revell-hunetr-32 

MODEL: Hawker Hunter FGA.9/Mk.58 
MERK: Revell nr. 04703   (ook in een Revell-Monogram doos uitgebracht)
SCHAAL: 1/32

PRIJS: Fl 69.95
SOORT: Spuitgiet
NIEUW MODEL: Ja, 1998, eindelijk!
GESCHIKT VOOR: gevorderden
AANTAL DELEN: 211 lichtgrijze onderdelen, verpakt in twee zakken, 11 heldere doorzichtige onderdelen, verpakt in een apart zakje. Het gietwerk is heel strak, scherp en vrij van flash.
AANTAL VERSIES: 4; 2 x RAF FGA.9: No. 208 squadron, Ground Attack Desert Group, Koeweit 1961 en No. 45 Squadron, Wittering UK 1976. Verder 2 x Zwitserse Mk. 58: "Patrouille de Suisse" team, vliegbasis Dübendorf 1991 en Fliegerstaffel 20, vliegbasis Mollis 1993

SCHAALNAUWKEURIGHEID: Uitstekend, nagenoeg op de mm
GELIJKENIS: Uitstekend (ZIE OOK NABRANDER HIERONDER...)

rev-04703

DETAILLERING: Mooie verzonken oppervlaktedetails, heel fijntjes. Alle paneellijnen zijn met de "Aeroguide" (zie "Documentatie") te traceren. En dan niet van foto naar model, maar andersom!. De cockpit is goed ingericht. Er zijn twee verschillende instrumentenpanelen: één voor de Engelse en één voor de Zwitserse versies. Bovendien worden om die reden verschillende schilderaanwijzingen voor de schietstoel gegeven. In de romp zit een volledige inlaattunnel, bestaande uit 7 onderdelen. De flaps en de remklep kunnen neergelaten worden gemonteerd. De flaps zijn voorzien van de uitsparing om vrij te blijven van de grote 230 gallon brandstoftanks onder de vleugels. In de vleugeltippen zitten doorzichtige navigatielichten. Het onderstel is mooi uitgevoerd. Alle intrekcylinders zijn aanwezig, net als alle stangetjes die de wieldeuren met de onderstelpoten verbinden. De banden zijn afgeplat. Naar de smaak van sommigen iets te veel, maar dat is met een stukje plasticcard zo verholpen. Verder is er een grote hoeveelheid antennes en sensoren voor met name de Zwitserse versies beschikbaar. Onder de vleugels kunnen de volgende zaken worden gehangen: voor de Engelse versies twee 100 gallon of twee  230 gallon tanks, en twee raketwerpers; voor de Zwitserse versies: twee 100 gallon tanks of twee 675 liter tanks, twee Maverick raketten en bijbehorende sensoren.

PASSING: Zeer goed. Zorgvuldig werken is echter wel vereist door de vele modeldelingen. Deze delingen lopen langs paneellijnen en maken in de toekomst andere versies van deze Hunter mogelijk, zie

"Opmerkingen".

BOUWBESCHRIJVING: Gebruikelijke goede Revell-kwaliteit. Op anderhalve pagina een overzicht van de onderdelen op alle 7 rekken, gevolgd door 64 duidelijke bouwstappen. In de bouwbeschrijving wordt duidelijk aangegeven welke onderdelen voor de Engelse en welke voor de Zwitserse versies nodig zijn.

SCHILDERINSTRUCTIES: Uitstekend, zeer uitgebreid. Op een pagina een overzicht van de benodigde Revell-kleuren, inclusief mengrecepten. Helaas geen aanduidingen van de originele verf met BSc- of FS-codes. Dat blijft jammer, maar helaas... Bij elke bouwfase worden de kleuren van de onderdelen met de bekende vlaggetjes aangegeven. Elk van de vier versies is weergegeven met een vier-aanzichtentekening op A4, voorzien van kleurenschema en plaatsing van de kentekens. Verder zijn er vier aparte pagina's ingeruimd voor het aanbrengen van de stencilling. Twee pagina's voor de Engelse kisten en twee voor de Zwitserse kisten. Hierbij is ook gedacht aan twee aanzichten van de brandstoftanks en vier aanzichten van de Maverick-raketten.

DECALS: Het wordt eentonig, maar die zijn ook al uitstekend. Een groot vel, goed gedrukt, de juiste kleuren en lekker veel stencilling.

