Zoals beloofd stond de airco op volle kracht vanwege de warmste dag van het jaar. Het aantal bezoekers was 26.
Modellen weer in alle soorten. Om te beginnen met het rijdende deel: een zelfbouw Iveco truck, die eerst deed denken aan iets uit de speelgoedwinkel, maar de mededeling zelfbouw bracht je dan op andere complimenteuze gedachten. Een klein maar fijn model van een 1:32 Auto Union raceauto uit vervlogen dagen, en opnieuw een Citroen Kegresse maar dan 1:72. In aanbouw een T-34 en een T-72 tank, met daarnaast een afgebouwde Duitse pantserwagen, waarvan ik de typeaanduiding niet heb kunnen ontcijferen. Een zelfbouw minidiorama met een lasser trok de aandacht door de natuurgetrouw onregelmatig laslicht.
Uiteraard weer veel vliegtuigen, om te beginnen de 1:48ers. Achtereenvolgens een Brewster Buffalo (KNIL), een Spitfire Mk9 (KLu), twee Me-109s (één in wintercamouflage, één in zomeroutfit), een Spitfire Mk1, een Harvard (MLD) en een F-16 in KLu-uitvoering. Ten slotte de 1:72 collectie: een U-2 in NASA-kleuren, de F.K.49 weer verder gevorderd op weg naar serieproductie, een viertal Fokker trainers, een A-10 Thunderbolt, een TS-11 Iskra en een Australische Sea Venom.
Chris van Ravesteijn toonde een enorme uitstalling van gereedschap voor diverse takken van modelbouw, met veel handige hulpstukken en hulpjes, waarbij de vraag rees of er nog plek was om te bouwen. Ten slotte werden de eerste beraadslagingen gestart voor de ESM in november.
Dick Boogaard
Opmerking: de IPMS website laat de foto's verkleind zien. Als je de pagina vergroot tot 130% zie je de foto's in volle resolutie. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de toetscombinatie Ctrl en +
Rob Hamann vordert gestaag met zijn Koolhoven F.K.49: het model had nu staartvlakken en motorgondels. Kortom, de eindstreep is in zicht. Van het model wordt weer een kleine serie geproduceerd in resin. Verder bracht Rob vier militaire tweedekkers mee, echter twee zijn er gefotografeerd, waarschijnlijk omdat ze in een strakke formatie op de tafel stonden. In het midden de Fokker S.II uit 1922, een basistrainer van de LVA met Oberursel rotatiemotor. Leerling en instructeur zaten naast elkaar, net zoals in de S.11 en de S.14 van na de oorlog. Zoals de meeste Fokkers van die dagen waren de vleugels onverspannen. Het is een resin model van Omega Models, redelijk accuraat en makkelijk te bouwen voor een resin model. Zoals bij de meeste modellen vanaf 2006 heeft Rob de resin N-stijlen vervangen door stijlen samengesteld uit dunne styreen staf, wat een realistischer uiterlijk geeft. Onderaan de Fokker S.IX/2 uit 1937 met Menasco Buccaneer motor van de MLD. Zoals gebruikelijk waren de heren militairen het niet eens over het gewenste motortype, al moet gezegd worden dat de S.IX met de Menasco wel een veel eleganter uiterlijk had. Het is een resin model van Dujin Models, gebouwd voor 2008.
Dick Boogaard had zoals gebruikelijk drie 1/72 modellen tentoongesteld. Bovenaan de MisterCraft TS-11 Iskra met een ongewoon kleurenschema dat Dick op een Poolse site vond: zwart en twee tinten grijs. In het midden de Frog/Novo Sea Venom FAW53, een oud kitje, in de Australische versie omdat deze heeft wat meer kleur heeft. Onderaan de Monogram A-10A, ook een oude(re) kit, die Dick zo'n 20 jaar of meer geleden gebouwd had.
