Op de eerste dinsdag van augustus konden we eindelijk weer een regio-avond houden. De laatste regio-avond was begin maart geweest, en kort daarop brak de corona-crisis uit. In het clubhuis van speeltuinvereniging Inter Amicos waren de nodige maatregelen getroffen om aan de eisen te voldoen voor het houden van een bijeenkomst. Een groot voordeel van de locatie is dat we ook naar buiten kunnen middels een schuifpui, zodat de ventilatie optimaal was, en er meer dan voldoende ruimte was om afstand te bewaren. Achttien regioleden had zich voor deze eerste bijeenkomst aangemeld, wat minder dan normaal, maar een deel van de leden had bewust gekozen om niet te komen.

Het was leuk om weer eens bij elkaar te kunnen komen. We hadden dan wel contact gehouden via onze corona-pauze-webpagina, maar persoonlijk contact is toch veel fijner. We hadden de modellen deze keer deels binnen en deel buiten opgesteld, zodat onze fotograaf Rody een beetje moest improviseren. Ondanks windkracht 1 fladderden de briefjes met modelgegevens regelmatig weg. Desondanks hebben we een overzicht van de getoonde modellen.

We beginnen met de vliegtuigen, van groot naar klein. In 1/24 stond er een SE 5a. In de schaal 1/48 zagen we een Mosquito PR XVI, een KLu RF-104G, een Ju-87G-2 in aanbouw, een Vampire T11, een Kawasaki Ki-61-I Hein (Tony) en een Spitfire Mk9 in alu-folie. De schaal 1/72 deed ook dapper mee met een Bell X-1, een Fokker G1 met wisselromp, gronduitrusting van de F-16, een grote EC-121, een Fokker T.VIIIw, het prototype van de Fokker S.IIa Ambulance, en tot slot een Nakajima A6M2-N Rufe (de Zero met drijvers).

De modellen met wielen waren, wederom van groot naar klein, een 1/24 diorama met een Citroen HY plus een Massey Ferguson tractor in een bouwvallig schuurtje, een 1/32 Volkswagen Kever, een 1/35 Duitse platte treinwagen (type 'SSys Koln Baujahr 1942') en tot slot een 1/35 SAS-team bestaande uit een Jeep en een Chevrolet. De categorie schepen werd vertegenwoordigd door de 1/87 'Fire Fighting Boat' van Revell.

Bij het overleg was de regiotafel op de ESM een punt van aandacht. De eerder gemaakte plannen zijn door de onzekerheid niet opgestart en/of uitgewerkt, en wat nu? Er werd een eenvoudiger thema besproken waarover we het snel eens waren. Het kan goed gerealiseerd worden op de kortere termijn die ons nog ter beschikking staat. Al met al was het weer een gezellige bijeenkomst, die hopelijk in september herhaald kan worden. Voor de leden die nog voorzichtig zijn, en nog geen bijeenkomsten willen bezoeken, blijft onze corona-pauze-webpagina in de lucht, zodat je kunt laten zien wat je aan het bouwen bent, of wat je afgemaakt hebt.

Rob de Bie en Chris van Ravesteijn

 

 

 

Het fotoverslag toont de zeventien modellen die deze keer te zien waren. Er was ruimte voor veel meer, maar het voordeel was dat er geen gedrang was bij het bekijken van de modellen.

Brian Kirwan bracht een Hasegawa 1/48 Kawasaki Ki-61-I Hein ('Tony') mee. Het model was een impulsaankoop geweest tijdens de ESM van 2018. Het is een Hasegawa-kit en zodoende is er weinig op te merken. Brian is twee avonden bezig geweest om het model in elkaar te zetten. Hij wilde geen standaard Japanse uitvoering en heeft daarom met Kora-decals een buitengemaakt Chinese toestel gemaakt. De metaalkleuren zijn met Alclad II (lacquer aluminimum en duraluminium) gedaan. Het was de eerste keer Brian Alclad gebruikt heeft, en hij was erg onder de indruk. Verder zijn gebruikt: Tamiya Dark Green voor de vlekjes op de romp, IJN Grey Green voor de roeren en kleppen, en tot slot een beetje geel voor vleugelranden. Een laagje Johnson Pledge diende als beschermende lak en dat werkt prima. Als laatste is een wash toegepast, een mix van Flory en Vallejo.

