MERK: Wingnut Wings
SCHAAL: 1/32
TYPE: Fokker D.VII (diverse dozen met verschillende uitvoeringen)
Doosnummers 32011 / 32027 / 32030 • Spuitgiet • Prijs tussen EUR 60 - 100 per doos
"In Fokker D.7 sind mittelmäßigen Piloten Asse zu machen." Een vaak gehoorde zin in Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Gedurende de korte inzet van de Fokker D.VII in april 1918 tot het einde van deze oorlog in november 1918, haalden de piloten in hun kisten (de D.VII's) grote aantallen geallieerde toestellen neer. Het toestel had alles wat een jachtvliegtuig moest bezitten: snel, kon hoog vliegen, was stabiel, gemakkelijk te vliegen, 'hing goed aan de propeller' en was voor die tijd zwaar bewapend met twee mitrailleurs. De meeste tegenstanders moesten het meestal met minder doen. Door de sterke motoren van Mercedes (200 pk) en BMW (230 pk) en zijn kwaliteiten was de D.VII gemakkelijk in staat van onder aan te vallen. De BMW motor leverde zijn hoge prestaties tot boven de 3 kilometer en had dan nog stevige reserves. Zo hebben de vliegers in de D.VII in het begin (april '18) aan het Westelijke front bij de inzet veel resultaten met deze wijze van aanvallen behaald. En later ook tegen de minder capabele toestellen die aan het Oostelijke front vochten.
Er zijn ongeveer 3200 D.VII's gebruikt in de laatste fase van de oorlog. Fokker (FOK) bouwde zo'n 1000 toestellen zelf. De overige toestellen werden bij Albatros gebouwd in Berlin-Johannisthal, aangeduid met de afkorting (Alb) en Scheidemühl (OAW) ook in Berlijn. De toestellen die gebouwd werden weken af in lengte en breedte en van vorm. De oorzaak was dat er bij Fokker geen tekeningen werden gemaakt. De kisten werden nagemaakt naar een toestel dat bij Fokker was gebouwd. Dus alles leek op elkaar, volgens de maten en vormen van het voorbeeld, die ook in de productieruimte stond. De bouwers moesten zelf de maten nemen en namen het niet zo nauw. (N.B. Onze F-16 jagers lijden ook soms aan die kwaal en daar waren wel tekeningen aanwezig. Bijvoorbeeld de cockpitkap, die niet op alle F-16’s passen!). Dus eigenlijk is dat geen nieuws. Bij de D.VII is dat goed te zien aan de neus van het toestel. De vorm van het plaatwerk van de romp en de vele openingen die in de platen van de neusbeplating werden gemaakt. Bij inlaten en andere openingen is goed te zien dat die vaak niet volgens ‘tekening’ zijn gemaakt. Ook zijn de maten van de toestellen niet gelijk. Maar het zijn toch allemaal D.VII’s.
Door het succes van de D.VII in WOI kwamen vele opdrachten binnen. Nog tijdens de oorlog heeft Oostenrijk-Hongarije een drietal orders getekend voor 640 jagers, waarvan er 255 bij Fokker werden gebouwd en de overige in licentie. Na WOI werden orders geplaatst door 14 landen, onder andere Argentinië, België, Sovjet Unie, Zweden, Zwitserland en de USA (Army Air Corps en de Marines). Het verhaal van de smokkeltrein van Fokker die met incomplete en complete toestellen naar Nederland kwam is bekend. Een groot aantal van die toestellen kwamen 1920 in dienst bij de LVA waar ze het tot 1938 hebben gevlogen (D.VII’s met de nrs. 250, 257, 259 en 259).
De Fokker D.VII is door Wingnut Wings uitgegeven in schaal 1/32 en wel in drie dozen, te weten: no. 32011 Fokker D.VII (Fok), 32027 Fokker D.VII (Alb) en 32030 Fokker D.VII (OAW). Alleen wijken de maten van deze modellen niet af. Maar dat is een zaak van Wingnut Wings. De dozen zijn vergeleken en hebben afwijkende onderdelen voor het individuele toestel.