AANBEVOLEN AANPASSINGEN: Tsja, eigenlijk alleen op het gebied van extra detaillering. Zo zit de intrekcylinder van de remklep niet buiten tegen de romp aan, maar ligt verzonken in een langwerpig bakje. Indien de "blast deflectors" van de kanonnen niet worden gemonteerd, kunnen de uitsparingen iets dieper worden gemaakt. Dan kunnen ook nog vier lopen worden gemaakt van buismateriaal. Het is ook leuk de kleine uitlaatjes onder- en bovenop de vleugelwortel, net achter de inlaten, open te maken. Door die uitlaatjes wordt lucht van achter de grenslaag-afsplitsplaten (onderdelen 28 en 29) afgevoerd. Het doorkijkje dat ontstaat is er in werkelijkheid ook. Er is meer werk voor degenen die niet op een F Mk.4 of Mk.6 kunnen wachten om een mooie Nederlandse Hunter te bouwen.

OPMERKINGEN: Samen met Maarten Schönfeld heb ik een keer een Hunter F Mk.4 in het museum op Soesterberg opgemeten, omdat diverse schaaltekeningen het niet eens waren over de maatvoering van met name de neussectie. Wel, de Revell Hunter blijkt nagenoeg exact overeen te komen met het origineel. Al eerder is genoemd dat de kit veel delingen heeft. Revell is zo verstandig geweest om alle belangrijke productiedelingen van het origineel ook bij de kit aan te brengen, zodat makkelijk andere varianten uit te brengen zijn. Zo kom ik tot het volgende lijstje van relevante delingen:
-Losse neussectie en "spine": nieuwe neussectie voor T.7 mogelijk;
-losse radome: afwijkend type voor Mk.3, 10 en 11. Mk.4/6 hebben dezelfde radome;
-losse uitlaatsectie: De FGA.9 heeft een remparachute. De Nederlandse Mk.6 en T.7 hebben geen remparachute maar wel dezelfde uitlaatdiameter, Mk.4 en eerder hebben een kleinere uitlaatdiameter en derhalve een andere uitlaatsectie;
-Losse zaagtand in de vleugelneus: Mk.4 en eerder hebben deze niet.  Zoveel delingen in een model is vragen om passingsmoeilijkheden, maar dat is bij dit model allemaal afwezig, op voorwaarde dat er zorgvuldig wordt gewerkt. Zo zou samenvoegen van rompsecties, inlaattunnel en vleugels een spannende exercitie kunnen worden. Dat wordt het niet, mits de handleiding exact wordt opgevolgd:
-klik de inlaattunnel aan de neussectie, niet lijmen!;
-lijm voor- en achtersectie van de romp aan elkaar, inlaattunnel nog steeds niet vastlijmen;
-lijm de vleugels aan de romp, ze vallen perfect in de daarvoor bedoelde uitsparingen, inlaattunnel nog steeds niet vastlijmen;
-duw met een stokje via de achterkant de inlaattunnel zover mogelijk naar voren en lijm de lippen vast met dun vloeibare lijm.  Het resultaat levert nauwelijks schuurwerk op. Als de rest ook zorgvuldig wordt gemonteerd, dan staat er vrij vlot een mooie Hunter op tafel. En bovendien één die recht uit de doos zal overtuigen. De superdetailleerders onder ons hebben een perfecte basis om zich uit te leven.  Degenen die een conversie willen uitvoeren moeten het volgende doen voor een Nederlandse F Mk.6:
-verwijderen van het remparachute-huis van de uitlaatsectie;
-de hap uit de flap ongedaan maken
-paneellijnen en details in de cockpit controleren en aanpassen.

Daar komt bij voor een F Mk.4:
-de uitlaatdiameter verkleinen;
-de zaagtand uit de vleugel verwijderen (rechte voorlijst).

DOCUMENTATIE: (verre van volledig!)
-Roger Chesneau, Aeroguide no. 9, "Hawker Hunter F Mk.6/T Mk.7", Linewrights Ltd, 1985
-Alan W. Hall, Warpaint series no. 8, "Hawker Hunter", Hall Park Books Ltd, 1998
-Glenn Ashley, "Hawker Hunter in action", Aircraft number 121, Squadron/Signal Publications, 1992
-J.L. Horsthuis, Vliegend in Nederland, deel 4: Hawker Hunter, Flash Aviation ISBN 90-71553-09-4


CONCLUSIE: Revell had de grote Hunter voor eind 1997 aangekondigd, maar de kit werd pas na de zomer van '98 uitgebracht. Het is duidelijk dat die tijd goed is benut voor het vervolmaken van de matrijzen. De Hunter van Revell is het lange wachten meer dan waard. Een uitstekende kit die veel waar voor zijn geld biedt. Nu maar hopen dat die F Mk. 4/6 en T.7 waarover wordt gefluisterd snel zullen komen!

