Dinsdag 3 oktober hadden we weer een regio-avond met 30+ bezoekers, aardig wat modellen op de tafels en veel gezellige gesprekjes in het zaaltje van speeltuinvereniging Inter Amicos in Rijswijk. Er was handel van Ted Spinders en leden, en de bouwtafel was zoals gebruikelijk bezet. In zijn praatje ging regiocoördinator Edu de Roos in op de verminderde gezondheid van enkele leden en op de komende ESM. Rob de Bie ging daar ook op in en liet de laatste stand van zaken van de clubtafel met winkeldisplays zien.
Op de tafels zagen we 35 modellen vanavond. Te beginnen met de schepen: daar stonden in schaal 1/144 een havenblokkeerschip en in schaal 1/200 een Smit Rotterdam. Bij de voertuigen stonden er een Fiat 500 in 1/24, een Daihatsu Mira Van in 1/32 en in schaal 1/35 een Steyr tractor, twee Amerikaanse modellen, een Sherman tank, een Bren Carrier en een Panther Ausf. A. De exoten bestonden uit drie figuren uit Pirates of the Caribbean, een Star Wars Snowspeeder en een Wall-E uit de gelijknamige film.
Het vliegend materieel, daar waren er -zoals gebruikelijk- de meeste modellen van. In schaal 1/24 was er een Wallis WA-116 Agile autogyro, in 1/40 een Nike Hercules en in 1/48 waren er een Cessna T-37, een Focke-Wulf 190A, een Spitfire Mk IIa en een Fairey Firefly. In schaal 1/72 zagen we drie stuks Republic P-47 Thunderbolt, een SR-71A, een Kawanishi E15K Norm, een North American P-51D Mustang, twee stuks Northrop NF-5A, een Fokker F.VIII, een Bristol Freighter, een Boeing B-29A Superfortress in aanbouw en een V2. In onbekende schaal waren er een raket en een Horten 229.
Tegen tienen sloten we weer een mooie bijeenkomst af.
Patrick Verschut
We vervolgen met het fotoverslag van de 35 modellen die vanavond op de tafels waren opgesteld. Zoals gebruikelijk laten we ze zien van rechts naar links.
Martin Letterman: "De Nike Hercules surface-to-air raket is geproduceerd van 1957 tot 1978 en was bedoeld om vliegtuigen en raketten van het Warschaupact te weren. Nederland kreeg ook de taak om deze te plaatsen, en deed dat in West-Duitsland. Het model is van Revell in schaal 1/40 en geverfd met Vallejo. Enkele details heb ik gemaakt van messing.
Vijfentwintig jaar geleden heb ik de Steyr tractor van Italeri in 1/35 gebouwd, maar het model had de tijd niet overleefd; hij lag inmiddels in stukken. Omdat ik ‘m te leuk vond om weg te gooien, heb ik hem volledig gerestaureerd. Het model is aangevuld met vaten en jerrycans, en geverfd met Humbrol."
Rogier Aulbers: "Deze autogiro is een Wallis WA-116 Agile en werd door Airfix uitgegeven in de schaal 1/24. De bekendste versie is uit de James Bond film 'You only live twice' uit 1966. Een relatief onbekende versie is die van het Britse Army Air Corps waarmee begin jaren zestig proeven werden gedaan. Uiteindelijk koos het AAC voor de Westland Scout helikopter die met redelijk succes in de Falklandoorlog werd ingezet. Het model heb ik vorig jaar gebouwd en zelf een diorama gemaakt met een verzonnen landingsstrip gemaakt van waterijsstokjes. Het model en de diorama waren op de ESM van 2022 te zien op onze regio inzending met het thema diorama's."
