3.17 Figuren detailleren

Bij het veranderen en detailleren van figuren in model wordt veel gebruik gemaakt van plamuur. Gebruik echter wel een plamuursoort die het plastic niet aantast, zoals Milliput of DAS boetseerklei [2.4]. Figuren zonder kleren vormen vaak de beste basis voor conversies. Het is een kwestie van geduldig plamuren en het goed bestuderen van de houding. Zaag de ledematen op de juiste plaats (bij gewrichten, taille en dergelijke) door. Voeg een stukje wigvormig plasticcard toe voor een uiterste stand, of verwijder juist een wigvormig stukje. Bijvijlen en afwerken met plamuur.
romein

Het plastic gedeelte van figuren kan voorzichtig bijgewerkt worden met een fijn freesje in een miniboormachine [8.6]. Zorg dat het plastic niet te heet wordt, werk dus rustig. Bekijk goed foto's. Om te voorkomen dat bij dun plastic een gat onstaat, kan de binnenkant van de figuur eerst wordt gevuld met DAS boetseerklei of Milliput. De klei wordt na afloop gefixeerd met een dikke laag vernis. Na het schilderen is er dan geen verschil te zien.

Vinyl onderdelen van figuren kun je moeilijk bijwerken. Heel voorzichtig in heet water wat warmer maken en dan met een scherp mesje bijwerken!

 3.17.1 Kleding van figuren

Voor kleding kan goed gewone tissue gebruikt worden. Begin onderaan met werken. Over de kleding heen dunne lagen van sterk verdunde plamuur aanbrengen. Gebruik zo weinig mogelijk plamuur. Plamuur is te verdunnen met cellulose verdunner. Wees hier voorzichtig mee (dampen zijn schadelijk en brandbaar, dus niet roken en goed ventileren !). Losse mouwen of broekspijpen kunnen gemaakt worden door het tissue eerst om een rond staafje te wikkelen. Daarna voorzichtig aanbrengen. Vloeibaar plastic [2.4.9] is ook zeer bruikbaar bij figurenbouw. Baarden en haar kunnen ook van dun card gemaakt worden voorzien van dunne laagjes plamuur. Inkrassen. Rangonderscheidingstekens zijn te maken uit plasticcard.