Dit artikel verscheen eerder (in ingekorte vorm) in Argus, nummer 96
Auteur: Guus Gonggrijp
In ons deel van de wereld wordt aangenomen dat wetenschap en creativiteit alleen in volle vrijheid kunnen gedijen. Gezien de “zegetocht van de Chinese draak”, zoals het Duitse weekblad Der Spiegel onlangs titelde, kun je daar aan gaan twijfelen. Maar er zijn ook vroegere voorbeelden. De sovjet-luchtvaart in de jaren dertig bijvoorbeeld.
Neem deze foto, opgenomen op 29 april 1930 op een Russisch vliegveld. We zien het prototype van een jachtvliegtuig dat later als I-5 (die I staat voor Istrebitel, jager) in serieproductie is gegaan. Het ontwerp is van Nikolai Polikarpov. Interessant is hier het sterretje op het richtingsroer. Volgens het Lexikon Sowjetluftfahrt uit de DDR was dat een vroeg embleem van de rode luchtstrijdkrachten. Dat is niet helemaal juist. Die verstrengelde cyrillische letters BT staan voor Vnoetrennjaja Tjoerma oftewel "Interne Gevangenis". Het illustreert een heel speciaal hoofdstuk uit de Russische luchtvaartgeschiedenis.
Stalin was gefascineerd door techniek. Schrijvers noemde hij ingenieurs van de menselijke ziel. Vaak verkeerd begrepen is zijn uitspraak “de kaders beslissen alles”. Hij bedoelde dat het beschikken over technisch kader, en met name ingenieurs, beslissend was. In de jaren dertig vond een ongekende industrialisatie plaats. De tijd drong, zoals hij in 1931 in een toespraak voor de chozjaïstwenniki (captains of industry) duidelijk maakte: “We liggen vijftig tot honderd jaar achter op de meest ontwikkelde landen. We moeten die afstand snel in tien jaar afleggen. Of wij doen dit, of ze drukken ons dood”. In 1941 stond het Rode Leger inderdaad “in volle wapenrusting”. Maar het ging niet alleen om wapentuig, ook prestige was belangrijk. Goede sier maakte de Sovjet-Unie in 1928 met haar succesvolle bijdrage aan een internationale reddingsoperatie om bemanningsleden van het verongelukte luchtschip Italia van graaf Nobile van het poolijs te halen. De dankbare Italiaan kwam later vier jaar werken aan de ontwikkeling van sovjet-luchtschepen. Na de oorlog stond hij in zijn land nog kandidaat voor de verkiezingen op de lijst van de Partito Comunista Italiano. Internationaal de aandacht trok de evacuatie door de lucht van de bemanning van het sovjet-stoomschip Tsjeljoeskin. Dat was in de Noordelijke IJszee in het pakijs bekneld geraakt en gezonken. Speciaal voor zeven betrokken piloten werd de onderscheiding “Held van de Sovjet-Unie” ingevoerd. De internationale pers was vol lof. In ons land bracht de Vereeniging Van Vrienden der Sowjet-Unie een boek in twee delen uit “Een land redt zijn zonen”, niet geheel correct, want onder de geredden waren ook vrouwen en kinderen, onder wie een meisje dat tijdens de reis was geboren.
Stalin leek de beste methode om over die technische kaders te kunnen beschikken, ze aan het werk te zetten in speciale gevangenissen..... Die werden informeel aangeduid met de term sjarasjka, geprivilegieerde gevangenis. Polikarpov was een vroeg geval. Hij was aanvankelijk, beschuldigd van sabotage en contrarevolutionaire activiteiten, ter dood veroordeeld, moest vervolgens in gevangenschap een nieuw jachtvliegtuig ontwerpen, maar toen dat voldeed kon hij in vrijheid verder aan de slag. In 1938 kwam het sjarasjka-systeem pas goed op stoom. De ene ontwerper na de ander werd beschuldigd van allerlei misdaden, opvallend vaak ook van lidmaatschap van een fascistische organisatie, en belandde in de sjarasjka.
