Het belangrijkste bij schilderen is ervaring. Dan worden de mooiste resultaten bereikt , dus dat betekent gewoon: veel doen en oefenen! Helaas gaat ervaring weer verloren als er niet regelmatig geschilderd wordt. Het is moeilijk specifieke aanwijzingen te geven, wel enige tips.  

 4.9.1 Penselen, kwasten en trekpen

Gebruik een goede kwaliteit kwast en penseel. Gebruik de juiste kwast of penseel voor het juiste werk: oppervlakken met een kwast bv. nr 5, detailwerk met 000 tot 1.

Er is een enorm kwaliteitsverschil in kwasten, wat investeren in een duurdere kwast loont mits ze daarna weer goed wordt schoongemaakt (zie 4.9.7).

Voor het trekken van letters met een zgn. paintbrushletterzetter of biezentrekker (penseel met hele lange haren) gebruikt worden.

Lange rechte lijnen kunnen getrokken worden langs een lineaal met een trekpen. Afplakken is niet nodig! De trekpen eerst vullen met dunne verf in de gewenste kleur, zeg 1 cm vol tussen de twee uiteinden. Dan de stelschroef iet wat aandraaien, vervolgens direct het oppervlak met beide punten aanraken en dan de lijn trekken. Meer nodig? Schroef iets uitdraaen, dan pen weer vullen met verf en weer op dezelfde manier volgende stuk doen.

trekpen

trekpen 2

 

 4.9.2 Verf roeren

Roer de verf altijd goed door (5 minuten). Gebruik hiervoor bij voorkeur houten stokjes, bijvoorbeeld de houtjes om koffie te roeren of uit ijslollies. Geen plastic gebruiken, dit kan oplossen en de verf verknoeien. De meeste matte verf is makkelijker te roeren als het blikje tevoren even stevig wordt geschud, sommige verf kan hier niet tegen (bv Tamiya Acryl !).
Bij matte verf die lang heeft gestaan eerst de pigmentlaag losroeren, dan blikje goed sluiten en stevig schudden en daarna nogmaals goed roeren.
Bewaar de roerstokjes na gebruik (schrijf het nummer van de verf op de achterkant van het stokje). De gebruikte stokjes zijn ook makkelijk om verfkleuren te vergelijken en als referentie later.

 4.9.3 Verfpotjes schoonhouden

Maak er een gewoonte van om dopjes, dekseltjes en sluitrandjes na het openen van een verfpotje direct schoon te vegen. Voor alle verf geldt dat de oplosmiddelen verdampen zolang het aan lucht blootgesteld wordt. Giet dus bij voorkeur na het roeren een beetje verf over in een bakje of spuitbeker en sluit het potje daarna weer af. Het afgesloten potje even ondersteboven houden, zodat de verf in eventuele randjes rond de deksel kan kruipen, dit voorkomt uitdrogen. Een kommetje van aluminiumfolie in een dop gedrukt kan ook dienst doen om de verf tijdens het schilderen in te doen, te mengen en te verdunnen. Dit kan bij onderbrekingen worden dichtgevouwen. Om de penseel tijdens het schilderen uit te spoelen (om indrogen te voorkomen!) is een klein bakje met schone peut of verdunner nodig.

 4.9.4 Verfpotjes bewaren

Om verf lang te kunnen bewaren moeten potjes en blikjes luchtdicht afgesloten worden. Rond de afdichting kan gesmolten kaarsvet worden aangebracht. Houd een brandende kaars boven de rand van het potje en laat het kaarsvet om de rand druppelen. Denk om het brandgevaar bij dit werkje: zorg dat er geen lijm of verfverdunner open in de buurt is. Bij glazen potjes geen waxine gebruiken want dit hecht niet goed op glas. Bedenk dat verfpotjes alleen lang te bewaren zijn als ze minstens half vol zijn, anders zit er voldoende lucht in het potje om de verf te laten indrogen.
Van een aantal soorten metaalverf (zoals Humbrol MetalCote, Gunze Sangyo Mr MetalColor) verdampen de oplosmiddelen zo snel dat langdurig bewaren vrijwel niet mogelijk is.

