Nu de regio-avonden zijn stilgelegd, houden we in de IPMS regio Zuid-Holland contact met elkaar via een webpagina, waar iedereen kleine updates van zijn modelbouwavonturen kan posten. Dit is het gedeelte dat in de maand juni is gepost: 17 bijdragen met 40 foto's.
1 juni 2020
Frans Verkruissen: "In mijn jeugd (ongeveer 1963) had ik de 'Green Hornet' showrod van Monogram gebouwd. In de loop van de tijd brak er telkens weer wat van af en ging verloren. Na een val verdween hij uiteindelijk in de vuilnisbak. Groot was de verrassing toen ik een paar jaar geleden de heruitgave van de Green Hornet voor mijn verjaardag kreeg. Nu heb ik hem opnieuw gebouwd, recht uit de doos. Het enige verschil met het oude model is dat de banden van plastic zijn in plaats van rubber. Waar ik niet blij van werd was de kwaliteit van het chroom: bij een lichte aanraking was er meteen een waas op te zien. Dus al het chroom (het halve model) is van een laag Humbrol Clear vernis voorzien. Verder bouwde het model lekker weg. Ik heb wel de spatborden vastgelijmd; die zouden er af te halen zijn maar ik kon mij nog herinneren dat dit niet goed bleef zitten. Het model is geschilderd met Humbrol enamel, de banden met Revell Aqua Color antraciet. Al met al een leuk stukje jeugdsentiment."
1 juni 2020
Ted Botter: "Vorig jaar heb ik de 1/35 'Schwere Platformwagen SSyms 80' van Trumpeter gekocht, want ik moet mijn SdKfz 184 Ferdinand ergens op kwijt. Helaas moest er zoveel aan worden gezaagd, vervangen, etcetera, dat het ding me mateloos begon te irriteren. Na enige tijd het internet te hebben afgestruind voor een alternatief vond ik 'Sabremodels' uit China. Nooit van gehoord, maar de website zag er hoopgevend uit. Snel besteld en nog sneller ontvangen: binnen twee weken uit China, hoe is het mogelijk! De doos was een feest om uit te pakken, wat een prachtig bouwpakket, plastic, bouwbeschrijving, etcetera, het leek wel AutoCad. Momenteel ben ik bezig met de aanleg van een Hildebrand-Knorr remsysteem, met de basisonderdelen van LZ Models en de verzameling messing buisjes en staf van Albion."
1 juni 2020
Reinhold Bogaard: "De Mustang funny car vordert in kleine stapjes, nu ik in het scratchbouw stadium ben aangeland. Het is telkens weer passen en meten."
6 juni 2020
Patrick Verschut: "De Aeroclub 1:72 Miles M.38 Messenger is een modelletje in de categorie kleinere vliegtuigen: de lengte is nog geen 10 cm. De Messenger werd van 1942 tot 1948 gebouwd op verzoek van het Engelse leger dat een vliegende observatiepost, verbindingstoestel en een VIP-transport zocht. Er is een exemplaar geweest dat voor veldmaarschalk Montgomery is gebruikt. Wil je een Messenger bouwen dan ben je aangewezen op een duur spuitgietmodel van Pavla van begin deze eeuw of een koopje in vacform van Aeroclub uit de jaren tachtig. Je raadt het al, dit is de vacform. En met de nodige uitdagingen. Een grootste uitdaging bij dit toestel zit in de aansluiting van de romp met de vleugels. Die is dramatisch slecht en behoeft hele flinke opvulling met Milliput-plamuur en vervolgens heel veel schuurwerk. Daarnaast was het uitschuren van de dunne en kleine kielvlakken/richtingsroeren wel een 'dingetje'. Een setje ervan is tijdens het bewerken spontaan weggevlogen, waarna er niets anders restte dan eentje scratchen uit een plaatje plastic. Leuke bijkomstigheid bij deze kit was wel dat de wielpoten, wielen en propeller in witmetaal werden bijgeleverd. Dat scheelt weer uitschuren. Het geheel is gespoten met Humbrol."
9 juni 2020
Reinhold Bogaard: "Ik ben inmiddels bij de achterwielophanging voor de Jungle Jim Camaro Z28 funnycar aanbeland. Vaak vermeldt een modelbouwdoos een minimum leeftijd of een 'skill level'. Bij deze bedrieglijk simpele kit zijn ze vergeten te vermelden dat je ook moet kunnen toveren. Enfin, ik heb de mal (in bruin plastic) maar weer wat verder uitgebreid om de variabelen qua beweging onder controle te krijgen."