Geheime-dienstchef Beria had de verschillende KB’s (constructiebureaus) onder zijn hoede. Vergeleken met de gedetineerden in de strafkampen waren de gevangenen hier inderdaad geprivilegieerd. Er waren soms zelfs sinaasappels. Lang niet alle ontwerpers belandden in de sjarasjka, maar ieder besefte dat het ook hem kon treffen. Hun gemoedstoestand moet een merkwaardige mengeling zijn geweest van trots op eigen prestaties, patriottisme en doodsangst. Het lijstje van sjarasjka-gedetineerden bevat veel grote namen. Sergej Koroljov en Valentin Gloesjko werkten er aan raketmotoren voor vliegtuigen en in 1942 maakte het eerste raketvliegtuig ter wereld zijn eerste vlucht. Voor de oorlogvoering was dat toen al niet meer van belang, maar later speelden beiden een grote rol bij het sovjet-ruimteprogramma. Andrej Toepolev en Vladimir Petljakov ontwikkelden er vooral meermotorige vliegtuigen. De laatste is in de oorlog door Beria persoonlijk nog invrijheidsstelling beloofd als hij en zijn team van één van hun toestellen binnen 45 dagen een duikbommenwerper konden maken. Vladimir Mjasisjtsjev werkte in TsKB 29 (centraal ontwerpbureau) onder Petljaklov. Na zijn vrijlating in 1940 kreeg hij belangrijke functies, en ontwikkelde hij een tegenhanger van de Amerikaanse B-52-bommenwerper. Roberto Oros di Bartini, een Italiaanse aristocraat en communist, ging in de Sovjet-Unie aan de slag als ontwerper en werd in 1938 beschuldigd van spionage voor, uiteraard, fascistisch Italië. Hij kwam pas vrij in 1946, waarna hij nog vele ontwerpen op zijn naam zette. Na de oorlog kwam er nog een nieuwe lichting: Duitse vliegtuig- en raketspecialisten.
In de jaren dertig vierde de sovjet-luchtvaart ware triomfen. Het ene wereldrecord werd op het andere gestapeld, voor vlieghoogte, maar vooral voor lange afstandsvluchten. In opdracht van Stalin had Toepolev daarvoor een speciaal eenmotorig toestel ontwikkeld, de ANT-25. Het kon honderd uur in de lucht blijven en dan meer dan 10.000 kilometer afleggen. Een trio onder testpiloot Valeri Tsjkalov, die op de romp “Marsroute van Stalin” had laten schilderen, vloog er mee over de Noordpool tot een uithoek van Rusland, zo’n 9000 kilometer. Een ander team met een soortgelijk toestel vloog nog verder, naar de VS, wat bij president Roosevelt een soort Spoetnik-shock veroorzaakte. Een verhaal apart is het in 1933 opgerichte agitatie-eskader “Maxim Gorki”, genoemd naar de beroemde schrijver. Het idee kwam van de journalist Michaïl Koltsov, star reporter van de Pravda en oprichter van populaire bladen als Ogonjok (Vlammetje) en het satirische tijdschrift Krokodil. De eenheid moet uiteindelijk meer dan veertig toestellen hebben geteld, merendeels tweezits tweedekkertjes, maar ook grotere toestellen. Ze vertegenwoordigden verschillende bladen. De Rabotnika (Arbeidster) had uiteraard een vrouwelijke piloot. Vlaggenschip was aanvankelijk de viermotorige “Pravda”, maar de show stal de “Krokodil”, die optisch was omgewerkt tot zo’n vleesetend reptiel.
De vliegende agitatoren trokken het land in en toonden in de verste uithoeken de verworvenheden van de industrialisatie. Er werden mensen mee de lucht in genomen om te laten zien dat daar geen engelen of hemelpoort te vinden waren. In 1934 werd een door Toepolev ontwikkeld propagandatoestel gepresenteerd, de Maxim Gorki.
Het was het grootste vliegtuig ter wereld, met acht motoren, waarvan twee op de romp, lichtreclame aan de onderkant, een filmzaaltje, een offsetpers voor strooibiljetten en kranten, een reuzeluidspreker die 12 vierkante kilometer bestreek, en plaats voor 72 passagiers! Helaas knalde een escorterend jachtvliegtuig in 1935 al stuntend op de rechtervleugel, met 45 doden de grootste vliegramp tot dan toe. Drie jaar later werd het eskader ontbonden. Koltsov heeft zijn geesteskind niet lang overleefd. Terug uit de Spaanse Burgeroorlog werd hij op een receptie door Stalin aangesproken. “Ze zeggen dat jij ongeluk brengt. Elke slag waar jij bij was hebben we verloren”. Op Koltsovs tegenwerping dat dat toch weinig rationeel was antwoordde Stalin: “Inderdaad, maar heb jij niet een Duitse vriendin?.....” Niet veel later stopte er een zwarte limousine voor het gebouw van de Pravda. Koltsov moest meekomen. Alle medewerkers hingen uit de ramen, en een collega gaf als commentaar: “Wat een eer. Beria zelf”.
