Hoewel de airco goed werkte lag het wellicht aan het WK voetbal en/of het mooie weer, maar ik telde niet meer dan 21 bezoekers. Niettemin was de modellentafel flink gevuld en ook onze trouwe bouwers waren aanwezig.
Op de tafel viel allereerst een model van een Harley motorblok op. Verder veel in aanbouw, mede door onze jongste en zeer actieve bouwer. In diverse stadia zagen we opnieuw de Postjager, verder een Skyrocket, Meteor en Vampire. Compleet in de schaal 1:48 stonden een Beaufighter, twee demomodellen te weten een A-4 en een F-16, en een Sea Vixen. In de schaal 1:32 deze keer maar één model, een Meteor T7. Uiteraard ontbrak 1:72 niet: een BAe Hawk, een SM-81, een MiG-13, een Franse Bearcat, een Twin Mustang en een verzameling scratchbuilt Koolhovens, drie FK-43s en een FK-49.
In de categorie 'rijdend' twee Amerikaanse trucks, waarin ik zelfs een GMC meende te herkennen uit de tijd dat ik Hare Majesteits wapenrok droeg. Ten slotte nog een kruiser, een fregat en een onderzeeër, alle drie nog in aanbouw.
Dick Boogaard
Opmerking: de IPMS website laat de foto's verkleind zien. Als je de pagina vergroot tot 130% zie je de foto's in volle resolutie. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de toetscombinatie Ctrl en +
Het fotoverslag begint traditiegetrouw met de vliegtuigen. Dick Boogaard bracht drie modellen mee. Bovenaan de Airfix 1/72 BAe Hawk, de bewapende gecamoufleerde versie, gewoon recht uit de doos. In het midden de Monogram 1/72 F8F Bearcat in de uitmonstering van de Franse luchtmacht in Indochina in de jaren vijftig. Aangezien de Fransen afgeleefde tweedehandsjes kregen is het model voorzien van slijt- en vuilplekken. Onderaan de Omega Models 1/72 MiG-13, een resin model. De romp was uit één stuk en van goede kwaliteit, het cockpitinterieur is zelf gemaakt, de wielpoten waren onbruikbaar en zijn vervangen door zelfgemaakte. De MiG-13 was één van de pogingen met een gecombineerde aandrijving. De zuigermotor leverde ook de compressie voor de straalmotor. Merkwaardigerwijs was dit het enige model dat in serie werd gebouwd en bij de Sovjetmarine dienst deed tot 1951. Vermoedelijke kwam dat omdat Mikojans broer minister was.
Patrick Verschut had zijn Supermodel 1/72 Savoia Marchetti 81 aan begin van de eeuw bij een schuurverkoop van de Luchtvaarhobbyshop gekocht. De doos bleek qua plastic wel compleet te zijn, maar zonder decals. De grotere onderdelen waren met schilderstape aan elkaar geplakt, en na een paar decennia drogen was dat nauwelijks meer te verwijderen. Water en zeep of oplossingsmiddelen hielpen niet, uiteindelijk moest het schoongeschuurd worden. De Supermodel kit is heel basic, de cockpit moest dus flink aangevuld. Voorts moest een kleine verbouwing worden uitgevoerd. De wielen waren erg 'mager', dus die zijn vervangen. De wielpoten waren - zo bleek al uit opmerkingen op internet - te kort en heeft Patrick verlengd. De uitlaat collectorringen pasten niet en moesten nieuw gemaakt worden. De geschutskoepels waren veel te hoog en zijn ingekort en de deuren zijn vervangen. Na Patricks presentatie in mei over lijnen graveren, was dit het eerste vliegtuig waarbij hij bijna alle paneellijnen opnieuw met een scriber heeft getrokken. Hij vindt dit model een redelijk geslaagde poging om de opliggende lijnen te vervangen door ingegraveerde. Voor wat betreft de decals waren clubleden Frits en Ruud te hulp geschoten.