 4.9.5 Camouflage hulplijnen

Bij het schilderen van camouflage is een schema rondom nodig. Deze kan aan de hand van foto's zelf gemaakt worden. Teken het model van alle kanten na. Doe dit schematisch en breng alleen die details aan die houvast bieden bij de verdeling van de kleuren. Met overtrekpapier een zijaanzicht van de bouwbeschrijving overnemen kan ook, papier omdraaien geeft de andere kant. Arceer nu met potlood de verschillende kleuren in de schema's.

Bij ingewikkelde camouflagepatronen kunnen dunne lijntjes getrokken met een hard potlood (HB of H) op het model helpen bij het bepalen van de contouren. Pas op met zachte potloden, de lijnen kunnen dan door de verf heen zichtbaar worden.

 4.9.6 Schilderen

Maak altijd eerst het model oppervlak vetvrij voor met schilderen wordt begonnen. Er zit altijd wel wat vuil, los olie van de mal, vet van vingerafdrukken en dergelijke op. Vetvrij maken gaat het beste met een sopje met wat afwasmiddel erin en een kwastje. Gebruik eventueel wat afwashandschoenen om weer die vingerafdrukken te voorkomen. Laat goed drogen (en niet droogmaken met een stoffige doek!)

Begin bij overlappend schilderwerk altijd met de lichtste kleuren. Een grondlaag (wit of lichtgrijs) levert vaak een beter resultaat op, vooral over geplamuurde delen. Begin op een hoek van het model en werk zo de eerste kleur af. Als je een stuk geschilderd hebt, ga er dan na een tijd niet nog een keer overheen met de kwast, dat geeft alleen maar strepen. Verwacht niet dat alles bij schilderen in een keer dekt. Een aantal dunne lagen is beter. Tussen een verflaag door altijd minstens 24 uur laten drogen! Voor het aanbrengen van de volgende laag kan heel licht opschuren met polijstpapier soms een nog mooier effect geven .
 

 4.9.7 Penselen schoonmaken

Maak penselen direct na gebruik goed schoon. Verfresten afvegen aan stukje (keuken)papier, uitspoelen in peut (of ruitensproeier vloeistof gevolgd door water voor acryl verf) , afdrogen aan keukenpapier, uitwassen onder de kraan met een beetje zeep en goed naspoelen en voorzichtig afdrogen. Bescherm penselen eventueel met een kokertje (bijv. een stukje isolatiemantel van telefoondraad). Er is ook speciale cleaner vaak te koop, maar meestal is er een goedkoper alternatief (peut, water etc.). brushcleaner
Zet dit kokertje voorzichtig op het penseel als de haren nog wat nat zijn, zodat ze niet om kunnen vouwen. Uitstekende haren van penselen en kwasten afknippen. De haren nooit uit de kwast trekken.

 4.9.8 Kwastenpot

Om kwasten schoon te maken wordt vaak een grote pot gebruikt. Hierin zit dan een flinke hoeveelheid peut of thinner. Daar drijven al gauw verfresten in en daar wordt een kwast niet schoner van. Maak even boven de bodem een roostertje van vliegengaas of van een aluminium wegwerpbakje waarin gaatjes zijn geprikt. Kwasten kunnen nu schoongemaakt worden door ze over het gaas te strijken en de verfdeeltjes zakken naar de bodem onder het gaas. Bedenk tenslotte dat thinner en verfresten tot het klein chemisch afval behoren.

 4.9.9 Droogtijd

Laat verf altijd goed drogen, dus 24 uur voor matte enamel verf en 48 uur voor enamel glansverf is het minimum. Acrylverf droogt veel sneller, vaak binnen een half uur. Denk om een stofvrije ruimte (bijvoorbeeld vitrinekast, geen kartonnen doos!).