Rody Verkruissen
1/35 Italeri, twee US motoren & Sherman tank 'Fury'
Marcel Chmura: “De drie Republic P-47 Thunderbolt kitjes zijn van Academy (1/72) en ik ben wel een beetje een liefhebber geworden van de uitbundige Amerikaanse jagers met hun mooie 'nose art' en 'checkered tails'. Het was in eerste instantie bedoeld als een duo-bouw, maar de metallic uitgevoerde bubble top is er gaandeweg nog aan toegevoegd. De kwaliteit van de modelletjes is niet top, maar er valt wel degelijk wat leuks van te maken. Ik kon bij de twee Razorbacks niet kiezen tussen de decalopties dus heb ik ze beide maar gebouwd. Ik heb er nog meerdere liggen die in talloze uitvoeringen gemaakt kunnen worden dus er zullen er vast nog wel meer verschijnen op de clubavonden. De Razorbacks zijn aan de onderzijde gespoten in diverse tinten grijs, voornamelijk van het merk Ammo by Mig; de bovenzijde eveneens met Ammo verf waar ik Olive Drab basis een verweerde uitstraling heb gegeven met Russian WW2 Green. Dit is een warme kleur groen en kan uitstekend doorgaan voor verkleuring van de verf. De paneellijnen heb ik opgehaald met Ultimate Weathering Wash in de kleur Light Dirt en Tamiya panel liner. Hier en daar heb ik enkele panelen nog bewerkt met Mig Oil Paints om nog wat extra verwering te krijgen. De chipping is een combinatie van een Posca 0,7 mm metal acryl verfstift en Vallejo Steel aangebracht met een stukje spons. De stiften zijn ideaal voor bepaalde klusjes, zoals het geel op de uiteinden van de propellerbladen of andere details waar precisie vereist is, zoals de frames van de cockpitruiten. De bubble top is gespoten met AK Metal Paints en Vallejo Dull Aluminium en zijn na een etmaal drogen direct te weatheren volgens de fabrikant, maar ik heb er toch een laag Humbrol Gloss overheen gespoten voor de decals. Die verf spuit prima, maar maak wel meteen daarna je airbrush schoon met Tamiya X20 thinner want het laat zich wat lastig verwijderen. Trouwens de cockpit ruiten bij deze kits zijn wel rampzalig slecht en zeer moeilijk te maskeren met tape aangezien er geen reliëf in de ruitjes zit maar dit was eigenlijk het enige echte minpunt van deze kitjes. Ik heb ze met veel plezier gebouwd."
Rob de Bie: “Eind 2022 gaf Chris van Ravesteijn me een set van vier grotendeels gebouwde 1/72 SR-71A modellen, van Hasegawa (twee stuks), Monogram en Italeri. Ik was er blij mee, want nu kon ik de drie modellen met elkaar vergelijken, en besluiten welke de beste is om zelf in de toekomst te bouwen. Tijdens mijn spottersjaren heb ik de Blackbird in actie gezien, mooie herinneringen! Ik besloot één van de Hasegawa modellen af te maken, om aan een achterneefje te geven, als speel-vliegtuig. Ik heb het kwetsbare landingsgestel weggelaten, en de pitotbuis verwijderd. In de haast ben ik de schietstoelen en piloten vergeten, maar daar zie je maar weinig van door de kleine raampjes. Het model is gespoten in Revell 9 antraciet, een bijna-zwarte kleur. Gelukkig deden de oude decals het nog goed, en met een Alclad vernis er over waren ze zo goed als perfect. Nu maar hopen dat het mannetje van 8 het model leuk vindt.
Deze YF-23 was mijn tweede 'serieuze' model ooit, bijna 25 jaar geleden gebouwd. De echte YF-23 was in competitie met de YF-22, en de laatste heeft de strijd gewonnen, wat de F-22A heeft opgeleverd. Ondanks dat het model maar één kleur heeft, ziet het er toch levendig uit, doordat ik met pastelpoeder kleine kleurverschillen heb aangebracht. Dat was wel een lastig proces, omdat pastelpoeders door vernis behoorlijk van kleur kunnen veranderen. Ik heb daarom diverse proefstukjes moeten maken. Het model is gemonteerd op een stukje koolstofvezel sandwich, symbolisch voor de moderne materialen van moderne gevechtsvliegtuigen. Het modelletje kreeg de eerste prijs in de categorie 1/144 van de IPMS Nationals in 2000, toen nog in een sporthal in Nieuwegein-Zuid.”
