex. De Revell serie bestond alleen uit deze Rolls en de Mercedes SSK uit 1929 ( een echte uitdaging die kit). De Entex serie is heel wat groter geweest in 1/16 uit de jaren 70. Met T-Ford en A-Ford, Packard speedster en de Mercer Race-about om maar eens wat te noemen. De door Revell nu heruitgebrachte Rolls is een concurrerend model geweest voor die serie van Entex. De Entex kits staan overigens regelmatig op Ebay te koop, voor verschillende prijzen.
De inhoud van de doos bestaat uit een aantal gietramen, alle apart in plastic verpakt, een gele slang, de banden etc. En een ECHTE doos, zoals de bouwer graag ziet. Helaas is het karton aan de slappe kant, maar anders had je er een mooie doos aan gehad om modellen mee te vervoeren. Wat betreft de gietramen, met het zwarte gietraam is iets “raars” aan de hand, het voelde gladjes aan, en erg soepel oftewel zacht. Ook de zwarte onderdelen voelden zacht aan, en zijn erg buigzaam….. Iets wat bij meer Revell dozen schijnt te gebeuren…. De meegeleverde bouwbeschrijving ziet er ook uit als “vanouds”, met een jaren 70 vormgeving. Niet eens drie bladzijden met waarschuwingen en een onderdelen overzicht, nee gewoon 8 pagina’s in A4 formaat, met 77 bouwstappen in kleine tekeningetjes. En daar is helemaal niets mis mee deze keer. Het is zo overzichtelijk, omdat er per stap niet veel gedaan hoeft te worden. Voor de beginnende bouwers een uitkomst!
De detaillering van de onderdelen is ook Revell jaren 70 niveau, vrij dikke onderdeln, met een vrij grove oppervlakte detaillering. En de Flying Lady zoals Revell haar heeft geprobeerd te maken voor op de radiateur is helemaal een ramp, dat lijkt nergens op! Een miniatuur scheepsschroef waarvan een blad ontbreekt………
Voor dat er begonnen kan worden met de bouw eerst maar eens de krimpdeuken wegplamuren en de gaten van de uitspring pennen wegwerken. Het zijn er niet echt heel veel, maar ze zitten op lastige plaatsen. De carrosserie heeft hier niet veel last van, de deuren en het deel na de motorkap vragen om wat aandacht. Ook dit model vraagt om een aanpak tegelijkertijd op drie fronten, motor, chassis en carrosserie. Dus eerst braaf begonnen met stap 1, de motorhelften. Een rechte ramp, die niet veel goed voorspelt voor de rest het model. Na het aan elkaar lijmen van die helften moet er flink wat plamuur tegenaan om de zaak rondom strak te krijgen. Tsja, dat krijg je met zo’n oud model dacht ik nog……
Om bij te komen, maar met het chassis verder gegaan, en dat verliep stukken beter. Passing redelijk, niet krom ( en dat kan gauw bij een raamchassis uit één stuk zoals in dit model), maar wel met grote ruimtes voor de motor en het stuurhuis. Echter, het viel snel op dat hier duidelijk werd dat de meeste onderdelen maar op één manier goed bevestigd kunnen worden. En dat is zelfs voor de meest ervaren bouwers nog wel eens een voordeel……….
Wat betreft het chassis valt er weinig bijzonders te melden, behalve dat ik bij stap 25 de stuurstang die loopt vanaf het stuurhuis naar de vooras gewoon heb vastgelijmd, ook la geeft de bouwbeschrijving aan dat dit niet hoeft. Zal best, maar nu zit het wel goed vast, en de Revell oplossing staat garant voor een ontbrekend onderdeel op de lange duur.
Na het succes met het chassis, gauw doorgegaan met de afbouw van het motorblok. 6 Cilinder in lijn, met dubbele ontsteking. Links en rechts met mooie bougiekabeltjes uit de doos te detailleren. Wat mist aan detaillering zijn een oliepeil stok, de benzineleiding naar de carburateur en nog wat kleine snoertjes voor de verlichting. Hier laat Revell weer eens kansen liggen, want deze zaken kunnen ze er bij dit model makkelijk bij maken voor weinig kosten. Zal wel iets met de budget prijs te maken hebben.
Ondertussen maar eens gekeken naar de kleuren voor het model. Op de doos een mooie foto van een origineel museum model in 1 op 1, met een fraai créme kleurig kleurenschema, met licht en donker créme. En natuurlijk weer de onnavolgbare Revell mengsmering om de goed kleuren samen te stellen. Dan maar op internet kijken naar andere kleurstellingen voor deze kit. Aangezien Pocher exact hetzelfde model met dezelfde carrosserie heeft gemaakt in 1 op 8, kun je de Pocher kleurstelling zwart-donkerblauw nemen. Ik heb gekozen voor bordeauxrood-zwart. De spatborden en treeplanken worden zwart, de motorkap, deuren en kofferbak (in dit geval een echte bak) in dit bordeauxrood. Dit bordeauxrood is er alleen maar in zijdemat, maar als je daaroverheen een laag blanke glanslak spuit ziet het er ook waarheidsgetrouw uit.
