china prc flag

China, met maar liefst 1,5 miljard inwoners onder controle van de communistische partij, heeft zich ontwikkeld tot een machtig land. Hoe zit het met de Chinese luchtstrijdkrachten?

Militaire Luchtvaart in China 1924-1945

Zo rond 1900 waren lokale krijgsheren actief in een verdeeld China. In september 1924 vormden de Nationalisten van de Kuomintang en de communistische partij een pact om China te verenigen. De militaire luchtvaart begon toen met een vliegschool in Guangzhou die vloog met Amerikaanse vliegtuigen zoals de “Rosamonde”. Verder werden pogingen gedaan om vliegtuigfabriekjes op te zetten, maar dat lukte niet vanwege de agressieve Japanse inval in Mantsjoerije in de jaren dertig. China was wel heel actief op de buitenlandse markt en een heel scala aan verschillende vliegtuigtypes heeft gevlogen bij de Chinese luchtmacht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was China voor een groot deel door Japan bezet. Na de aanval op Pearl Harbor gingen vrijwilligers uit de Verenigde Staten van Amerika tegen de Japanners vliegen in de Chinese regio. Ze waren bekend als de Flying Tigers, hadden 3 squadrons uitgerust met Curtiss Hawks en boekten ze behoorlijk succes.

hawk pb

              Curtiss Hawk (model van Peter Booij)

 

Militaire Luchtvaart in China 1945-1966

Na de oorlog begon een strijd om de macht tussen de Chinese communisten geleid door Mao Zedong en de nationalistische Kuomintang. Er waren gevechten uitgebroken en de Kuomintang van generaal Chiang Kai-Shek moest zich terugtrekken naar het eiland van Taiwan. Ze stichtten daar een eigen staat, bekend als de “Republiek van China”. De spanningen met communistisch China zouden vele decennia daarna aanhouden. Een Chinese vliegeenheid beschikte in juli 1949 ondertussen over zes P-51's, twee Mosquito’s en twee PT-19’s. Hiermee werdde People's Liberation Army Air Force (PLAAF) officieel opgericht.

In juni 1950 brak de Korea oorlog uit. Sovietleider Stalin bood Mao hulp aan en leverde Mikoyan-Gurevich MiG-15 jets met Sovjet instructeurs. De Chinese vliegers bleken boven Korea formidabele tegenstanders van de Amerikanen met  F-86 Sabres. Al snel had de PLAAF zo’n 3.000 vliegtuigen.
 

In China werden in de vijftiger jaren verscheidene vliegtuigfabrieken opgezet, genoemd naar de regio. Nanchang ging kleine propeller trainers bouwen. Shijizahuang/ Shaanxi / Xian ging in licentie transportvliegtuigen maken zoals de Antonov An-2 en An-24. Harbin ging de Il-28 bommenwerper bouwen als de H-5. Shenyang produceerde in licentie straalmotoren en jachtvliegtuigen zoals de MiG-15 (J-2 genoemd), de MiG-15UTI-trainer (JJ-2), later gevolgd door de MiG-17 (J-5) en de MiG-19 (J-6). Verder werd een eerste aerobatic team opgericht, “1 augustus”, vliegend  met de JJ-5, de lokale MiG-17 trainer.  Ook werd de Mil Mi-4 in licentie gebouwd als Harbin H-5.

 

Militaire Luchtvaart in China 1966-1976

De jaren zestig waren een moeilijke tijd voor de PLAAF. Er was ruzie uitgebroken met de Soviet-Unie die nu als vijand werd beschouwd en de partij vond strategische raketprogramma’s belangrijker. Toen rond 1965 de Vietnam oorlog uitbrak kreeg de luchtmacht weer meer prioriteit. In 1966 vloog de Chengdu J-7, een kopie van de MiG-21 F13, welke in verschillende Chinese versies zou worden ontwikkeld (tot de Chendu J7iii, een kopie van de Mig-21MF). Nanchang ontwikkelde de Q-5/A-5 jachtbommenwerper op basis van de J-6 (Mig-19p). De fabriek Xian bouwde een kopie van de Tupolev Tu-16 Badger, de H-6. Shenyang was begonnen met de J-8, een vergrote MiG-21 / J-7 met een grote neusinlaat en twee motoren. De NAVO gaf het de codenaam “Finback” maar er waren enorme ontwikkelingsproblemen.

