De mooie najaarsavond bracht 28 bezoekers naar 'Inter Amicos' in Rijswijk, met uiteraard een flinke rij modellen.
Rob Hamann bracht een preproductie-exemplaar mee van zijn Koolhoven F.K.49 en nog een prototype van een andere versie. Onze jongste bouwer had een diorama met een Ju-52 en daarnaast een Duits voertuig. Verdergaande langs de niet-vliegtuigafdeling stond er een 1:16 Sherman, een 1:72 Boxer pantservoertuig, een vooroorlogse Aston-Martin en MG, een 1:35 Churchill Crocodile tank en een 1:8 Chevrolet V8 motor, en tot slot een Ferdinand tankjager in aanbouw, zo te zien met veel electro erin.
Schepen waren er niet, maar uiteraard wel vliegtuigen in alle soorten en schalen. Met de grootste schaal te beginnen: een Brewster Buffalo 1:32. Vervolgens een rijtje in 1:48, te weten een Focke-Wulf Stosser (die als buit na de oorlog een tijd op Twente rondvloog), een Fw 190, een Harvard, een Spitfire prototype en een Meteor (KLu). Tenslotte nog wat in de schaal 1:72: een Israëlische Fouga Magister met bewapening, een Chipmunk, een Curtiss P-40Q, een DFS 230 zweefvliegtuig (een heel aparte verschijning) en een experimentele Fokker G-1 met badkuip in aanbouw.
Verder vernamen we van de oprichting van een bevriende modelbouwclub, Hobby Headquarters Rijswijk geheten. Het is een vereniging voor miniatuur wargames, miniatuur roleplaying games en statische modelbouw, en ze gaan bouw- en speelavonden organiseren.
Dick Boogaard
Opmerking: de IPMS website laat de foto's verkleind zien. Als je de pagina vergroot tot 130% zie je de foto's in volle resolutie. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de toetscombinatie Ctrl en +
We hadden weer een mooie mix van modellen op de tafels staan, dus snel over naar de foto's van de avond. Vooraan bij de bar stond Rody Verkruissens Airfix (ex Heller) 1/72 Hawker Hurricane. Met decals van Lifelike Decals heeft hij de PZ865 in een race-schema gebouwd, dat deze Hurricane droeg in de Kings Cup Air Race in 1950. Later is het toestel naar de Battle of Britain Memorial Flight gegaan.
Rob Hamann had drie modellen in aanbouw meegebracht, echter 1 van 3 foto's was onscherp. De eerste foto toont een testpassing van het eerste productie-exemplaar van Robs scratchbouw Koolhoven F.K.49 in de LVA-versie. Dat was een prettige verrassing: alle onderdelen pasten prima en zijn goed reproduceerbaar, zelfs de gashandels zijn te zien. En hij ziet er echt uit als een 'vliegende tram' zoals een mede-modelbouwer hem gedoopt heeft. Een laatste probleem met de productie van de romp is inmiddels opgelost, zodat de kit eind dit jaar in de winkel kan liggen. Niet in beeld gebracht is de Koolhoven F.K.49A op drijvers. Van deze speciale versie worden de motoren en drijvers door een lid van de SIG NedMil verzorgd, en voor een aantal masters moeten onderdelen van de tweede productiekit gebruikt worden. De tweede foto toont de 'badkuip' versie van de Fokker G.IA op basis van het 1/72 MPM-model. Dit G.I model is ondertussen al bijna een jaar onderweg: na vele frustraties om een goede waarnemerskuip te maken, is er uiteindelijk toch wat aanvaardbaars uit gekomen. Custom geprinte decals van de 302 (met dank aan Rob de Bie voor het gegevensblok op de staart) zijn er intussen ook. Rob heeft de 302 ook uitgerust met duikremmen, al heeft het toestel nooit tegelijkertijd daarmee en met de kuip gevlogen. Andere wijzigingen zijn uitgeslagen flaps, openstaande cockpit, bemanningsluiken en ramen van de staartkoepel.
Reinhold Bogaard had een Revell (ex Matchbox) 1/72 Gloster Gladiator gebouwd, recht uit de doos. Het enige verschil met de originele uitgave van Matchbox is dat de decals zijn aangepast.
Patrick Verschut had weer een zweefvliegtuig meegenomen: een Huma 1/72 DFS 230. Dit toestel is bij het begin van de aanval op de Lage Landen in mei 1940 gebruikt om het fort Eben-Emael in België, net over de grens bij Maastricht, te bezetten. Even voor Aken werden ze losgelaten, waarna ze geruisloos over Nederland naar België vlogen. In het fort is nu een museum gevestigd en daarin staat een replica van de romp van een DFS. Het model was eenvoudig te bouwen, mooi om te doen tijdens de afgelopen warme zomer. Patrick heeft het model nog een beetje aangekleed met een bankje voor de soldaten, een traptrede en een beugel voor de sleepkabel. Het toestel heeft een grote spanwijdte, en om rompbreuk te voorkomen heeft hij de vleugels met paperclipstaal met elkaar verbonden. Er is niets van te zien achter de afgesloten cockpit.
