Vaak moeten gaten worden geboord voor het maken van ramen, inlaten, versterkingen en dergelijke.

Een potloodhouder voor grafietstiften is bruikbaar als eenvoudig houder voor het boortje, bruikbaar bij boortjes met een dikkere schacht. Hierdoor kan er ook uit de losse hand met gewerkt worden met een potloodhouder (engels: pin-vice) en is een goede en voordelige keuze. Door deze te draaien boor je het gaatje, wat heel goed gecontroleerd dan kan. Deze techniek is dus heel handig voor het fijnere werk voor boren in zacht plastic.

Kleine boortjes zijn er in twee soorten, spiraalvormig en bladvormig, met diameters van 0.2-3.6 mm. Bladvormige boortjes zijn moeilijk te krijgen, maar zitten soms bij sets. Bladvormige boortjes voeren het materiaal minder goed af, maar daar staat tegenover dat ze minder warm worden, minder snel breken en dus goed voor plastic geschikt zijn.

minibppr

Miniboortjes zijn er te koop in de handel, maar deze kunnen ook zelf gemaakt worden.
Voor nauwkeurig werk is een laag toerental belangrijk.

 8.6.1 De zelf gemaakte miniboor

Een boormachine is zelf te maken van een electromotor uit een dump telmachineloopwerk (bv. EPSON). De motor is vaak verkrijgbaar bij de electronica dumpzaak, en loopt op circa 12-16 volt. Belangrijk is dat de motor een veelpolig anker heeft voor een gelijkmatige en krachtige loop. (het aantal polen is gelijk aan de helft van het aantal voelbare stootjes als de as met de hand rondgedraaid wordt). Zo'n motor is vaak veel sterker dan de te koop zijnde boormachines. De motor wordt aangesloten op een treintrafo, op een goedkope dumptrafo of op een acculader. Het toerental is eenvoudig met het voltage te regelen. Een schakelaar maakt het geheel compleet.

Als miniatuur boorkop kan bijvoorbeeld de Korfix No-10014 gebruikt worden, welke te koop is bij de betere fijnmechanische ijzerwarenzaak.

 8.6.2 Vastgelopen boortjes

Bij het gebruik van een miniboor kan het plastic tijdens het boren smelten, hierbij kan het boortje in het plastic vastlopen. Vastgelopen boortjes zijn te verwijderen door de boormachine los te koppelen en daarna de schacht van het boortje voorzichtig te verwarmen. Eenmaal warm is het boortje eenvoudig los te trekken (pas op, warm ! Gebruik een tangetje of pincet). Dit scheelt veel gebroken boortjes en beschadigt het model niet verder.

 8.6.3 Herstellen van gaatjes

Zelfgeboorde gaatjes die net niet op de juiste plaats terecht gekomen zijn, zijn het beste te dichten met een stukje streched sprue. Gebruik sprue van het zelfde plastic als van het onderdeel. Rek het sprue uit tot het midden net iets dunner is dan het gaatje en snijd het midden door. Steek nu een van de dunne eindjes in het gaatje en schuif het door tot het klem zit. Dan vastlijmen met niet aggresieve vloeibare lijm. Na uitharden van de verbinding kan het sprue aan weerszijden van het onderdeel afgesneden worden. Nu kan een nieuwe boorpoging worden ondernomen. De boor zal nu niet uitschieten, omdat het gaatje materiaal van dezelfde hardheid bevat.