Patrick Verschut: “Tijdens één van onze regioavonden heb ik een Kawanishi E15K Norm in schaal 1/72 van een lid overgenomen. Dit model van A&V-models is mijn eerste resin kitje. Het was geen feest om te bouwen. Allereerst is de romp een beetje krom, is er aardig wat flash en zitten er dikke klinknagels op het model. Een fractie van een seconde te laat gekeken (secondelijm) en ook de staartvleugel zit een beetje scheef. De cockpit was leeg en die heb ik wat ingericht, afgekeken van spuitgietmodellen. De dolly is scratch gebouwd. De 'Norm' was bedoeld als snel verkenningsvliegtuig voor de Japanse marine. De eerste toestellen werden vanaf april 1944 ingezet in de Stille Zuidzee en vervolgens afgeschoten door de US Navy. De productie is al snel gestaakt en het bleef bij 15 toestellen inclusief de 6 prototypes. De bouw was geen succes, maar wel leerzaam."
Cliff Slootweg: “Ik ben pas 'bouwer' sinds januari en heb mijn vierde gebouwde model meegenomen: de 1/72 North American P-51D Mustang van Tamiya. De leercurve is steil, na de aanschaf van een airbrush en gebruik van panel-liners, washes, poeders etc. Dat model moest weer wat preciezer dan de eerdere drie. Dus voor het eerst heb ik gebruik gemaakt van foto-ets en dat is bij schaal 1/72 soms best frustrerend. Maar gelukkig heb ik alle wegspringende stukjes weer teruggevonden en uiteindelijk is alles erop gegaan. Zelfs zo'n minuscuul klein stukje met twee gaatjes, dat omgevouwen moest worden, en waar dan een draadje doorheen moest. Pfff. En dat moest dan in de 'achteruitlaat' komen. Netjes horizontaal erin geplakt zoals aangegeven stond. Blijkt achteraf dat die omschrijving verkeerd was. Het moest verticaal. Tja. Ook dat is leergeld. Ik accepteer dat zaken niet helemaal vlekkeloos verlopen en ben blij met wat ik maakt. De rest van je familie en vrienden zien het toch vaak niet eens. Ik wijs ze dan wel op al die schoonheidjes die ik met veel precisie en moeite (3 x lijmen bijvoorbeeld) erop kreeg, zoals de rails bij de canopy, de head-up display voor het raampje of die haakjes waaraan de tanks hangen. Het ziet er eenvoudig uit, maar is echt wel puzzelen om er goed op en in te krijgen.”
