rev-se5-04570
Revell SE.5A
MODEL: Royal aircraft factory SE.5a
MERK: Revell kit no. 04570
SCHAAL: 1/48


PRIJS: 8,95 Euro
SOORT: spuitgietmodel
NIEUW MODEL: nee, het is een heruitgave van de Monogram doos uit de zeventiger jaren.
GESCHIKT VOOR: beginners, als je de spandraden niet monteert. Anders is het voor gevorderden.
AANTAL ONDERDELEN: 29; in okerkleurig plastic.
AANTAL VERSIES: twee, met decals voor het toestel van de Engelse aas Mick Mannock en voor het 25th Aero squadron van de Amerikanen.
SCHAALNAUWKEURIGHEID: Revell geeft een spanwijdte op van 17,3 cm en een lengte van 13,9 cm (wat wel klopt!). Met 'echte' waarden van respectievelijk 8,10 m en 6,24 m had dit moeten zijn 16,9 en 13,2 cm. De schaal is dus eerder 1:47 dan 1:48, wat redelijk goed is.
GELIJKENIS: Goed; alleen het richtingsroer had 2 3 mm langer moeten zijn.
DETAILLERING: Goed op de oorspron-kelijke Monogram kit uit 1979 met fijne opliggende lijnen. Op deze heruitgave toch wel wat minder!
BOUWBESCHRIJVING: Zoals reeds vermeld, gaat het hier om een heruitgave van de oude Monogram doos. Nu had ik er nog ??n liggen uit 1979, zodat ik de twee kits naast elkaar kon leggen. Wat als eerste opvalt, is dat Revell de kit in een doos heeft gestopt, die 20% meer volume heeft dan de oude Monogram doos. Eerlijk gezegd had die Monogram doos uit 1979 al de helft kleiner kunnen zijn! Sorry Revell, jullie kunnen in jullie magazijn een hoop ruimte besparen als jullie dat willen! Verder valt de oude Monogram doos op door een illustratie op de bovenkant van een model gebouwd door een 'gemiddelde modelbouwer'; wat echter verre van fraai was (kennelijk mocht men het resultaat niet mooier weergeven dan het was!). De nieuwe Revell doos toont in ieder geval een mooi stukje artwork.
En dan nu het model, want daar gaat het om. Die oude Monogram kit had voor de gedeelten die met linnen waren bekleed een fijnge?tste structuur die vliegtuiglinnen perfect weergaf. Helaas is deze fijne structuur, kennelijk door de leeftijd van de mallen, toch wel wat verloren gegaan in de 'nieuwe' kit. Ook de overige onderdelen van de oude kit ogen veel 'scherper' met vrijwel geen flash. De Revell kit moet op diverse plaatsen toch echt wel voorzichtig worden bijgewerkt.
Revell geeft voor deze doos 'Niveau 3' aan, dus voor enigszins gevorderde bouwers, hoewel het aantal onderdelen slechts 29 bedraagt. De moeilijkheid zit 'm in de verspanning. Zonder de vele spandraden heb je deze SE.5a eigenlijk in een paar avonden in elkaar gezet. Met de draden in de CORRECTE positie, is het bouwen toch wel een stuk moeilijker, temeer daar de bouwbeschrijving van zowel de oude doos als de nieuwe hierover onduidelijk en niet geheel correct is. Squadron Signal heeft gelukkig een boekje over de SE.5a uitgebracht, maar detailtekeningen voor de verspanning van de  kabels staan hier helaas niet in. Nu had ik ooit zo'n 25 jaar geleden de SE.5a van de Shutlleworth Collection uitgebreid gefotografeerd tijdens een vliegshow op Old Warden in Engeland. Een duik in de oude negatievenmappen leverde al snel resultaat op. Ik heb voor het gemak vier van deze opnamen laten vergroten op 20 x 30 cm formaat. Het resultaat overtrof alle verwachtingen: de foto's leverden uitstekende details over de juiste plaats van alle spandraden. De verspanning wijkt wat af van de 'kruisdraad' constructie zoals gebruikelijk voor tweedekkers. Wat van de foto's opvalt, is dat de kabels die vanuit de romp naar de bovenvleugel gaan DUBBEL zijn uitgevoerd! De buitenste kabels gaan ca 10 ? 15 cm v??r de vleugelstijlen de bovenvleugel in. Verder loopt er tevens een dubbele set kabels naar rib no. 4 vanaf de rompstijlen. De achterste draden beginnen bij de romp/ondervleugel ten hoogte van de cockpit. Hier kun je tijdens het samenlijmen van romp en ondervleugel het best al 4 kabels meelijmen.
