• Gras kan worden gemaakt met fijn grasstrooisel uit de spoorwegmodelbouw. Gebruik een graszachte tint en bevestig het strooisel met verdunde houtlijm. Breng het strooisel eerst aan. Neem een oude plantenspuit, en doe hierin een oplossing van water en houtlijm. Daarna het gras met de plantenspuit besproeien.
  • Grote graspollen kunnen gemaakt worden van henneptouw. Maak een goed bundeltje en plak dat aan de onderzijde vast met plakband zodat het bij elkaar blijft. Stop dit bundeltje in de grond van het diorama als deze nog nat is.
  • Bomen en struiken kunnen worden gemaakt van takjes, ijslands mos en dergelijke. Let erop dat het schaalgetrouw overkomt en niet te grof. In veel gevallen moet vegetatie getint worden met sterk verdunde bruin/groene verf. Dit geeft een veel betere indruk. Koop liever geen kant en klare bomen uit de spoorwegmodelbouw, want deze zijn vaak veel te fel van kleur en te klein.
  • Heggen kunnen gemaakt worden met foam en strooisel. Heggen staan meestal op een ophoging.
  • Loofbomen op schaal 1/35 kunnen als volgt gemaakt worden: de stam maakt men door in elkaar gedraaid ijzerdraad met modelleerpasta te besmeren en hierin motieven aan te brengen. Men moet er opletten dat aan de bovenzijde van de stam nog ijzerdraad uitsteekt, zodat hierop ijslandsmos kan worden aangebracht. Let erop dat het ijzerdraad niet meer zichtbaar is. Verf het mosgroen. Als de verf droog is, het mos met zwak verdunde houtlijm insmeren. Direct hierna het ingesmeerde gedeelte bestrooien met zeer kleine stukjes schuimrubber (wordt ook gebruikt bij modelspoorbouw). Is het mos nog zichtbaar dan weer met houtlijm insmeren en weer met schuimrubber bestrooien. Herhalen totdat het mos onzichtbaar is. Als alles droog is het schuimrubber spuiten. Vervolgens drybrushen met geel en diverse kleuren groen.
  • Losse takken met bladeren, bijvoorbeeld voor camouflage, kunnen nagebootst worden met heidetakjes. Natuurlijk materiaal kan vaak goed gehouden worden door dit direct te dompelen in glycerine.