Jaap de Vries: “Ik heb vanavond twee Northrop NF-5A’s van de Koninklijke Luchtmacht in demo-beschildering meegenomen. Ik denk dat het modellen van Hasegawa in schaal 1/72 zijn en heb ze lang geleden gebouwd. De K-3031 nog in standaard camouflagekleur. Alleen het kielvlak was van een kleurtje voorzien. Deze was van het 316 squadron in 1978 en werd gevlogen door kapitein Pieter Smith. De tweede NF-5 is van het 314 squadron in 1988. Ze vlogen als 'Double Dutch' met twee NF-5’s. De vliegers waren kapitein Sander Schnitger (later commandant van de Luchtmacht) en eerste luitenant Jaap van Keulen.“
Rob Hamann: “Ik had het Daedalus 1/72 model van de Fokker F.VIII meegenomen, de standaard KLM kist voor de Europese lijnen in de twintiger en dertiger jaren. De Daedalus vacuform kit gaf het vliegtuig weer in de configuratie zoals die in Zweden had gevlogen. Ik had de kit in half gebouwde vorm overgenomen van een collega-modelbouwer die het opgegeven had. Het eerste wat ik heb gedaan is alles weer gesloopt en uitgezocht hoe de KLM-versie er uit zag. Uiteindelijk waren eigenlijk alleen de romp, vleugel en staartvlakken bruikbaar. Ik heb er een volledig interieur in de romp ingebouwd inclusief de 15 passagiersstoelen en het cockpitinterieur en de raamindeling gewijzigd. De motoren zijn van Engine & Things (helaas gestopt sinds dit jaar) en de ophanging daarvan is helemaal scratch gebouwd, net als de propellers en het landingsgestel. De motorgondels heb ik afgegoten van de houten master. Decals heb ik zoals gewoonlijk zelf getekend en het wit en metallic is geprint door Arctic Models. De zwarte registraties heb ik zelf geprint op wit decal papier met de inkjet. Uiteindelijk stond er een tamelijk uniek model in een zeker unieke configuratie. Er schijnen ergens in Zweden nog 25 vacuform kits te liggen, en als de Luchtvaart Hobbyshop die te pakken kan krijgen, heb ik thuis de masters en decals al liggen om er een KLM kit van te maken.”
Hans van Gelder: “Mijn model in aanbouw van de De Havilland Mosquito is de oude doos van Revell uit de jaren zeventig in schaal 1/32, lang geleden gekocht voor een paar euro op een IPMS bijeenkomst. De schaalnauwkeurigheid is goed, maar de details, zoals kleppen, luikjes en deksels zijn of niet aanwezig of verkeerd - te groot, te klein of de verkeerde vorm. De mallenmaker is na het maken van de hoofdvormen van het model waarschijnlijk naar de pub gegaan en niet meer teruggekomen. De afwerking is toen maar door zijn hulpje gedaan. Het is de bedoeling om het model te voorzien van de ontbrekende detaillering, scratch en aftermarket, en af te werken als een kist van 192 Squadron RAF. Deze toestellen werden gebruikt voor ELINT-operaties, het vergaren van door de Duitse apparatuur uitgezonden radio- en radarsignalen. “
Edu de Roos: “Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog waren havenblokkeerschepen of blokkadelopers zeegaande stoomschepen die werden gebruikt om door de Noordelijke blokkade te komen die zich ongeveer 5.600 km uitstrekte langs de kustlijnen van de Atlantische Oceaan en de Golf van Mexico en de lagere rivier de Mississippi. De Geconfedereerde staten hadden grotendeels geen industriële capaciteit en konden niet de hoeveelheid wapens en andere voorraden leveren die nodig waren om tegen het industriële Noorden te vechten. Om aan deze behoefte te voldoen werden blokkadelopers gebouwd in Schotland en Engeland en werden gebruikt om de geweren, munitie en andere benodigdheden te importeren die de Confederatie hard nodig had, in ruil voor katoen dat de Britse textielindustrie hard nodig had. Om de blokkade te doorbreken, moesten deze relatief lichte schepen met een geringe diepgang, meestal gebouwd op Britse scheepswerven en speciaal ontworpen voor snelheid, maar niet geschikt voor het transport van grote hoeveelheden katoen, onopgemerkt, meestal 's nachts, door de Noordelijke blokkade varen. De typische blokkadelopers waren particuliere schepen die vaak opereerden met een merkbrief uitgegeven door de Geconfedereerde Staten van Amerika. Als ze werden opgemerkt, probeerden de blokkadelopers alle Noordelijke schepen op blokkadepatrouille te overmeesteren of eenvoudigweg te ontlopen, vaak met succes. Het model is van Amerikaanse merk Lindberg, waar je overigens weinig van op de Nederlandse markt ziet, uit de serie 'Classic replica'. Het schip heeft geen specifieke naam, maar wordt gepresenteerd als 'Civil War Blockade Runner'. Het model is in de schaal 1/124, en zo uit de doos gebouwd, met wat extra hekwerk over van vorige projecten. Zoals gebruikelijk door mij geschilderd met enamel van Humbrol en Revell in de tamponeer techniek.