De doos
Op de doos staat een afdruk van een schilderij (natuurlijk) in kleur en van een D.VII gebouwd door Fokker. Op de zijkant staat een deel van de geschiedenis van de Fokker D.VII. En op de andere zijde staan vijf afdrukken: van de jager, de naam van de piloot, de afdeling waar de kist was ingedeeld en de periode en de luchtoverwinningen van de piloot. Aan de andere zijde staan vijf kleurafbeeldingen van kisten die de bouwer kan bouwen. Mooie voorbeelden in felle kleuren en soms met grote namen van de piloot. Onderdelen in de doos De onderdelen zijn erg goed gevormd en met mooi dun gieten plaatwerk, hulde! Fijn gegoten onderdelen in tien, in plastic verpakte, gietramen waarvan twee doorzichtig en een metalen rekje voor de mitrailleurs en de riemen. De riemen van metaal zijn heel fijn geëtst. De Spandau mitrailleurs worden gemaakt van een plastic kern en de luchtkoeling van messing. Je kunt het geheel afwerken (schuren) en dan schilderen. Maar een Spandau met metalen koeling is natuurlijk een kans voor de liefhebbers om een prachtig wapen te maken. In alle drie dozen zie je dezelfde inhoud aan plastic en messing. In de handleiding wordt met een kleur aangegeven welke onderdelen voor de Fok-, Alb- of OAW-versie moeten worden gebruikt. De handleiding bestaat uit 30 pagina’s in kleur. Met pictogrammen wordt de handeling aangegeven en met een verwijzing naar het te bouwen model, het verfoverzicht. In het schema geeft men de kleuren aan van Tamiya, Humbrol en Minsterkit, een Engelse verfmerk. Zie hun site (modelskills.co.uk/23-misterkit-paint). Minder geslaagd vind ik dat er bij Tamiya en Humbrol een aantal mengkleuren moeten worden gemaakt. Die mengkleuren zijn natuurlijk te maken, maar bij al de verkrijgbare potjes of flesjes heb je vast wel de juiste kleur. Ook wordt duidelijk aangegeven welke onderdelen niet bij het toestel worden gebruikt. En met pijlen wordt verwezen (grote groene pijlen met duidelijke verwijzen A, B, C, D of E) naar het toestel dat je bouwt. Bij elke keuze komen die pijlen terug. De te gebruiken decals worden aangegeven als boven. Wat je niet gebruikt wordt blauw gekleurd.
Verf
De verf en het verven zijn goed aangegeven. Dat doen ze met druppels (in kleur) en een letter , die weer verwijst naar het kleurenschema. Helaas wordt ook weer het mengen met verhoudingen voor 6 kleuren aangegeven. Waardeloos, vergelijk je eigen verf en dan kom je ook in de buurt van de kleur. Heb je een goede foto, dan kan die helpen.
Kabels
De modellen zijn groot en dan is het plaatsen van kabels voor de cockpit (ze worden goed aangegeven op de tekeningen) niet moeilijk. Bij het toestel worden ook kabels voor de besturing gespannen. Denk wel aan de dikte van de kabels, deze moeten niet dikker dan 1,5 mm zijn. Dan heb je de juiste dikte.
Decals
Maak een keuze uit veelal 5 (!) mogelijkheden per kit om een mooie Fokker te bouwen. Wil je nog meer mogelijkheden, maak dan een keuze uit een aparte verkrijgbare set decalbladen (voor EUR 10 - 15 per set) met combinatie lozenge en decals. De kwaliteit moet scherp gedrukt zijn en geen plakranden.
Conclusie
Door de inhoud van deze dozen ben je in staat zijn om fraaie WOI toestellen te bouwen in 1/32. Het kunnen mooie modellen worden die een speciale plek in jouw vitrine verdienen. Met dank aan Wingnut Wings uit Nieuw Zeeland voor het beschikbaar stellen van deze bouwdozen aan de IPMS Nederland en aparte decalbladen.
REVIEWER: Peter Banis
Gepubliceerd / Published in IPMS NEDERLAND MIP magazine 2013-5.
Op deze IPMS Nederland website staat maar een beperkt deel van onze recensies. In het clubblad MIP staan alle recensies! Wordt dus vooral IPMS lid om ons mooie blad te ontvangen!