f8 rev1

               Shenyang J-8/ F-8

De daaropvolgende jaren waren er binnen de Chinese communistische partij grote zuiveringen tijdens de “Culturele Revolutie” van 1966 tot 1976. Generaals van de PLAAF werden gewantrouwd en veel ingenieurs werden in heropvoedingskampen geplaatst. Meer dan 5 miljoen Chinezen kwamen om. De inzetbaarheid van de PLAAF met zo’n 4.000 vliegtuigen was droevig en de kwaliteit niet al te best. Al werden in de jaren tachtig de vliegopleidingen verbeterd, technologisch liep men behoorlijk achter. Samenwerking met Pakistan leidde tot de ontwikkeling van de JL-8 straaltrainer door de bedrijven Hongdu China en het Pakistaanse Aeronautical Complex. Van de JL-8, die in Pakistan de K-8 Karakorum wordt genoemd, werden honderden exemplaren gebouwd en geëxporteerd naar Myanmar (Birma) en naar veel Afrikaanse landen.

Militaire Luchtvaart in China 1976-1996

Shenyang had rond 1980 een geheel nieuw J-8 ontwerp gemaakt met twee zij-inlaten en een grote radarneus. Deze werd de J-8 II genoemd en door de NAVO “Finback-B”. Xian ontwikkelde de FBC-1 "Flying Leopard" jachtbommenwerper met twee bemanningsleden en twee Qinling Xian WS-9 motoren (licentie Rolls Royce Spey-motor, ook gebruikt in de Fokker F-28). De eerste vlucht van de FBC-1 (later bekend als JH-7 met NAVO naam “Flounder”) was december 1988.

In 1987 had de luchtmacht ernstige technologische tekortkomingen, vooral in vergelijking met de belangrijkste bedreiging, de Sovjetstrijdkrachten  en had ze veel behoeften waar ze niet aan kon voldoen. Er werd enige vooruitgang geboekt in het ontwerpen van vliegtuigen met de integratie van westerse systemen zoals bij de Chengdu J-7, Shenyang J-8 en de A-5- aanvalsjager maar als gevolg van het Chinese hardhandig optreden tegen de dissidentprotesten op het Tiananmen plein (Plein van de Hemelse vrede) in 1989 werd deze samenwerking beëindigd. Door de latere ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 stond de Chinese luchtmacht technologisch er enige tijd alleen voor. De Chinese economie groeide desalniettemin als kool en het ging goed met de strijdkrachten. Voor propagandadoeleinden werd in 1996 daarom het aerobatic team “1 Augustus” weer heropgericht dat met veelkleurige Shenyang J-7 (kopie Mig 21F13) toestellen ging vliegen. Politiek kwam een aanpassing in de militaire doctrine: de Chinese communistische partij wilde dat de strijdkrachten offensieve operaties konden uitvoeren.

Militaire Luchtvaart in China 1996-heden

Rusland werd weer wapenleverancier van China, immers de Russische industrie had geld nodig om te overleven. Er volgden afleveringen van grote Ilyushin IL-76 transportvliegtuigen en van Sukhoi Su-27SK "Flanker-B" jagers. Eind 1996 kreeg China zelfs een licentieovereenkomst voor de Su-27 welke als de Shenyang J-11 werd aangeduid, maar de motoren en avionica werden nog steeds in Rusland geproduceerd. Vanwege problemen met het JH-7 jachtbommenwerper programma, leverde Rusland nog eens meer dan 100 Sukhoi Su-30 MMK, Su-30 MK2 en Su-33 MMK. Shenyang ontwikkelde ondertussen een J-11B met Chinese systemen, eigen WS-10 motoren en radarabsorberende materialen. De eerste vlucht was in 2004. In dat jaar was ook de JH-7A klaar en sindsdien zijn er zo’n 250 afgeleverd.