De drie 'Pirates of the Caribbean' zijn 1/24 figuurtjes. Ik probeer zoveel mogelijk via de originele kanalen te kopen, maar dit soort figuurtjes ben ik alleen nog maar tegengekomen bij Ali. Ik weet dus ook niet of dit spul uit China kopieën zijn en waar dan het origineel vandaan zou moeten kopen. Saillant detail is dat ik één van de benen van de piraat met de verrekijker kwijt ben geraakt en hem toen de benen van de piraat met het geweer heb gegeven. De piraat met het geweer heeft toen het overgebleven been gekregen en heb ik hem een houten been aangemeten. Een tinnen figuurtje van de Nederlandse Stichting Modelfiguren van Peter Stuyvesant stond model voor de houtenpoot. Het materiaal is resin, en ik heb het geschilderd met enamel van Humbrol en Revell."
Jos van der Sluijs
1/72 Fly Bristol Freighter
1/48 Revell Cessna T-37
Renzo Stuurman
MPC 1/22 Star Wars Snowspeeder
Danny Kikkert
1/48 Focke Wulf 190A
Tim van Luijk
1/72 Academy Boeing B-29A Superfortress in aanbouw
Jan de Jager: “De 1/200 Smit Rotterdam van Heller had ik voor derde keer bij me. Nu de compleet afgebouwde versie, met alle relingen, de scene op het achterdek, het tuigage, de antennes, verwering, de bemanningsleden (Preiser schaal Z) en de aangepaste verlichting. De kit is van zichzelf erg incompleet, vind ik. Er zijn nogal wat zaken aan toegevoegd om het op een operationele sleper te laten lijken. De verlichting wordt door een microcontroller (Pi Pico) door zeven scenario’s geschakeld, lopend van aan de kade, via op weg naar de sleep, varianten met sleep en terug aan de kade. Toen ik op school zat kwam dit schip in de vaart als de sterkste zeesleper ter wereld. Inmiddels is het doek alweer gevallen en is het op een strand in India gesloopt.”
Reinhold Bogaard: “Ik heb de Fiat 500 van Tamiya in schaal 1/24 meegebracht. Met een 'Parts Pack' detailset van Revell heb ik ‘m omgebouwd tot een dragster met een Pontiac 421 V8 motorblok. “
Walle Oppedijke van Veen: ”In het voorjaar heb ik een meerdaagse 'battle tour' gedaan naar Zeeland om de Slag om de Schelde te bestuderen en in het bijzonder de landingen op Walcheren in oktober / november 1944. Dit was de motivatie om enkele kenmerkende Britse/Canadese voertuigen in schaal 1/35 te bouwen en samen te voegen in een diorama. Het eerste voertuig is de Bren Carrier van Tamiya dat ik echt uit de doos heb gebouwd, zonder problemen, met als toevoeging een Canadese parachutist van het merk Miniart. Het tweede is een Britse commandojeep van Tamiya (in samenwerking met Italeri), eveneens recht uit de doos gebouwd. Ook hier was weinig bemanning in de kit en heb ik van Miniart een Britse commandant toegevoegd in het voertuig. De decalset van de Bren Carrier is ook gebruikt voor de jeep die zelf geen decals in de doos had. De voertuigen zijn nog niet af, en moeten met bepakking passen in een nog te bouwen landingsvaartuig (LVT4). Verwering wordt afhankelijk van het karakter van het ook nog te bouwen diorama. Het waren overwegend Canadese troepen die aan de slag deelnamen, en daarom ik ben nog op zoek naar Canadese infanteristen en paratroepen. Heb je die nog liggen? Neem ze dan volgende keer mee!”