Jaap de Vries had een Hasegawa 1/48 F-16B gebouwd als de J-066 van de 'Flight Test Groep'. Deze F-16 werd gebruikt voor testen en evalueren van diverse wapens, raketten en brandstoftanks. Alle niet standaard interne bedrading (jumpers) was oranje gekleurd, vandaar de naam 'Orange Jumper'. Jaap had met Astra Decals (van Daco) de 'Orange Jumper' gebouwd zoals hij er tussen 1999 en 2005 uitzag. Aanpassingen zijn onder andere de remparachute behuizing, een Aires motoruitlaat en wielbakken, en een resin Orpheus pod.
Leo Ripken had de Airfix 1/72 U-2 als U-2C van de NASA gebouwd, in een wit met grijs schema. Het wit had Leo met Humbrol 22 gespoten. De NASA kreeg in 1971 twee stuks van deze roemruchte fotoverkenner. In de beginjaren van de U-2 vlogen ze ook met NASA kentekens (toen nog NACA), maar dat was slechts een dekmantel voor de CIA.
Rody Verkruissen toonde zijn Airfix 1/48 Spitfire Mk Va, zoals gevlogen door Douglas Bader tot zijn laatste WO2 missie in 1941. Bader was beide onderbenen verloren bij een crash in 1931, maar hij was ondanks twee 'houten benen' een zeer succesvolle piloot in WO2 met 22 kills. Als je goed kijkt zie je de 'kicking Hitler' cartoon op de neus staan, bestaande uit een laars en een figuur. Het model is recht uit de doos gebouwd, met uitzondering van de propeller, die Rody 'draaiend' heeft weergegeven met een transparante schijf. Daaronder een Italeri 1/48 Harvard van de MLD. De decals zijn van Flevo, de roundels zijn van een oude sheet met KLu-roundels.
Frits Krieg heeft ooit beloofd zeventig Me 109s te bouwen, en liet twee nieuwe zien. Boven de Fujimi 1/48 Me 109G-6 uit 1993. De uitvoering is het toestel van Erich Hartmann, de hoogst scorende aas van de Luftwaffe in de oorlog met 352 overwinningen. Hartmann overleefde de oorlog en zat tien jaar in Russische krijgsgevangenschap. Eind jaren vijftig trad hij toe tot de naoorlogse Duitse luchtmacht. Het model is recht uit de doos gebouwd en past prima, alleen jammer dat de pasvorm van de decals van de 'tulp' op de neus niet klopt. Frits heeft de decals gebruikt, maar hield twee stukken over. Deze passen absoluut niet zoals op de tekening is aangegeven; je kunt ze beter zelf schilderen. Onder de Tamiya 1/48 Me 109G-6 uit 2018. Dit model is ook recht uit de doos gebouwd. Frits heeft vele Me 109 modellen gebouwd maar dit is de mooiste van allemaal qua ontwerp en pasvorm. Tamiya heeft daar goed over nagedacht. Het model kan zowel in een 'open' versie als 'gesloten' versie worden gebouwd, Frits koos voor de open versie. Van begin tot het eind was het een genot dit model te bouwen. Dit toestel werd gevlogen door Wilhelm Schilling bij JG54. Deze piloot behaalde 50 overwinningen. Hij raakte een paar maal ernstig gewond en daarom kwam hij bij een opleidingseenheid tot het einde van de oorlog.
Luuk Boerman had weer drie nieuwe 1/48 modellen gebouwd. Bovenaan een Tamiya Bf-109E-4. Het toestel werd op 10 mei 1940 neergehaald door een Fokker D.21, en maakte een buiklanding op vliegveld De Kooij. In het midden een Eduard Spitfire LF. Mk. IX van 322 Dutch Squadron, gelegerd op de basis Woensdrecht aan het eind van de oorlog (decals van Dutch Decal). Onderaan een Tamiya Buffalo van 21 Sqn RAAF, uitgeleend aan de ML-KNIL tijdens de inval op Java in 1942 (eveneens met Dutch Decals).
Tim van Luijk had een Revell BAe Harrier GR.9 in één dag gemaakt. Het is een 'Easykit' dus je hoeft niet te verven of decals aan te brengen, want dat heeft Revell al gedaan.