11 juni 2020
Rob de Bie: "Ik had het tekenwerk aan de F-104 startkar even stilgelegd om diverse andere 3D-CAD ideeën uit te proberen. Maar nu weer verder, en wel met het veruit lastigste onderdeel: de wielen. Van de velg had ik maar een paar diameters en verder niets. Zodoende moest ik een ruw 3D model maken, en dat met veel vergelijken met foto's aanpassen. De velg bleek twee cirkels met bouten te hebben. De buitenste cirkel met bouten zijn om de velg zelf samen te voegen, iets wat ik van straatauto's helemaal niet kende, maar voor militaire voertuigen niet ongebruikelijk blijkt te zijn. Voor de band was het profiel de grote uitdaging. Ik heb diverse methoden geprobeerd, maar de software hing dan meestal omdat het te complex was. Uiteindelijk heb ik een versimpeld profiel moeten maken, maar ik denk dat het goed genoeg is. Met deze wielen eronder ziet de startkar er weer een heel stuk echter uit. Nu moet ik nog de sleepstang maken."
12 juni 2020
Reinhold Bogaard: "Een update over de Jungle Jim Camaro funny car. Het onderstel is klaar. De laatste horde was het monteren van de rolkooi. Toen ik die eerst had vastgelijmd stond het rechter voorwiel omhoog. De sterke driehoeksconstructie had het chassis uit zijn verband getrokken. Dat is nu opgelost met een vulstukje. Op de tweede foto is het passen van de body te zien, om de 'stance' te checken."
12 juni 2020
Cor Markus: "Hierbij wat foto's van mijn laatste project. Na lang zoeken kwam ik dit model tegen: een LGOC B-Type 3t 'British Lorry' van Mini-Art in de schaal 1:35. Dat was een model dat in een serie van vehikels past zoals ik ze graag maak. Zo hoort de T-Ford die ik al heb daar ook bij. Het bouwen vraagt enige aandacht omdat er zeer kleine onderdelen bij zitten en de opbouw vraagt om de juiste volgorde. De kleurstelling is een gedeeltelijke eigen keuze. Ik ga zeker op zoek naar meer van dergelijke modellen, want ik heb veel plezier gehad aan de bouw."
12 juni 2020
Rody Verkruissen: "Dit model is de 1/48 Spitfire Mk IX van ICM, gebouwd als de 'Silver Spitfire' die recentelijk een vlucht rond de wereld heeft gemaakt. Het leuke van deze Spitfire is dat dit een oude Nederlandse Spitfire is die vroeger in het Aviodrome stond. Het was de H-8, die echter als H-53 tentoongesteld werd. Het model is gespoten met Vallejo chroom, de decals zijn zelf gemaakt."
15 juni 2020
Edu de Roos: "Na de vliegtuigen, postkoets met paarden, min of meer erotische dametjes, tanks, pantservoertuigen, etcetera, weer eens tijd voor een schip. In dit geval een al wat oudere Revell doos. De beschrijving is gedrukt in 1991, maar het model is oorspronkelijk uit 1962. Over deze Revell 'Fire Fighting' boot is mij niet veel bekend, de enige aanwijzing is 'Fire Dept NY' op de schoorsteen - zal dus wel in de haven van New York actief geweest zijn. Het model is 48,5 cm lang en aan de figuurtjes af te meten (er zitten er vijf bij) moet dit ongeveer schaal 1:87 zijn. De beschrijving telt 125 stappen en kan in willekeurige volgorde gevolgd worden (ik kijk altijd graag een aantal plaatjes vooruit). Revell geeft maar acht basiskleuren op, maar heb daar een beetje mijn eigen fantasie op laten werken. Zoals de foto's laten zijn ben ik al een aardig stuk op weg met de bouw. Bij deze wil ook nog even kwijt dat ik het niveau van mijn medebouwers van hoge kwaliteit vind. Ik ben steeds weer onder de indruk van de getoonde modellen. Zeker wil ik bij deze ook ons 'jongste' lid, qua lidmaatschapsduur en bouwzame periode, Walle, een compliment maken. Voor iemand die eigenlijk pas net in de plastic modelbouw actief is, maakt hij toch al hele mooie modellen. Maar daar wil ik de anderen zeker niet mee te kort doen. Chapeau mannen!"
16 juni 2020
Dick Boogaard: "Ik heb weer een Russisch 'misbaksel' gebouwd. De Khai-3 gemotoriseerde zwever ('Sergei Kirov' genaamd) was een poging om een passagiersvliegtuig met heel weinig vermogen (100 pk) te bouwen. Verder moest de zwever ook nog staartloos worden. Uit voorzorg werd begonnen met een kielvlak, dat later moest vervallen. Bij proefvluchten bleek de besturing heel moeizaam. Later is nog een ontwerp voor een grotere versie gemaakt. Uiteindelijk liep ook dit idee uit op niets. Volgens de beschrijving in de kit was het ontwerp redelijk succesvol, maar Wikipedia is minder positief. Het 1:72 model van het merk Mikro Mir is niet geweldig. De twee canopies passen slecht op de romp. De wielpoten in de kit waren spiegelbeeldig ten opzichte van de afbeeldingen en ik heb ze dus veranderd. Het geheel zat in een veel te grote doos."