Voor het grote publiek bleef het vliegwezen vooral een feestelijk gebeuren. Op het vliegveld Toesjino bij Moskou konden de massaal toegestroomde toeschouwers zich op 18 augustus, de Dag van de Luchtvaart, vergapen aan de nieuwste ontwikkelingen. Het stuntteam Rode Vijf maakte capriolen in de lucht, bommenwerpers gooiden een namaak-fabriek in puin, nieuwe vliegtuigtypes werden gepresenteerd en grote ballonnen gingen de lucht in en voerden portretten van prominenten de na de ander omhoog. Bij een bioscoopjournaal uit 1938 viel bij dat laatste iets op. Terwijl de muziek gewoon door speelde, ging het beeld enkele seconden op zwart. Het publiek begreep: hier was iemand in ongenade gevallen. In 1940, bij de voorlopig laatste show, werd het tot dan toe geheime project Zveno (kettingring) getoond.
Een zware sovjet-bommenwerper werd aangevallen door “vijandelijke” jagers. Daarop maakten zich twee eigen jachtvliegtuigen van de vleugels van de bommenwerper los die de aanvallers verdreven. De technische kaders ontbrak het niet aan inventiviteit. Achteraf kun je zeggen dat de sjarasjka-aanpak heeft gewerkt, en ook dat degenen die daar terechtkwamen nog geluk hebben gehad. De ontwerper Konstantin Kalinin had dat niet. Die oogstte in Toesjino nog veel lof van het publiek met zijn “Vuurvogel”, een carnavalesk beschilderde tweemotorige vliegende vleugel, maar in 1938 werd ook hij gearresteerd.
In het genoemde DDR-lexicon staat als jaar van overlijden 1940. Toen kreeg zijn gezin inderdaad te horen dat hij als vijand van het volk was geëxecuteerd. In werkelijkheid was dat al twee jaar eerder gebeurd.
Voor Polikarpov, de “koning van de jachtviegtuigen”, bleef het er om spannen. Zijn I-16, een vrijdragende ééndekker, dus met vleugels zonder spandraden, en met intrekbaar landingsgestel, overtrof in 1933 alles op dat gebied. In de loop van de Spaanse Burgeroorlog werd echter duidelijk dat de Duitsers een flinke inhaalslag hadden gemaakt. Er moest een nieuwe jager voor “Stalins valken” komen. Polikarpov presenteerde een veelbelovend ontwerp, en eind 1938 was er een prototype. Testpiloot Tsjkalov besloot meteen een proefvlucht te maken. Dat werd hem dringend afgeraden, want er moest nog het een en ander aan het toestel worden gedaan. Helaas, zulke waarschuwingen waren aan deze lefgozer niet besteed. Hij had ook nooit, zoals een collega opmerkte, beweerd dat limonade zijn lievelingsdrank was. Tijdens de vlucht sloeg de motor af, het toestel crashte, en Tsjkalov kwam om het leven. In die tijd moest zoiets wel sabotage zijn. Tsjkalov was tot een icoon gemaakt, bovendien een favoriet en als we een recente Russische tv-serie over zijn leven mogen geloven ook een drinkmaatje van Stalin. Voor Polikarpov zag het er dus voor de tweede keer somber uit. Waarschijnlijk op aanwijzing van Stalin is hij de dans ontsprongen, maar twee van zijn naaste medewerkers zijn wel gearresteerd. In 1939 werd hij op reis gestuurd naar nazi-Duitsland. Bij terugkeer vond hij zijn bureau gesloten. Zijn medewerkers waren overgeheveld naar het gloednieuwe ontwerpbureau van het duo Mikojan en Goerevitsj, MiG inderdaad, waarbij een rol kan hebben gespeeld dat Artjom Mikojan de zoon was van een hooggeplaatste partijfunctionaris. Wel kreeg Polikarpov een professoraat en hoge onderscheidingen, maar latere ontwerpen werden geen succes. Hij stierf als kankerpatiënt een natuurlijke dood. Pas in 1956 zijn de beschuldigingen tegen hem van een kwart eeuw eerder ongegrond verklaard.
-----------------------------
Dit artikel is met toestemming van de auteur Gonggrijp geplaatst 26 februari 2021; (c) Copyright, het mag niet zonder toestemming worden overgenomen of gepubliceerd.