En aantrekkelijker dan het model op de doos naar mijn idee. Over doos gesproken, op de doos zijn een aantal zaken te zien wat betreft het schilderen die je in de bouwbeschrijving niet tegenkomt. Zoals het matzwart maken van de binnenkant van de spatborden en het aanstippen met zilververf van de uiteinden van de bouten op bladveereinden. Ook het houtwerk van het interieur vraagt om veel meer aandacht. Met verschillende kleuren bruin heb ik daar een houtmotief nagemaakt, waar overheen een laagje blanke lak is gegaan. Het enkele kleurtje donkerbruin zoals Revell aangeeft is een aanfluiting, en al helemaal voor een model van een Rolls-Royce in 1/16.
Na het spuiten kan de afwerking van het model plaatsvinden, de chroomdelen en het glaswerk. En hier valt de passing in positieve zin op. Omdat de meeste onderdelen ietsje ruimer zijn dan de gaten waar ze in moeten, is het mogelijk om een aantal onderdelen (zoals lampglazen) klemvast te maken. Dan is een miniem beetje lijm voldoende voor een vaste verbinding. Alleen bij de wielen werkt dit niet. Die zitten op mijn model helaas muurvast, en dat zonder lijm……… Om dit te voorkomen moeten de onderdelen 120 (velgen achterzijde) wat ruimer gemaakt worden, de onderdelen 77 (de naafkappen) wat smaller gemaakt worden. Naar mijn idee zijn of de tapeinden op de assen, of de gaten op de naafkappen niet precies in het midden terechtgekomen. En omdat de naafkappen verchroomd zijn, heb ik voorzichtig geprobeerd de zaak los te maken, toen dat niet lukt heb ik het maar zo gelaten.
De passing van de delen die in de kofferbak moeten, zoals de complete gereedschapset, is ook slecht, onderdeel 160 moet rondom toch wat kleiner gemaakt worden voor een goede passing. Als je de kofferbak dichtlijmt, hoef je die moeite niet te doen. Voor de motorkap mag je ook kiezen, links of rechts openzetten, maar ik heb de motorkap dicht laten zitten. De Mercedes heeft namelijk echte scharnieren voor de motorkap en de deuren, maar deze Rolls moet het zonder stellen. Dus de deuren moeten ook vastgelijmd worden in open of gesloten toestand….
De motorkap kun je nog van het model afhalen, om de motor te laten zien, maar vast gelijmde deuren?
Hetzelfde geldt voor de cabrioletkap, die kan ook half open, of helemaal gesloten gemaakt worden. Voor de stevigheid van het geheel heb ik gekozen voor een gesloten kap, in een lichte zandkleur, en die afgelakt met een laagje zijdemat blanke lak. Na het verven van de knipperlichten en de achterlichten met doorzichtig oranje en rood van Tamiya (wat ook “vergeten” is in de bouwbeschrijving) kan het geheel afgebouwd worden. Omdat ik echter heb gekozen voor het zwart-rode schema, is het verfraaien van een aantal zaken zoals de sierlijsten op de motorkap en op de deuren met bare metal foil aan te bevelen.
Conclusie
Na een stevig aantal uren werken staat er een fraai model, dat door maar één fabrikant in deze schaal aangeboden wordt. De detaillering is redelijk, maar vergeet niet dat de mallen al een dikke 20 jaar oud zijn, en van origine niet van Hasegawa of Tamiya kwaliteit zijn.
De bouwbeschrijving mist een aantal noodzakelijke verfaanwijzingen, en één kleurenschema is ook wat simpeltjes, maar als je de stappen volgt kan er weinig fout gaan. Ook voor de minder gevorderde bouwer goed te volgen en goed te bouwen, met een goed resultaat.
Ook dit model kan door de bouwer zelf verder verfraaid of aangevuld worden, want in vergelijking met het origineel ontbreken er toch een aantal zaken, zoals de stangen waarmee de remmen bediend werden. Vergeleken met het andere model dat vroeger in deze serie zat, de Mercedes van 1929, komt deze Rolls Royce als mindere uit de bus. Dat is aan de ene kant jammer, maar aan de andere kant geen reden om dit model links te laten liggen.
Met dank aan Revell voor het beschikbaar stellen van het model!
Reviewer: Peter Neinhuis
Oorspronkelijk gepubliceerd in IPMS PIM juli 2003