Frits Krieg toonde een Tamiya 1/48 Bristol Beaufighter TF.Mk.X. Een model zo uit de doos gebouwd zonder verdere aanpassingen. Het was een lust om dit model te bouwen: perfecte pasvorm en goede decals. Het model is gespoten met Vallejo verf. De grootste uitdaging was het streeppatroon op de vleugels: eerst alles wit spuiten (moet je zelf opmeten) dan daarna de zwarte decals eroverheen. Frits vertelt: "Door de komst van de DH Mosquito in de Britse luchtmacht werd de rol van de Beaufighter uitsluitend gericht op anti-shipping en ground attack. Gezien de bewapening een uitermate geschikt vliegtuig. Vaak werden vijandelijke schepen eerst getrakteerd op een raketaanval, waarna er een aanval kwam met een 500 lbs torpedo. In maart 1945 werden door Beaufighters van de squadrons 236 en 254 binnen 48 uur vier Duitse duikboten tot zinken gebracht - een hele prestatie."
Luuk Boerman had Trumpeter 1/48 Firefly in de maak. Er valt nog een hoop aan te verbeteren volgens Luuk.
Jaap de Vries had twee modellen van Hasegawa in de schaal 1/48 meegenomen. Beide ware (zoals te verwachten) goed te bouwen en met decals uit de doos. Bovenaan een Douglas A-4SU Super Skyhawk, onderaan een General Dynamics F-16A, beide van het demoteam de 'Black Knights' van de luchtmacht van Singapore. Vanaf 1990 vlogen de 'Black Knights' met zes Skyhawks, tussen 2000 en 2007 waren dat er vier aangevuld met twee F-16's, en na 2007 hadden ze alleen nog F-16's.
Juniorbouwer Tim van Luijk had vijf vliegtuigmodellen meegenomen. Bovenaan de Airfix 1/72 Grumman Duck. Het model was een donatie, alleen het interieur was al gelijmd. Tim heeft het model afgemaakt, de kleuren zijn zo realistisch mogelijk geschilderd, inclusief slijtage op de drijver, zoals het in het echt ook zou zijn. Als tweede een Revell 1/65 Douglas D-558-2 Skyrocket. Ook dit was een donatie uit de club en het is nog in aanbouw. Als derde een Airfix 1/72 Gloster Meteor III, ook gekregen op de club. Dit model was zonder doos, maar wel bijna klaar. Tim heeft de afwerking gedaan. Het vierde model is een Hobbycraft 1/48 Vampire Jet Trainer. Het begin van de bouw is gemaakt, maar het model is nog lang niet af. Als laatste een Monogram 1/72 F-82G Twin Mustang. Wederom was dit een donatie. Degene die aan dit model was begonnen had het model geheel zilver geverfd. Tim vond dat dit toestel er beter uitzag zoals afgebeeld op de doos, dus heeft hij het overgeverfd in zwart en afgemaakt.
Edu de Roos had zijn Revell 1/32 F-104G Starfighter al weer enige tijd geleden gebouwd maar vond het leuk hem weer eens mee te nemen. Hij had dit model zoals gebruikelijk recht uit de doos gebouwd. Het model is in de Leeuwarder 322/323 squadron uitvoering waar Edu als dienstplichtig soldaat aan gewerkt had, als monteur vliegtuigbewapening. Het luik van het M61A1 Vulcan zesloops 20 mm kanon staat open, want "dat gaf een mooi geluid op de schietbaan. Nog steeds een van mijn favoriete toestellen."
Rody Verkruissen had de Airfix 1/48 De Havilland DH-110 Sea Vixen gebouwd. Het model is recht uit de doos, gespoten met Vallejo verf en vernis uit een spuitbus. De decals zijn van de G-CVIX van de Fly Navy Heritage Trust. De echte G-CVIX maakte in mei 2017 een buiklanding op Yeovilton, en het is nog afwachten of het toestel weer luchtwaardig gemaakt kan worden.