De ontwikkeling van nieuwe Chinese vliegtuigtypes ging gestaag door. De Chengu J-10 volgde, met dezelfde kenmerken als bijvoorbeeld de Eurofighter Typhoon: canard vleugeltjes, deltavleugel en rechthoekige inlaat onder de cockpit. De ontwikkeling begon al in 1980 met assistentie vanuit Israël door IAI met "Lavi" ontwerpervaring. Het idee was om geheel Westerse avionica te gebruiken, maar vanwege het gewelddadige incident op het Tiananmen plein was dit geblokkeerd. De Russen leverden wel gewoon avionica, evenals de AL-31F motor. Het eerste J-10 prototype vloog pas in 1996 en waren rond 2010 nog maar zo'n 120 J-10 kisten in dienst.

 

j10 side2v

        J-10

De PLAAF heeft inmiddels zelfs een “stealth” jager, de Chengdu J-20, die nu wordt uitgetest en er wordt gewerkt aan een stealth bommenwerper die als H-18 wordt aangeduid. De PLAAF is sterk gemoderniseerd, beschikt over zo’n 800 jets, 150 transportvliegtuigen en enige Y-8 AEW radarvliegtuigen, afgeleid van de An-12.

Naast de luchtmacht heeft de Chinese landmacht (PLA) een enorme helikoptervloot met types van Harbin zoals de Z-8 (in licentie gebouwde Aerospatiale Super Frelon), Z-15, Z-20, Mil Mi-17 transporthelikopters en de eigen WZ-10 aanvalshelikopter.

Ook maritiem heeft China aspiraties. De grote marine met veel moderne schepen heeft een grote eigen marineluchtmacht (PLANAF). Die beschikt over talloze types zoals JH-7 bommenwerpers vliegend vanaf kustbases en talloze helikopters zoals Russische Kamovs, de Harbin Z-8 en Z-9 (in licentie gebouwde Aerospatiale Super Frelon en Dauphin).

jh7 30l

      JH-7

Ook wil China vliegdekschepen. Nu was het toeval dat in de Oekraïne een onafgebouwd Russisch vliegdekschip van de Admiraal Kutznetsov klasse van 55.000 ton genaamd “Varyag” weg lag te roesten. Het was crisis in Rusland en lukte het de Chinezen om de Varyag te kopen om zogenaamd te gaan fungeren als attractie in gokparadijs Macau. Het schip werd eind 2002 naar China gesleept maar er waren andere bedoelingen: het werd in China opgelapt, voorzien van nieuwe systemen en werd in 2010 het eerste Chinese vliegdekschip "Lianoning" (Type 001). Natuurlijk was er een goede marinejager nodig voor de PLANAF, maar de levering vanuit Rusland van de gewenste Sukhoi Su-33 "Marine Flanker" werd door de Russen niet toegestaan. Echter, in de Oekraïne stond ook een T-10-K3 prototype van de Sukhoi Su-33 marinejager in opslag. Er werd dan ook een geheime deal gesloten om het T-10-K3 vliegtuig te kopen. In China werd in 2001 een programma opgestart om het te kopiëren en dit werd de Shenyang J-15: een vergelijkbaar uitziend vliegtuig maar met Chinese systemen, krachtige WS-10 motoren en andere bewapening. De J-15 wordt de "Flying Shark" genoemd en vliegproeven op zee zijn rond 2012 gestart. Het is de bedoeling dat zo’n 24 J-15 vliegtuigen geplaatst worden op de Lianoning, tezamen met verschillende Chinese Z-9 en nieuwe Z-18 helikopters (opvolgers Z-8).

j15 60l

    J-15


(deze tekst is afkomstig van een artikel "Luchtmacht in Plastic" China door Meindert de Vreeze in MIP 2018-5)

Uitgebreide bouwverslagen zijn te vinden op de eigen website van Meindert.... [externe link]

 

dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd op deze website mei 2019 door SIG Oost Europa