Dick Boogaard bracht wederom drie 1/72 modellen mee. Bovenaan de Pegasus Curtiss P-40Q, de ultieme poging van Curtiss om een bijdetijdse jager te bouwen. Deze versie had een bubble canopy, een grotere motor waarvoor de neus verlengd werd, een vierbladige prop en 'clipped wings'. De prestaties waren de beste van alle P-40's, maar bleven achter bij de concurrentie in 1943. In het midden de Airfix DHC-1 Chipmunk in de kleuren van een Canadees lestoestel. De Canadese versie had een bubble canopy, in tegenstelling tot de RAF versie die een canopy met spijlen had. Onderaan de Airfix Fouga Magister in de Israëlische bewapende versie, zoals gebruikt in de Zesdaagse Oorlog.
Luuk Boerman had ook drie modellen op de tafel gezet, maar dan in de schaal 1/48. Bovenaan de Airfix Meteor F.8, inmiddels al een kleine klassieker. De decals zijn van Dutch Decal, de gele neus is van een oefening en geen squadronkleur. In het midden de Historic Plastic Models (HiPM) Focke-Wulf Fw 56 Stosser, eveneens met decals van Dutch Decal. Het toestel werd achtergelaten door de Luftwaffe op vliegveld Twenthe. Voorzien van de registratie LSKIII heeft het nog een tijdje rondgevlogen. Onderaan het prototype van de Spitfire in 1/48, gebouwd met een Paragon conversieset.
Jaap de Vries had deze keer een Modelcraft/Ocidental 1/48 North American Harvard Mark 4 van de Canadese Luchtmacht meegenomen. Het is een mooi gedetailleerd en goed te bouwen model. Jaap had Leading Edge decals gebruikt en daarmee een toestel van het 'Goldilocks' display team in 1964 gebouwd.
Frits Krieg had zijn Italeri 1/48 Focke Wulf Fw 190D-9 recht uit de doos gebouwd. De pasvorm was matig en er kwam wat plamuur aan te pas bij de aanhechting van de vleugels. Het plastic was ook wat aan de slappe kant. De decals waren van goede kwaliteit. Het koste Frits ongeveer drie weken om de kit te bouwen. Het toestel heeft gevlogen bij JG3 in Prenzlau in maart 1945. De piloot is onbekend.
Edu de Roos had in zijn vertrouwde 1/32 schaal ("kleiner bouw ik niet") een Czech Model Brewster B339C van de ML-KNIL gebouwd. Het model is recht uit de doos, waarin resin- en etsdelen al zijn bijgevoegd. De Brewster was een leuk kitje om te bouwen, het was bijna een weekendmodel. Wel heeft Edu (zoals altijd) een piloot toegevoegd. De vliegtuigjes hangen thuis in de hobbykamer aan het plafond, en dus moet wel een piloot in de cockpit te zien zijn. Tegenwoordig ontbreekt die nog wel eens in de doos, dus als iemand nog ongebruikte piloten heeft dan houdt Edu zich aanbevolen. De decals zijn van Dutch Profile. In de beschrijving van Dutch Profile is ook het kleurenschema opgenomen en hier worden de kleuren 'oudblad' en 'jongblad' genoemd. Er wordt o.a. naar Humbrol 155 gewezen, maar per potje kan de kleur flink verschillen. Uiteindelijk heeft Edu zelf een kleur gemengd op basis van 155. Edu: "Ik zweer bij Humbrol en Revell verf die je met terpentine of wasbenzine verdunt. Ach, als je veertig jaar in de olie, gas en petrochemie hebt rondgelopen, dan hoort koolwaterstoffen snuiven er een beetje bij."
Nick van der Windt was bezig een Zvezda 1/144 Tu-204 'Russian Post' te bouwen. Het model wordt een 'straight out of the box' in volledig blauw. Dit model is niet in Nederland te koop, Nick had het gekregen via de Luchtvaart Hobby Shop als prijs voor model van de avond van de SIG Airliners & Civil Aviation. De Tu-204 lijkt erg op de Boeing 757 maar het heeft een lagere capaciteit en kleiner vliegbereik.