rzh aug2020 01

Edu de Roos had zijn Merit 1/24 RAF SE5a nu helemaal af. Hij vond het een leuk model om te bouwen: alle passingen waren goed, een duidelijke handleiding, mooie details zoals het frame, het instrumentenpaneel en andere ets-onderdelen (waarvan later eigenlijk maar weinig of niets zichtbaar is). Het venijn zat hem in de als ets-set bijgeleverde spandraden: het kleinste verschil in vleugels links en rechts werd gelijk gestraft omdat dan de spandraden respectievelijk te kort of te lang waren. Aan 'te lang' kunnen we nog wel wat aan doen, maar bij 'te kort' is het net als bij de kapper: bijknippen zit er niet in. De SE5a was een verbeterde versie van de SE5, mede dankzij de grotere Hispano-Suiza motor van 200 pk die een topsnelheid van 222 km/h gaf, en een plafond van 5200 meter. De paardenkrachten werden overgebracht op de 4-bladige houten propeller. Het was een geduchte 'dog fighter' met z’n .3 inch voorwaarts vurende Vickers machinegeweer en zijn op de bovenvleugel gemonteerde handbediende .3 inch Lewis gun. Deze SE5a heeft een mooi plekje gekregen tussen de verzameling 1/28 WWI vliegtuigen van Revell.

rzh aug2020 02

Tim van Luijk, Hobbycraft 1/48 Vampire T11 en Revell 1/48 Ju-87G-2 in aanbouw. 

rzh aug2020 03

rzh aug2020 04

Arjan van Luijk, de vader van Tim, gronduitrusting van de oude Revell 1/72 F-16A.

rzh aug2020 05

Patrick Verschut was al lang op zoek naar een nieuwe 1/72 Nakajima A6M2-N Rufe, de Zero met drijvers, ter vervanging van zijn oude Revell model. Dat was dat een Frog kit (F234), die stond in hun catalogus van 1974 en 1975, maar is nooit door Frog op de markt gebracht, al zijn er wel dozen gedrukt. Voor een actuele kit kom je bij Hasegawa terecht. Die brachten in 1993 een nieuwe Zero op de markt, en hebben er in 1994 een Rufe-versie van gemaakt. Afgelopen mei kon Patrick via Marktplaats een exemplaar op de kop tikken. De kwaliteit is prima: de cockpit is mooi aangekleed en de ingegraveerde paneellijnen zijn fijn. Het model bouwt – zoals gebruikelijk bij Hasegawa - makkelijk weg. De hoofddrijver aan de voorzijde heeft hij volgestopt met lood om het model niet achterover te laten leunen. Omdat Patrick al (te) veel groene Japanners heeft staan, heeft hij deze keer gekozen voor een lichtgrijze versie, gespoten met Humbrol. Het meeste werk ging zitten in het post shaden van de paneellijnen met een donkerder tint grijs. Een wattenstaafje met terpentine was permanent bij de hand om de breed gespoten donkergrijs weg te vegen. Nu terugkijkend had hij de post shading in een wat lichtere tint grijs willen uitvoeren. De decals vallen ook zonder set/sol direct in de naden. Mooi is ook dat Hasegawa een trolley heeft bijgevoegd om het toestel op te zetten. 

rzh aug2020 06

Leo Ripken had een Heller 1/72 WV-2 (later EC-121) meegenomen, een model stammend uit 1983. Hij vond het een goed model, en had het recht uit de doos gebouwd. De vleugel was losneembaar om transport makkelijker te maken. Leo had lood in de neus en motoren gestopt om het model te laten balanceren. Het model is merendeels met de airbrush gespoten; kleine details zijn met de hand geschilderd. De decals zijn die van de kit.

rzh aug2020 07

Rody Verkruissen had de Kinetic 1/48 F-104G als Fokker RF-104G D-8101 gebouwd. Dit toestel is in 1970 bij Steenwijk neergestort. Hij heeft het model gespoten met Hataka en Vallejo. De decals zijn van Dutch Decal, de stencil-decals zijn van Astra Decals. Rody heeft het model omgebouwd naar de oude verkenningsconfiguratie met een 'camera-bult' achter de neuswielbak. Het model heeft grijze tanks, een overblijfsel van de tijd dat de F-104s helemaal grijs waren.

rzh aug2020 08

Jan de Wit toonde zijn Eduard 1/48 Spitfire Mk9. Om de juiste uitvoering te kunnen bouwen heeft hij nog een Spitfire van Eduard moeten kopen die de juiste vleugel bevatte. Het model is geheel bekleed met Bare Metal Foil en de decals zijn van Mr Decal / ModelMaker uit Polen. De wielen zijn van Reskit. Als laatste stap is het toestel geheel met de kwast gelakt met Humbrol Gloss acryl. Dit specifieke vliegtuig is in vier maanden tijd rond de wereld gevlogen. Daarbij heeft het een tussenstop gemaakt in het Aviodrome waar het toestel tot 2009 te bewonderen was in de kleuren van de Nederlandse luchtmacht. 

