ACE 1/72 AMX VCI
(AMX-13 PRI, PRAT, ambulance, commando, vracht etc. Koninklijke Landmacht)
schaal: 1/72
"eerste indruk"
De AMX-PRI in Nederlandse dienst
De Koninklijke Landmacht bracht vanaf het begin van de jaren zestig ingrijpende wijzigingen aan in de uitrusting van manoeuvre-eenheden. De wens om de manschappen in pantservoertuigen onder te brengen hield verband met de opvattingen over oorlogvoering in Noordwest Europa. In een confrontatie met het Warschaupact werd rekening gehouden met de inzet van nucleaire of chemische wapens. Dit vereiste een betere bescherming van de grondtroepen, mede door de inzet van pantservoertuigen. Bijkomend voordeel was extra mobiliteit. In de context van het Nederlandse leger betekende "gemechaniseerd" verplaatsbaar door middel van een gepantserd rupsvoertuig en "gemotoriseerd" hetzelfde, maar dan in een gepantserd voertuig. Als gevolg van de standaardisering en mechanisering schafte de Koninklijke Landmacht in 1961 voor haar gemechaniseerde eenheden de AMX-PRI aan of voluit: Gevechtsvoertuig, Pantser, Rups, Infanterie: type 2D, (AMX-PRI). Als commandovoertuig werd de AMX-PRICO ingezet. De gemotoriseerde eenheden kregen de Nederlandse DAF YP-408. In tegenstelling tot de Belgische versie had de PRI een torenaffuit met .50-mitrailleur die elektrisch en mechanisch van onder pantser bediend kon worden. Vanaf 1963 werden in totaal 345 stuks aangeschaft.
Deze voertuigen werden vooral ingezet bij de pantserinfanterie, zij moesten in nauwe samenwerking met tanks aan het beweeglijk gevecht deelnemen. Bij voorkeur voerde de infanterie het gevecht vanuit het voertuig dat bescherming bood en mobiliteit opleverde. De AMX-PRI had als voordeel dat er al rijdend vanuit het voertuig gevuurd kon worden al was dit in de praktijk niet erg nauwkeurig. De volgende zes pantserinfanteriebataljons kregen de AMX-PRI: 41 Painfbat Stoottroepen, 47 Painfbat Menno van Coehoorn, 16 en 42 Painfbat Limburgse jagers, 17 Painfbat Chassé en 14 Painfbat. Het 103 verkenningsbataljon (Huzaren van Boreel) in Seedorf had de AMX-PRI ook korte tijd in gebruik voor haar tirailleurgroepen als overbrugging tussen de M3 halftracks en de M113A1. Een gemechaniseerd pantserinfanteriepeloton bestond in 1969 uit 39 man, te weten één officier, vier onderofficieren en 34 korporaals en manschappen verdeeld over vier AMX-PRI voertuigen.
De AMX-PRI stond bekend als 'zorgenkindje'. Het benzineverbruik, het vele onderhoud maar vooral de vele mankementen (o.a. aan de droge plaatkoppeling) maakten het voertuig tot een dag- én nachttaak voor de monteurs.
Een aantal werd later omgebouwd tot mortiertrekker (67) en tankjager met het TOW antitankwapen (circa 26). De Koninklijke Landmacht beschikte naast de AMX-PRI over nog twee andere modellen uit de AMX-reeks, namelijk de lichte tank AMX 13 en ook de lichte 105mm-houwitser AMX PRA. In 1978 werd de AMX-PRI vervangen door de YPR-765.
Afgeleide typen
PRBRG: bergingsvoertuig voorzien van een blad aan de voorkant voor grondwerkzaamheden zoals het verwijderen van obstakels of het maken van geschutsopstellingen. Tevens voorzien van een hefboom, zogenaamde A-frame, die aan de voorzijde was geplaatst. Als deze niet werd gebruikt, lag hij over de tank heen naar achteren. Ten slotte was er nog een lier met een trekkracht van 4,5 ton en een kabel met een lengte van 63 meter. Er was verder ruimte voor de opslag van noodzakelijk materieel die bij de berging een rol kon spelen. Het gewicht bedroeg 17,8 ton en telde een bemanning van 10 man, waaronder een commandant, een chauffeur, een schutter en zeven soldaten.
PRCO (= AMX-PRI-C): commandovoertuig: in principe een gewone AMX-PRI met ruimte voor zes à acht militairen, afhankelijk van de situatie. De middelste banken (rug aan rug in de lengte van het AMX-PRI voertuig) was vervangen door tafelbladen voor kaarten en dergelijke en er waren extra communicatiemiddelen.