Rob Hamann had de master voor romp en vleugel van zijn scratchbouw 1/72 Koolhoven F.K.49 meegenomen, een fotokist van de LVA uit 1934. Het is de bedoeling dat ook daarvan een kit uitkomt, eind dit jaar of begin volgend jaar. Volgens Rob is het maken van een master voor een kit op zich een uitdagende en bevredigende klus. Het is alleen slecht voor je gewone bouwactiviteiten; er komt bijna geen model meer uit je handen. Verder had Rob zijn complete serie 1/72 Koolhoven F.K.43’s meegebracht, op de foto staan echter twee van drie modellen. Rob was begonnen met de PH-NAH, de laatste versie die door Fokker na de oorlog gebouwd (vandaar de naam 'Fokhoven'). Dat model was scratchbouw op basis van een verkleinde NVM tekening. Omdat de oorspronkelijke vooroorlogse F.K.43 op dezelfde manier gebouwd kon worden en die bouwwijze ook nog geschikt was om er een master voor een resin model van te maken, is die weg ingeslagen, ook omdat er speciaal vanuit de SIG ML belangstelling was voor zo’n kit. Daarmee was het financiële risico te overzien, te meer omdat ook de Luchtvaart Hobby Shop belangstelling had voor een tiental kits. De tweede F.K.43 die Rob bouwde was de PH-AKC, uitgevoerd in het jasje van de tweede serie kisten voor de KLM. Het was ook het prototype van de resin kit. De derde F.K.43 die Rob heeft gebouwd (bijna klaar) is een bouwde is de PH-NAU in naoorlogse NLS beschildering. Die laatste gaf de bevestiging dat het model redelijk eenvoudig te bouwen was. Na 58 kopieën zijn de mallen versleten, en is voorlopig een einde gekomen aan de onderneming.
Luuk Boerman plaatste een grote jongen tussen de kleintjes: een Hong Kong Models 1/32 Meteor Mk.4 die hij met een conversieset van Fisher Model & Pattern tot een KLu Meteor T.7 had verbouwd. De grote cijfers op de neus hebben met een oefening te maken.
Hans van Gelder liet de vorderingen met zijn grote scratch-bouw 1/32 Postjager. De vleugels zijn zo goed als klaar nadat de achterlijsten met een langwerpig schuurblokje in profiel geschuurd zijn, zodat ze nu mooi scherp zijn. Ook is er een opzetje gemaakt voor de vloeistukken tussen vleugel en romp. Deze hebben een lastige vorm. Wat niet helpt, is dat de dwarsprofieltjes op de tekening van de NVM niet overeen komen met de grootte van de vloeistukken op de boven- en zijaanzichten op diezelfde tekening. Er valt waarschijnlijk niet te ontkomen aan het nodige teken- en rekenwerk aan de hand van foto's om de juiste vorm te bepalen. De hoogteroeren zijn gemodificeerde delen van een Ju 88 kit van Revell, die ongeveer de juiste vorm en profiel hadden. Het kielvlak moet nog verder worden opgebouwd met profieltjes en de tussenliggende stukken opgevuld met plasticplaat tot net onder de rand van het profiel. Hierna kan er een laagje epoxyplamuur worden aangebracht dat na droging tot op de contouren van het profiel van het richtingsroer zal worden weggeschuurd. De basis voor de mal van de later te vacuvormen motorgondels is 1 mm plasticplaat. De grondplaat van de vorm is een uit plasticplaat gesneden cirkel, waarop in cirkelvorm een aantal plastic dwarsprofielen is gelijmd. Deze komen overeen met het profiel van het zijaanzicht van de motorgondels. Eén en ander weer conform de NVM-tekening. De tussenruimtes zijn deels opgevuld met balsahout, waar overheen tot net onder de rand Milliput is aangebracht. Daaroverheen weer een laagje autoplamuur dat vervolgens tot op de contouren van de motorkap is weggeschuurd. Hans is nu bezig met de cockpitkap. Ook hier weer hetzelfde probleem als bij de fairings, maar ook dit gaat wel lukken. Op de tekeningen en foto's is daarnaast de overgang van de vlakke delen met de ramen naar het gekromde dak moeilijk te zien, maar inmiddels is hij er achter hoe dat zit.