Revell levert voor de kabels een klosje nylongaren mee met een touwachtige kleur. Een duik in de naaidoos van mijn echtgenote leverde echter een klosje antracietkleurig garen op, dat v??l realistischer staalkabels nabootst, dus ik heb die maar gebruikt. De voorste dubbele kabelsets lopen vanaf de aanhechting van de (wat fragiele!) voorste wielpoot van het onderstel. Ook hier geldt: tijdens samenbouwen de draden aanleggen en NIET later, want dan kun je er niet meer bij!
De passing van de romphelften hield niet over, met een duidelijke kier ter hoogte van de middenromp, zodat hier lichtjes geplamuurd moest worden. De romphelften van de oude doos vielen naadloos op elkaar, dus kennelijk wreekt zich ook hier de leeftijd van de mallen. De bovenvleugel recht monteren bleek vrij lastig. Je kunt nog het beste de rompstijlen 11 en 12 eerst in de bovenvleugel lijmen en de vleugelstijlen 9 en 10 in de ondervleugel. Let op! Ook de passing in de vleugels is niet echt geweldig; pas na enig schuren en droogpassen gaat dit goed. Als je nu de bovenvleugel monteert, vallen de nokjes van deel 11 en 12 netjes in de rompgaten. De uiteinden van de vleugelstijlen 9 en 10 heb ik aan de bovenvleugel vastgezet met 10 secondenlijm, omdat bij gewoon lijmen met plastic cement de zaak niet goed op z'n plaats bleef. Verder raad ik aan om de cilinderkop/uitlaat aan beide kanten eerst te schilderen (gun metal en vervolgens de uitlaten drybrushen met roestbruin!) en pas te monteren als de romp geheel is afgeschilderd. Deze delen passen ook niet zo geweldig, zodat hier bij de romp wat voorzichtig vijlwerk nodig is. Het klinkt eentonig, maar bij de oude kit paste dit perfect! Niet vergeten: Revell geeft niet aan dat er kabels zijn voor het richtingsroer. Vergeet ze niet; ze gaan in de romp ter hoogte van de voorkant van het kielvlak. De SE.5A was verder uitgerust met een minuscuul rechthoekig smal voorruitje. Ook dit niet vergeten! In de bovenvleugel en staartvlakken moet je gaatjes boren (tijdens de bouw!) voor de kabels. U weet toch dat dit heel handig gaat met een 0.5 mm boortje in een vulpotloodhouder?? Mocht het wat moeilijkheden opleveren om de draden door de gaatjes te halen: even het uiteinde in 10 secondenlijm houden, lichtjes uitwrijven, laten uitharden en je steekt ze er met gemak door. Vervolgens aan de andere kant de draden met een klein beetje 10 secondenlijm 'vastzetten' en afknippen. Dan het gaatje geheel dichtgieten met dezelfde lijm en na uitharden voorzichtigjes vlakschuren.
De beschildering geeft Revell aan als khaki (mengsel van NATO olijfgroen en khakibruin) en 80% wit + 20% huidkleur voor de onderkant. Volgens de Squadron Signal publicatie werd hiervoor 'Khaki brown PC.10" (Protective Cover no.10) gebruikt, zijnde een mengsel van pigment oker en 'lamp black' of 'Carbon Black'; de rest was linnenkleurig. Xtra Color heeft beide kleuren kant en klaar in een potje als X22 RFC Green en X21 Doped natural Fabric. Ik heb de decals gebruikt voor de machine van de Engelse aas Mick Mannock. De Amerikaanse decals van het 25th Aero squadron zitten nu als een stukje toegevoegde waarde in de oude Monogram doos, want de oorspronkelijke decals toonden een totaal foute lichtblauwe kleur voor de WW.I U.S.A. roundels. In de kit zit ook nog een pilotenfiguur, die echter zo slecht is dat ik maar ??n advies kan geven: weggooien!
CONCLUSIE: Met wat geduld en na enig puzzelen over de juiste positie van de spandraden best een leuk model, vooral voor nog geen 9 Euro. De oude Monogram doos uit 1979 kostte mij destijds Fl 11.95, dus over 23 jaar is de prijs naar verhouding niet echt exorbitant gestegen!  Monogram had vroeger in dezelfde serie ook een 1/48 kit van de Fokker D.VII (en die heb ik ook nog liggen!), waarvan er hopelijk eveneens t.z.t een heruitgave komt,

Reviewer: Nico Braas

PIM 2002-4
Kijk ook op IPMS NL Nedmil website [IPMS leden]