PRGWT voor gewondentransport: ambulance voor het vervoer van gewonden. Het voertuig telde een bemanning van vier personen, waaronder een chauffeur, arts en twee ziekenverzorgers. Er konden maximaal drie liggende en vier zittende passagiers worden vervoerd. Het voertuig had geen bewapening.
PRVR: vracht, geschikt om tot drie ton goederen mee te voeren.
PRMR: trekker voor de 120mm Brandt Rayé mortier
PRAT: antitankwapen (TOW)
Het ACE model op 1/72
Het model is van dezelfde kwaliteit als de AMX Mk.61 (PRA) van ACE (zie eerste indruk hier...). Vier spuitgietframes, rubberen rupsbanden en 2 foto-ete setjes. De onderdelen zijn voor een 1/72 model netjes uitgevoerd en kennen veel details. Ik ben geen uitwerpmarkeringen op irritante plekken tegengekomen. Er is zeker flash maar het is een heruitgave en de mallen zijn wat ouder. Op de wat kleinere onderdelen is het in deze schaal wel wat moeilijker om het weg te krijgen. Zeker met mijn oude ogen en dikke vingers. De rupsbanden zijn helaas van rubber/vinyl. Het is niet anders maar ze komen redelijk overeen met de werkelijkheid.
De Franse versie die hier in principe wordt gepresenteerd biedt de mogelijkheid om de M56 CAFL 38 toren of de S470 Tourelle toren met .50 mitrailleur te bouwen. Er heeft een testmodel met de CAFL toren bij de Landmacht rondgereden, maar uiteindelijk heeft de Landmacht alleen de Tourelle toren gehad.
Om de Koninklijke Landmacht versie te bouwen zijn er minder aanpassingen nodig dan bij de PRA. De spanwielen hebben geen ronde gaten maar een soort van spijlen. Simpel, het betreffende spuitgietframe wordt voor alle AMX versies gebruikt. Op deze schaal wel een beetje een klusje. Het kan zijn dat de munitietoevoer naar de .50 mitrailleur niet klopt met de Nederlandse versie, hij heeft een wat aparte bocht, maar ik ben hier niet zeker van. Bij de bouw nog maar eens goed kijken. Volgens mij, maar ik ben zeker geen expert, alleen maar een zij-instromer, naar aanleiding van de foto’s in mijn archief zijn er geen verdere kenmerkende verschillen. Vergeet de antenne(s) niet. Ik maak deze opmerking bewust omdat ik die op foto’s op verschillende plaatsen ben tegengekomen en zelfs op 2 plaatsen! Ook is er een kabel op verschillende foto’s zichtbaar, die zul je ook zelf moeten maken want die zit er niet bij.
De PRAT met TOW is moeilijker, die zal je helemaal zelf van scratch moeten bouwen of wellicht 3D printen?
Volgens mij missen de commando-, vracht- en gewondentransport uitvoering alleen de mitrailleur met bevestiging en bestaat het verschil alleen maar in de inrichting binnen.
De bouwbeschrijving is in het groen gedrukt. Voor mij oogt dat een beetje eng en afwijkend van het normale in zwart wit of zelfs in kleur. Hij kent wat kleine zijstappen maar laat in een aantal aangezichten zien waar alle onderdelen moeten komen. Voor mij komt het chaotisch over en ik heb goed moeten zoeken naar onderdelen die ik wilde weten. De bouw zal het moeten uitwijzen.
Een klein decalvelletje maakt het geheel compleet. Voor de Nederlandse uitvoering is het minimale aanwezig, kentekens, Nederlandse vlagen en een tonnage-aanduiding. Geen tactische kentekens.
Conclusie
Een prima model voor de schaal 1/72. Voor de Landmacht zijn er wat kleine aanpassingen nodig volgens mijn bescheiden mening. Onderzoek doen en de beschikbare foto’s goed bekijken. Decals zien er beter uit dan in eerste instantie bij de presentatie van het model werd getoond, hier had ik mijn bedenkingen bij het geel van de kentekens. Ik zie geen verschuivingen in de kleuren. Wellicht wat dik, maar daar moet Microsol uitkomst bieden.
Voor zover ik weet op dit moment het enige spuitgietmodel in deze schaal in de markt dus voor een KL-verzameling min of meer een must en de mogelijkheid om alle KL versies te bouwen.
Met dank aan ACE voor het beschikbaar stellen van het model.
Reviewer: Fred Bachofner
TIP: bekijk ook de AMX foto's op de IPMS site hier....
deze eerste indruk werd op de IPMS.NL website gepubliceerd 22 december 2021