17 juni 2020
Rob de Bie: "Een paar maanden geleden ontdekte ik een techniek om zelf banden voor raceauto's te maken. De rubber banden van de modellen hebben regelmatig de verkeerde maten, en soms scheuren of vallen oude bandjes uit elkaar na 20 jaar. De bovenste foto laat het proces in het kort zien. Ik snij strips plastic card van 0,5 of 0,75 mm dik (0,5 mm werkt beter), een paar millimeter breder dan de uiteindelijke band. Als je de uiteinden van de strip haaks maakt, krijgt de uiteindelijke band een knikje op die plek, zodoende heb ik de strip onder 45 graden afgesneden. Dan volgt de lastigste stap: de eerste strip strak rond de velg trekken, en de uiteinden aan elkaar lijmen, en niet aan de velg zelf. Daarbij maak ik het andere uiteinde op lengte, en snij het ook onder 45 graden af. Ik lijm met CA-lijm, en dat levert wel eens vastgelijmde vingertoppen op. Na de eerste strip voeg je op dezelfde manier steeds weer strips toe, tot je de gewenste dikte hebt opgebouwd. Het resultaat zie je midden op de eerste foto. Zoals je ziet zijn de randen ervan ruw, je ziet de vier lagen plastic strip waarmee deze band is opgebouwd."
"In de volgende foto zie je twee witte 'ringetjes' liggen, dat zijn de afgezaagde uiteinden van de ruwe band. Ik doe dat altijd met een JLC zaagje, dat ik horizontaal op een plaatje plastic van bijvoorbeeld 1 mm leg. Door de ruwe band daar langs te bewegen zaag je heel netjes een stuk van ~1,2 mm af. Daarna rond ik de wangen van de band af naar het voorbeeld van de echte band. Met Revell 9 antraciet erop lijkt het net van rubber. Ik hoop het schilderwerk nog wat te verbeteren, bijvoorbeeld met een donkerdere kleur op het loopvlak, om het realisme te vergroten. Helaas werkt de techniek alleen voor 'slick' racebanden, want profielbanden kun je zo niet maken."
19 juni 2020
Rob Hamann: "Ik heb mijn Fokker T.VIIIw van MPM af. Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling was om het model recht uit de doos te bouwen, is daar weinig van terecht gekomen. Het begon met de waarschuwing van een van de geachte leden van de SIG NedMil dat de drijverstijlen te kort waren en dat het model bovendien voorover leunde. En ja, als je dat gaat corrigeren, volgt er meer. Uiteindelijk is zo’n beetje alles was open of los kon open of los gemaakt: het bommenruim, de canopy, de roeren, landingskleppen. En van het een kwam het ander. Toen de deuren van het bommenruim er uit gesloopt waren, bleek dat de vloer van de cockpit niet genoeg naar voren doorliep en dat er geen toegang mogelijk was tot de glazen neus. Het openschuiven van de canopy ging ook niet gewoon: de dikte van het achterste deel verhinderde dat dat onder het voorste deel kon schuiven. Dat is toen maar gewoon afgezaagd en het deel dat onder het voorste deel van de canopy moest schuiven is vervangen door een decal aan de binnenkant daarvan. Het losmaken van richtings-, hoogte- en rolroeren was een routineklus, het bouwen van de landingskleppen een halve; dat was al eens gedaan voor de Fokker F.25 Promotor. Verder moesten de motoren nog pas gemaakt worden, en tegelijkertijd is ook maar een 'echte' uitlaat gefabriekt van messing buis. De drijverstijlen zijn verlengd met stukjes stroomlijnprofiel en voorzien van pennetjes om ze makkelijker aan de motorgondels en drijvers te bevestigen. Dat is ook gedaan voor de bevestiging van het horizontale staartvlak. Het model is gemaakt in de uitmonstering die de T.VIIIw R-4 bij de MLD had tussen juli en september 1939, dus met rozetten."
20 juni 2020
Wim Hoogendoorn: "Ik heb ook niet stilgezeten met bouwen. Hier is mijn Scania T-serie. Na lang denken heb ik de kleur bepaald. Ik ben nu druk bezig met de details."