rzh aug2020 09

Rob Hamann had zijn oogst van de afgelopen maanden meegenomen. Bovenaan de MPM 1/72 Fokker T.VIIIw. Die was nogal gewijzigd: de drijverstijlen zijn verlengd, zodat het model de houding kreeg die het ook op foto's heeft, het bommenruim is opengemaakt en voorzien van een torpedo, en de canopy is verzaagd zodat die opengeschoven kon worden, waarbij het opengeschoven stuk gesimuleerd is door een decal van de raamstijlen aan de binnenkant van de canopy. De consequentie van deze wijzigingen was dat ook het interieur van de romp aangepast moest worden, en beter in overeenstemming met de foto's gebracht kon worden. Landingskleppen zijn zelf gebouwd en in de uitgeslagen toestand gemonteerd, evenals de roeren. Ook zijn twee karretjes (dollies) gemaakt, zodat het model gewoon in de kast gezet kan worden. Onderaan het prototype van de 1/72 Fokker S.IIa Ambulance. Dit model is inmiddels als resin model uitgebracht en al weer uitverkocht. Het model gebruikt, net zoals het origineel, een aantal onderdelen van de Fokker S.II trainer. In dit geval leverde de Omega Models kit de vleugels en het originele onderstel. De overige onderdelen zijn ingrijpend gewijzigde kitonderdelen of scratch gebouwd. De cabine-opbouw is gegoten in heldere hars, wat een paar problemen opleverde, die bij de serieproductie grotendeels opgelost zijn. Voor de verfmaskers zijn clubleden Benno en Jan behulpzaam geweest. Het model bouwt dankzij de grote cabine makkelijker dan de originele Omega Models kit. Rob heeft het model gebouwd zoals het gevlogen heeft van september 1939 tot mei 1940: met oranje driehoeken, ballonbanden, een kort uitlaatje en een groot verticaal staartvlak. Hiervan zijn slechts enkele foto's bekend, en dan nog slechte. Het model kan gebouwd worden met gesloten kap of met afneembare kap, waarbij de brancard zichtbaar wordt. De kit laat je overigens alle versies van de S.IIa bouwen.

rzh aug2020 10

rzh aug2020 11

Roelof Timmerman bracht twee modellen mee. Bovenaan de Tamiya 1/72 Bell X-1, het toestel dat als eerste door de geluidsbarrière ging, gevlogen door onder meer Chuck Yeager. Het model was een impulsaankoop bij de lokale modelbouwshop. Thuis aangekomen ontdekte Roelof pas de opties om het model half-doorzichtig te bouwen. Het was zijn eerste Tamiya bouwdoos en hij was blij verrast door het strakke spuitgietwerk en de goede passing van alles. Het model is recht uit de doos gebouwd, met de rechterzijde doorzichtig. Het afplakwerk was hier en daar wat uitdagend. De buitenzijde is gespoten met een spuitbus hoogglans oranje van de bouwmarkt, gevolgd door Vallejo matte acrylvernis met de airbrush. De verf voor details was voornamelijk Vallejo (met de hand) en Tamiya voor de gelige tanks. Onderaan de Airfix 1/48 De Havilland Mosquito PR.XVI. Dit model was een experiment om eens een grotere schaal te proberen. De kit is gebaseerd op een oudere Airfix fighter-bomber versie en bevat die complete kit met extra onderdelen om er de PR.XVI van te maken. Over het geheel genomen vond Roelof het een nette kit, maar de aansluiting van de vleugels op de romp was een ramp. Hiervoor heeft hij de vleugelmal van zijn Fokker F-27 aangepast. Na het bekijken van foto's en tekeningen is de V-stelling voor de vleugels bepaald, en met veel vullende lijm en plamuur en schuurwerk was er toch nog wat van te maken. De 'bubble' bovenop de cockpit canopy was niet volledig en bovendien vervormd. Reparatie lukte niet, een reservedeel bij Airfix ook niet, dus uiteindelijk heeft hij een tweede kit gekocht om het model af te kunnen maken. Het verfwerk is gedaan met Vallejo Model Air (airbrush) en diverse potjes voor de details. 

rzh aug2020 12

rzh aug2020 13

Rody Verkruissen, Tamiya 1/35 SAS-team. 

rzh aug2020 14

Annamarie Jongbloed blijft maar Citroen-modellen bouwen, en had het idee opgevat om een Type Hy bus van het merk Heller om te bouwen naar een pick-up model. Dat idee is opgedaan bij het Citroen-museum in Andijk. De bus is verbouwd met plasticcard en balsahout. Als je goed kijkt zie je geiten in de bak, in Frankrijk was dat heel gewoon. Het diorama omvat ook een Heller Massey Ferguson tractor, waaraan wat reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd. De boom in het diorama is een verhoute omgekeerde spruitenstronk, die hier aan het eind van het seizoen veel te vinden zijn. De dieseltank is een verbouwde 1/87 tankwagon uit Kees zijn verzameling; de pomp en het peilglas zijn zelf gebouwd.