Kees Onderwater had als kleine aanvulling op zijn grote 1/35 treindiorama een lasser met bijbehorende apparatuur en echt werkend laslicht meegenomen. De lasser kwam uit een kit van Royal Model en de bijbehorende apparatuur was een mix van Verlinden en Preiser. Dit alles aangevuld met een goed uitgeruste gereedschapsbank en koffer en een leermeester. Ook had Kees zijn zelfgemaakte Wartesignal meegenomen, nu beschilderd en enigszins geweatherd, maar deze staat niet op de foto.
Jan Edelenbos liet twee 1/35 modellen zien. Bovenaan een set van motoren: een Tamiya BMW met zijspan en een Italeri Zündapp, met figuur en hond (in de zijspan) van Master Box. Onderaan een Italeri Sd.Kfz. 231 (6 Rad).
Ruud van Zoomeren had twee 1/35 tanks in aanbouw op de tafel geplaatst. Bovenaan de Tamiya T34/76 in 1943 uitvoering, makkelijk te bouwen volgens Ruud. Het wordt een Finse uitvoering met toevoeging van een ICM kit en Bison decals. Onderaan een Dragon T72, dit wordt een Afghanistan uitvoering. Ook makkelijk te bouwen, maar wel heel veel werk door de Explosive Reactive Armour (ERA) bepantsering, die één voor één moeten worden aangebracht.
Tim van Luijk Revell had ook een 1/144 'U.S. Army Vehicles' set gebouwd in twee dagen. Dit bouwpakket bestaat uit twee M4A3 Shermans, twee GMC CCKW-353s en twee M8 Greyhounds. De GMC CCKW-353 zagen we vorige maand ook, maar dan in schaal 1/35.
Annamarie Jongbloed laat zich nog steeds inspireren door de modellen van Citroën in schaal 1/72. Bovenaan de Citroën Kegresse P17 van het Poolse merk 'Wrzesien 1939', een gecombineerd blad en wargame over de invasie van Polen. Het model is zelf geschilderd in camouflagekleuren. Onderaan een Matchbox 1/32 Auto Union, onbeschilderd weliswaar, maar wel voorzien van de nodige decals.
Wim Hoogendoorn was een model aan het bouwen dat geïnspireerd was door de Hovertrack voertuigen van Veldhuizen BV, die allerlei landbouwvoertuigen bouwen die voldoen aan de toelatingseisen van een vrachtwagen. De basis is een Italeri 1:24 Iveco Turbostar cabine en chassis, omgebouwd tot vierwielaandrijving. De banden voor ruw terrein en de autolaadkraan achter op chassis zijn van Kit Form Service. De bouw vereist heel veel aanpassingen en verbouwingen en is nog lang niet klaar.
Jan de Wit maakt met enige regelmaat een presentatie van een nieuw model. Dit keer liet hij de Special Hobby 1/72 CASA C-41A zien, kit nummer 72385. Deze CASA 212-200 ziet er qua details zeer fraai uit. De cockpit is zeer gedetailleerd, maar het vrachtruim is helemaal kaal. Er zijn decals voor vier verschillende kleurenschema's: een USAF C-41 parachutistentrainer, twee varianten in Blackwater Aviation kleuren en een CASA in Evergreen/CIA kleurenschema. Het leuke van deze uitgave is dat er alle onderdelen bij zitten om een 212-100, -200, -300 of een -400 te bouwen. Van de eerste uitgave van deze kit kan je alleen de 100 serie bouwen. Met deze kit kun je je fantasie op de loop te laten gaan met alle soorten CASA's die wereldwijd rondvliegen.
Chris van Ravesteijn gaf een presentatie met de titel 'Met alleen een vijltje en een tangetje kom je er niet'. Op twee tafels had hij zijn grote collectie gereedschappen uitgestald, en vertelde over zijn ervaringen daarmee.
Tekst: leden / Eindredactie: Rob de Bie / Foto's: Rody Verkruissen