27 juni 2020
Jan de Wit: "Ik heb ook een bescheiden bijdrage, en laat het nou hetzelfde onderwerp zijn als wat Rody laatst liet zien.. een zilveren Spitfire! Het originele toestel stond dus ooit in het Aviodrome en is sinds juli 2019 weer luchtwaardig. Het model is van Eduard en het is een 1/48 Spitfire Mk 9. Het model is vrijwel geheel bekleed met Bare Metal Foil en afgelakt met Micro Gloss. Bepaalde details zijn met Alclad Chrome behandeld, zoals het frame van het schuifbare gedeelte van de cockpit en de spiegel op de cockpit. Dat kan ook niet anders omdat de folie op die plekjes niet blijft zitten. De decals zijn van Mr Decal uit Polen en zijn lasergeprint. Een nadeel is dat het zwart van het logo niet diepzwart is. Dat komt doordat dit als het ware uit zwarte puntjes op een witte ondergrond is geprint. De doorzichtige drager is niet superhelder en daardoor goed zichtbaar en dat was wel een tegenvaller. Ik ben nu wel weer even klaar met BMF en ga ik lekker weer terug naar keukenfolie. Ik heb er weer een paar nieuwe techniekjes voor gevonden om het er nog mooier uit te laten zien dan BMF. Al met al weer een hoop geleerd en toch tevreden met het eindresultaat."
30 juni 2020
Rob de Bie: "Een dik jaar geleden verraste een Amerikaanse e-mail-correspondent me met het boek '50 years of target drone aircraft', over de geschiedenis van alle doelvliegtuigen van Radioplane en later Northrop-Ventura Division. Ik vermoed dat niemand van de club (behalve Dick?) ooit van deze fabrikanten van gehoord heeft :-) In het boek viel me de Q-4 meteen op, een supersoon doelvliegtuig uit 1955 om o.a. Nike-Hercules eenheden mee te trainen. Het was een redelijk eenvoudige 'vuurpijl': een cilindrische romp met puntneus, Starfighter-achtige vleugels en een motorgondel onder de romp. Volgens de schrijver kwam het apparaat 15 jaar te vroeg, want de serieproductie-versie kon 20 minuten Mach 2 op 21 km hoogte vliegen, en daar had de luchtafweer grote moeite mee; ze stonden effectief in hun hemd. Ik wist dat ik er ooit eens een 1/72 modelletje van moest maken. Van de prototype-versie XQ-4 was de meeste informatie beschikbaar, dus die werd het. Ik ben nu druk bezig een goede tekening te maken. Hiervoor gebruik ik de twee tekeningen uit het boek, plus foto's van twee XQ-4s in musea. Al doende leer ik de XQ-4 te begrijpen. Zo wist ik dat het ding aan een parachute landde, maar ik ontdekte later pas dat het op zijn kop gebeurde. Daarom zit de parachute aan de onderkant, en de 'airbags' aan de bovenkant. Mijn tekening (onderaan) is een eerste toonbare versie, waar nog veel aan moet gebeuren. Daarna ga ik het omzetten naar een 3D model, dat zou met mijn beperkte 3D CAD-kunsten nog wel moeten lukken. En daarna hopelijk 3D-printen."
30 juni 2020
Edu de Roos: "Ik heb ondertussen huiswerk gedaan en de historie van het origineel en het model uitgezocht. Het 'Fire Fighter' model van Revell is vanaf 1962 op de markt. Gedurende de jaren is er met regelmaat een nieuwe doos met vaak min of meer gelijkende illustratie uitgebracht. Meestal vaart de boot op de doos van links naar rechts, maar op mijn doos vaart hij van rechts naar links. Revell bracht het model ook met andere fabrikanten (zoals o.a. Heller) uit. Interessant voor dozenverzamelaars, maar de inhoud is hetzelfde gebleven. Ik moet wel opmerken dat dit toch wel een gedateerd model is. Het deed mij een beetje aan de Lindberg-kwaliteit denken. Maar wel leuk om te bouwen, en nu dus klaar. Het orgineel is op 28 augustus 1938 onder hull nr 856 van de helling van de United Shipyard gelopen. Na een korte afbouwperiode is het schip op 16 november 1938 officieel in dienst getreden bij het 'Fire Department NY' met als scheepsnaam 'Fire Fighter', bij de eenheid 'Marine Unit 1'. Gedurende WOII was het schip onder andere betrokken bij het twee grote acties: het bestrijden van de brand en kapseizen van de SS Normandie, en de brand aan boord van het munitieschip SS El Estero. De laatste bekende actie in 2009 was assistentie en berging van de Airbus A320 (US Airways flight 1549) na de noodlanding in de Hudson. In 2010 is het schip in reserve gegaan, na ruim 74 jaar trouwe dienst in de haven van New York. In oktober 2012 werd het overgedragen aan het 'Fireboat Fire Fighter Museum'."
Tekst en foto's: leden / redactie: Rob de Bie