Roelof Timmerman
Raket
Horten 229
Thomas Hamann: “Mijn model betreft een Daihatsu Mira Van, in de kleuren van een reclame-voertuig voor de Japanse live-action studio Tsuburaya (makers van o.a. Ultraman), op schaal 1/32 (merk LS). De kit is voorzien van wat extra interieurdetails, aangezien die goed zichtbaar zijn door de grote ramen, en afgewerkt met Tamiya verf."
Pieter Spoelstra: “De V2 raketinstallatie van Takom in schaal 1/72 heb ik gebouwd voor de 'Historische Vereniging Buitenplaats Ypenburg', omdat op en in de omgeving van het voormalige vliegveld Ypenburg ook V1 en V2 raketten zijn afgevuurd. Het is een mooie kit waar ik niet veel aan heb toegevoegd. Het model heb ik geverfd met Vallejo en vervolgens samen met de ondergrond verouderd met andere kleuren verf, washes, olieverf en pigmenten. De ondergrond is van een bekend Zweeds kastje en voorzien van boetseerklei en toefjes miniatuurgras (decoratief gras) die je in een setje kan kopen.
De Spitfire Mk IIA in 1/48 is een relatief goedkoop doosje van Revell in vergelijking tot andere merken en er was dan ook het nodige plamuur nodig om het ‘passend’ te maken. Er zijn geen diepliggende paneellijnen. Al met al is het een leuk modelletje om aan te bouwen, hoewel de canopy tijdens het bouwen brak. Deze heb ik nieuw gemaakt met een mal en vervolgens heb ik het transparante plastic vacuüm getrokken en afgewerkt met plastic stripjes en uiteraard geverfd in dezelfde kleuren van het vliegtuig. De decals heb ik aangebracht met Microscale Set en Sol (blauw en rood). Ook dit model is vervolgens verouderd met andere kleuren verf, washes, shaders en pigmenten.
En dan de Fairey Firefly van PP Aerokits 1/48. Dit model van Frits Krieg was al een tijdje terug aangeboden op een regioavond om mee te nemen. Via een andere collega modelbouwer die de doos had meegenomen ben ik de uitdaging aangegaan om hem te bouwen. De plastic onderdelen van de romp en vleugels waren vacuüm gezogen platen die jezelf moest uitsnijden en de andere onderdelen bestonden uit foto-ets, resin, plastic en witmetaal. Er was ook hier weer veel plamuur nodig om er iets moois van te maken. Uiteindelijk is dat aardig gelukt, maar niet echt voor herhaling vatbaar wat mij betreft. Ik heb veel foto’s bestudeerd voor de ‘finishing touch’. Een aantal van de grote decals van de Nederlandse codering ging stuk tijdens het aanbrengen en heb ik besloten deze ook te verven met Vallejo-verf. De kleuren wit en oranje zijn kleuren die niet snel dekkend zijn. Volgende keer ga ik daar denk ik een ander merk voor gebruiken, of een andere aanpak, omdat ik dat hier wat minder geslaagd vindt. De lampjes in de vleugels zaten niet in de doos en heb ik gemaakt van Microscale Kristal Klear en daarna geverfd met transparante verf van Tamiya. De veroudering is tot stand gekomen met andere kleuren verf, washes, shaders en pigmenten.”
Kees Onderwater
1/35 Tamiya Panther Ausf. A
Wim Hoogendoorn: “Ik had eens wat anders dan een auto bij me. Ik heb met mijn 3D filamentprinter alle onderdelen van de Wall-E uitgeprint en gebouwd. De onderdelen zijn op internet te vinden. Er gaat ook nog wat elektronica in, zodat hij kan rijden en hoofd, nek en armen kan bewegen.”
En we ronden af met wat sfeerplaatjes van Inter Amicos.
Tekst: leden. Eindredactie: Patrick Verschut. foto's: Rody Verkruissen, Patrick Verschut