Reviewer: Peter Booy , 1999

hunter-f6a-mdv

Kijk hier voor uitgebreide IPMS Hunter Walkarounds....

Enthousiastelingen kunnen hier op NedMil kijken voor meer Hunter info

Bouwverslag van ons IPMS lid Meindert de Vreeze [externe link] 


NABRANDER:

Nee, het gaat niet om de nabrander van de Hunter Mk. 3, het enige exemplaar dat er een had. Ja, het is een nabrander op de review van de 1/32 Hunter van Revell in de vorige PIM. Die heeft blijkbaar zoveel losgemaakt, dat een aantal mensen op het toetsenbord geklommen zijn. Hun verbeteringen en aanvullingen zijn hieronder te vinden.

Stores.
In de review had ik geschreven dat de Zwitserse kist kon worden uitgerust met twee “Maverick raketten en bijbehorende sensoren”. Die “bijbehorende sensoren” zijn geen sensoren maar Oerlikon launchers. Dit zijn lanceerrails voor een oude voorraad Oerlikon 80mm raketten, uit de tijd dat Zwitserland nog operationeel met Mustangs vloog. De Oerlikon launchers zijn nooit samen met de Mavericks gebruikt, omdat de zoekkoppen van laatstgenoemden niet goed tegen de vlammen van eerstgenoemden konden. Niet samen onder het model hangen dus!! Waarschijnlijk moet de cockpit nog worden uitgebreid met een launch paneeltje voor de Mavericks.

Kanonslopen
De “muzzle vents” op de kanonnen (delen 138-141) voor de Zwitserse versie zijn identiek aan die op KLu kisten, alleen moeten er sleufjes komen in de onderkant (ook voor de Zwitserse versie trouwens). Deze vents waren de zoveelste poging om motorproblemen door opgezogen rookgassen bij het vuren van de kanonnen tegen te gaan. Voor zover bekend waren ze redelijk effectief: het gas wordt door de
(missende) sleufjes naar beneden geblazen en dus weg van de inlaten. De hulsvangers onder de romp helpen ook mee het gas onder de romp langs af te voeren.

Motor-uitlaten en remparachute, ojee!
In de review heb ik een opsomming gegeven van de relevante delingen in de kit om verschillende varianten van de Hunter te kunnen maken. Hierbij werd ik terecht gewezen op een paar verkeerde opmerkingen t.a.v. de motoruitlaat. De uitlaatsectie van de F.6 en de T.7 hebben NIET dezelfde diameter, maar juist de F.4 en de T.7! De F.7 was namelijk als trainer gebaseerd op de F.4, met dezelfde motor.
Daarentegen heeft de T.7 WEL de remparachute boven de uitlaat (en de Nederlandse F.6 niet). Door het verschil in diameter is de uitlaatsectie van de FGA.9 helaas niet bruikbaar voor een T.7. Bent u er nog?

Roosters e.d.
Door het verschil in motortype van de F.4 en T.7 enerzijds en de F.6 en hoger anderzijds, verschillen de luchtroosters en -happers op de rug enigszins. Ook heeft de
F.6 een brandstof dump pijp achteraan onder de romp, welke bij de T.7, F.4 en ouder ontbreekt.

De zaagtand
De T.7 had de zaagtand aan de vleugelneus, net zoals de F.6. Bij de F.4's van de KLu is de zaagtand later trouwens ook aangebracht. Daardoor was alleen aan de registratie en aan het verschil in de uitlaat diameter zichtbaar dat het om een F.4 ging  en niet om een F.6 (alhoewel ik van sommige foto’s het idee kreeg dat ook de sterkere motor uit de F.6 soms werd ingebouwd)
Voor de ongeduldigen onder ons  Van Flightpath zijn er al conversiesets beschikbaar voor een F.4/5 en voor een F.6 inclusief o.a. een resin uitlaatdeel. Voor de rijke en/of luie bouwers zijn er van deze bron ook detailsets beschikbaar. 

Met dank aan Eric Verschuur en Maarten Schönfeld voor hun aanvullingen,
Peter Booy , 1999-2