rzh aug2020 15

rzh aug2020 16

Brian Kirwan had een Airfix 1/32 Volkswagen Kever meegenomen. Hij had deze 'starter set' met zes kleine potjes verf voor zijn dochter gekocht. Het een co-productie geworden tijdens de kerstdagen. De kit is niet nieuw maar van 1964. Ondanks de leeftijd van de kit is de carrosserie heel mooi gedetailleerd. Maar de rest van de onderdelen zijn matig tot slecht. Toch past alles redelijk, behalve de voorruit; die is gebroken en vervangen door een stuk doorzichtig plastic. Er was flink wat discussie over de kleur, maar uiteindelijk werd er voor een glanzend rood met bloemetjes gekozen. Vorige jaar hebben Brian en zijn dochter samen het Revell 1/24 VW-busje in jaren zestig hippie-uitvoering gemaakt, en er waren nog veel decals over, dus deze Kever kreeg ook een hippie make-over. Het spuitwerk en de decals zijn gedaan door Brians dochter met maar een beetje hulp van papa.

rzh aug2020 17

Kees Onderwater toonde zijn 1/35 Flachwagen van het type 'SSys Koln Baujahr: 1942'. Deze kit had hij een tijdje geleden overgenomen van clublid Johan Vester, en was vakkundig in elkaar gezet maar niet gespoten of geverfd. Kees heeft de wagen in de zwarte primer gezet van MIG, en daarna een laag German Gray er over geairbrusht. De verwering heeft hij gedaan met eerst een wash van zwart in alle hoeken, gevolgd door verschillende pigmentpoeders van Vallejo, zijn eigen pastelkrijtjesdoos en zijn onvolprezen zelfgemaakte roestpoeder, voortgekomen uit staalwol en azijn. Na de bovenkant bewerkt te hebben, heeft hij het oppervlak hier en daar bewerkt met een dotje staalwol om het slijteffect wat te benadrukken. De wielstellenhouder heeft Kees van balsahout geknutseld, en het geheel geverfd en verweerd. De kettingen zijn aangebracht met kettingspanners die hij door een bevriende collega van zijn andere modelbouwclub in 3D heeft laten tekenen en printen.

rzh aug2020 18

Edu de Roos had de Revell 1/87 'Fire Fighting Boat' gebouwd. Een kit die zo'n 60 jaar geleden op de markt was gekomen. De uitgave van Edu's kit was van 1991, zoals in de handleiding vermeld. Het is wel te merken dat het een wat ouder model is, maar alles paste toch wel redelijk goed. Je moet wel het een en ander pas maken ander past het volgende dek niet op het dak van de stuurhut. Echter er zaten geen ruitjes bij, maar die zijn makkelijk zelf gemaakt. Zelfs een klein interieur was aanwezig, compleet met stuurman. Er zaten nog meer figuurtjes bij, maar zo weinig dat je ze net zo goed weg kan laten, want een boot als deze met maar zes man zie je geen brand bestrijden. De takels en de 'fire monitor mast' zijn beweegbaar te maken. In het echt heeft deze blusboot met de naam 'Fire Fighter' dienst gedaan bij het 'New York Fire Department' van 1938 tot 2010, en is daarna een museumschip geworden. De boot is ingezet in meer dan vijftig grote maritieme branden, zoals onder meer de brand aan board van de SS Normandie in 1942 (meestal ook gebruikt als illustratie op de doos), het munitieschip SS El Estero in 1944, in 1973 de aanvaring in de New Yorkse haven tussen de tanker 'Esso Brussels' en containercarrier 'SS Sea Witch', 11 september 2001 na het inferno van de Twin Towers vanuit de haven (blussing en waterverpomping), en als laatste optreden de assistentie bij de berging na de crash van Flight 1549 op de Hudson in 2009. 

rzh aug2020 19

Tot slot de sfeerfoto's. In de eerste foto demonstreert Jan de Wit zijn voorzorgsmaatregelen, maar Rob Hamann denkt er zo te zien het zijne van. De modellen stonden anders dan anders: deels op het biljart, deels op de picnic-tafels buiten. De handel stond nu op de tafels waar normaal de modellen staan. Door de extra bewegingsruimte ziet het er wat leeg uit. 

rzh aug2020 20

rzh aug2020 21

rzh aug2020 22

rzh aug2020 23

rzh aug2020 24

Er werd ook weer gebouwd, door jong en oud.

rzh aug2020 25

rzh aug2020 26

Tekst: leden / Eindredactie: Rob de Bie / Foto's: Rody Verkruissen en Patrick Verschut