Leo Ripken bracht een Testors Harley-Davidson Twin Cam 88 mee in de schaal 1 op 2. Deze doorzichtige motor was grotendeels gelijmd, deels met gewone plasticlijm, deels met Revell Contacta Clear, een melkachtige lijm die helder wordt. Het model had een prima passing, echter bij het monteren van de cilinderkop had je minimaal drie handen nodig. Leo had geen verf gebruikt op het model. Het model is werkend, aangedreven door een electromotortje. De motor liep soepel met alleen de krukas en zuiger, maar na de toevoeging van de kleppen liep het veel zwaarder, waardoor het aandrijfriempje (een grote O-ring) al snel brak. Leo had geen vervanging kunnen vinden, maar twee clubleden hadden (onafhankelijk van elkaar) binnen enkele dagen nieuwe O-ringen gevonden. Leo had ook een Matchbox 1/12 model van een Harley-Davidson FLH-1200 meegenomen om te laten zien waarvoor deze motor gebruikt wordt. Het was een van de moeilijkste modellen die hij ooit gebouwd had, met 129 onderdelen waarvan veel heel klein, en veel chroom krabben om de onderdelen te kunnen lijmen. Het model was nog niet helemaal af, en zou (zoals gewoonlijk) ongeschilderd blijven.
Edu de Roos toonde ook twee trucks en drie figuren. De trucks zijn voor zijn toekomstige 'Red Ball Highway' diorama, over het Geallieerde transportsysteem. Het zal nog wel even duren voordat hij er aan kan beginnen, maar de plannen zijn er. De eerste foto laat de Italeri 1/35 Dodge WC-62 1,5 ton 6x6 zien, recht uit de doos, echter Edu had geen tijd gehad de decals nog aan te brengen. De WC-62 is geschikt om een volledige 12 man sterke infanterie-eenheid met bewapening te vervoeren, en is tot de jaren zeventig bij vele legers dienst blijven doen. De tweede foto toont een Heller-Humbrol 1/35 GMC CCKW-353 met huif, met de bijnamen 'Jimmy' en 'Deuce and a Half'. Met zijn 2,5 ton laadvermogen de ruggengraat van de 'Red Ball Highway', en tot de jaren vijftig actief geweest bij diverse legers. Deze truck wordt geflankeerd door: vooraan Jackie de piraat (piratin, piratesse?), een 1/32 resin model van de nieuwe Poolse firma Wargamer uit de serie 'Hot & Dangerous'. In het midden Blackbeard, ook 1/32 van Miniaturas Andrea uit Spanje. Helemaal links staat Napoleon op nog jonge leeftijd, een 75 mm model van Alexandros Models uit Spanje. Deze firma gebruikt zowel tin als resin.
Juniorbouwer Tim van Luijk had nog meer in aanbouw. Bovenaan de Revell 1/72 T34/85, die Tim kocht in Maassluis bij de Kameleon. Het model is in vijf dagen gebouwd. Een paar dagen na deze regioavond heeft Tim de echte kunnen bekijken in het Oorlogsmuseum Overloon. Van de twee schepen is de voorste een Nichimo 1/900 USS New Jersey. Ook deze kit is een donatie uit de club, en hij was al gedeeltelijk gebouwd. Leuk is dat er een motor op batterij in zit die echt werkt. Het achterste schip is de Revell 1/250 HMS Bligh fregat. Tim heeft deze op de club cadeau gekregen, gedeeltelijk gebouwd. Alle resterende onderdelen zijn nu ook gemonteerd, en de volgende fase gaat het verven worden.
Chris van Ravesteijn was een Accura 1/200 Orel duikboot aan het bouwen. Chris vertelt: "De kit is van het Poolse Accura maar dat merk had beter Inaccura kunnen heten. De kimkielen, de fairings en het geschut zijn zeer summier of niet aangegeven. Een houten dek moet zelf uitgedacht worden en aangebracht. De handleiding stamt ook van het stalinistische tijdperk: gewoon raden waar de onderdelen moeten komen, één bonk raad- en improvisatiewerk. Raadpleging op het internet bij deze kit dus een must. Maar het is het enige model in grote schaal van deze duikboot; de andere verkrijgbare kit is 1/400 schaal van Mirage en ik vermoed nauwkeuriger."
Een gedeeltelijke blik op de modellentafel, en clubleden druk in gesprek.
Er werd ook weer gebouwd door een aantal leden. De 'grote tafel' wordt ook gebruikt om modellen in aanbouw in detail te bekijken.
Tot slot een foto vanuit het perspectief van de dames achter de bar. Ondanks de wat kleinere opkomst was het nog steeds een gezellige avond bij 'Inter Amicos', waar we al sinds 2005 te gast zijn.
Tekst: leden / Eindredactie: Rob de Bie / Foto's: Rody Verkruissen en Patrick Verschut