Benno Groot Wassinks bijdrage was een 1/48 model van een tweezits F-106B van het 460ste Fighter Interceptor Squadron van de USAF uit de periode rond 1973. De basis voor het model vormde de F-106A van Monogram met een conversieset voor de B-versie van Airwaves. Het model had opliggende paneellijnen en is geheel opnieuw gegraveerd. Het is gespoten met verf van Xtracolor en markeringen zijn merendeels aangebracht met behulp van spuitmaskers. Benno was blij dat het model nu eindelijk af is aangezien hij er sinds 2011 met tussenpozen mee bezig is geweest. Het grootste probleem vormde het cockpitdak dat, hoewel nog niet geheel naar zijn zin, hem veel geleerd heeft over de techniek van het vacuumvormen.
Tim van Luijk had een diorama gemaakt van een Duits vliegveld in de tweede wereldoorlog. De Revell 1/72 Junkers Ju 52 is van Tim zijn opa geweest. De Revell 1/72 Sd.Kfz.7 half track heeft Tim zelf gebouwd, en vorige maand hadden we dat model al kunnen bekijken.
Leo Ripken had één van Monogram 1/8 Chevrolet 283 cubic inch V-8 motoren herbouwd, waarvan hij en Chris van Ravesteijn er in juni maar liefst vier gekocht hadden bij Tom's Modelauto's. De motor is opgebouwd uit gebruikte onderdelen die eerst ontdaan moesten worden van (vooral) lijmvlekken. Leo heeft het model in de 'show customized' optie gebouwd, met onder andere drie carburateurs en 'header' uitlaten. Veel onderdelen kunnen losgenomen worden om de onderliggende details te bekijken. De versnellingsbak en de carterpan zijn door de oorspronkelijke bouwer zwart geschilderd, en dat heeft Leo zo gelaten. De rest van de onderdelen is of verchroomd of ongeschilderd. Verder had Leo twee Matchbox 1/32 auto's gebouwd: de MG-TC Sports in ongeschilderd rood en bruin plastic en de Aston Martin Ulster in ongeschilderd groen en bruingrijs plastic. Beide waren een plezier om te maken, een leuke afwisseling met de vliegtuigen. De MG kan met open en dicht dak gebouwd worden. De Ulster was vanwege de ingetogen plastickleuren realistischer dan de MG.
Edu de Roos had ook een wat oudere Tamiya 1/35 Churchill Crocodile recht uit de doos gebouwd. Zoals te verwachten van Tamiya had het model een duidelijke bouwbeschrijving en een goede passing. Deze vlammenwerpertank heeft een aanhangwagentje waarin de brandstof voor de vlammenwerper zit. De tank is net als zijn naamgever eigenlijk te lomp en lelijk om aan te zien, maar was toch erg leuk om te bouwen. De verf was van Humbrol, kleur 159, waarmee Edu tegenwoordig alle geallieerde voertuigen schildert. Na eerder geconfronteerd te zijn met potjes 159 met onderling verschillende kleuren had hij een dozijn potjes met hetzelfde serienummer gekocht, zodat hij even vooruit kan en geen probleem met afwijkende kleuren zal hebben.
Ted Botter toonde een Dragon 1/35 Sd.Kfz. 184 Ferdinand, versie juli 1943. Deze Duitse tankjager was nog in aanbouw en ongeschilderd. Aan het model wordt reeds tien jaar gebouwd en de planning is om het model eind volgend jaar gereed te hebben. Het model is compleet met geschut, interieur, verlichting en bekabeling, voor het grootste deel scratchbuilt. Het was nogal een klus om foto's van het interieur te vinden naast de weinig beschikbare foto's in de vakliteratuur. Maar na een intensieve speurtocht op het internet was dat uiteindelijk nog aardig gelukt. Ted gaf aan dat dit het laatste extreem gedetailleerde model zal zijn van hem, daarna weer gewoon heel veel bouwen, straight out of the box, zeg 10 modellen in 1 jaar in plaats van 1 model in 10 jaar.
Tim van Luijk had ook een Revell 1/72 T-34-85 gebouwd en in het typische Russische groen geschilderd. Het model staat op een ondergrondje dat oorspronkelijk van een Matchbox Jagdpanther was.
Wim Klerk toonde een Revell 1/72 GTK Boxer van de Duitse landmacht.
Ted Spinders liet een Tamiya 1/16 Sherman zien, de DMD (Digital Twin Motor Differential) versie met een 4-kanaals ontvanger. De 'white wash' wintercamouflage is gemaakt met Tamiya verf en 'chipping fluid'. Daarna zijn diverse 'streaking grime' en 'mud weathering' middeltjes toegepast.
Tot slot twee sfeerfoto's van de avond.
Tekst: leden / Eindredactie: Rob de Bie / Foto's: Rody Verkruissen en Patrick Verschut