De Flanders Contest, georganiseerd door de IPMS Antwerpen, is al jaren een begrip in modelbouwland. Naast de contest zelf is er erg veel te krijgen op modelbouwgebied, niet alleen modellen (naast nieuw vooral ook veel oud en soms zeldzaam). Ook vrijwel alle materialen die je nodig hebt (en soms ook niet nodig hebt;-) om een model te bouwen zijn dáár verkrijgbaar.
Jos Visser, coördinator van SIG Warships 1/350, is ook al jaren een trouwe gast, en wist mij en Ron Bergsma (bouwer van voornamelijk tanks) over te halen om mee te gaan. Voor mij een “first”.
Zo stond ik zaterdag 8 maart 2014 om 5 uur ’s ochtends weer eens naast mijn bed om Jos en Ron, met het gebruikelijke tentoonstellingsmateriaal wat we altijd meeslepen en een aantal modellen, in mijn Volvo te laden en naar onze zuiderburen te snellen. 6 uur vertrek, 8 uur reden we al Hoboken, een district in Antwerpen, binnen. Zo zou het door de week ook moeten gaan op de A9 naar mijn werk.
Parkeren was zo vroeg allerminst een probleem, wel een probleem was, dat we (nouja, Jos dan, als chauffeur moest ik uitrusten van de rit, taakverdeling he) eerst moesten zoeken naar onze plek. Uiteindelijk zaten we in hal E, tegenover onze collega’s van IPMS Regio Midden met o.m. Huub van Dijk, Joop Ruizendaal en Chris v. Ravensteijn (dat zijn de mensen die ik ken). Goede plek volgens Jos, want vorig jaar zat hij in de hal waar de vele aanbieders van oude en nieuwe modellen ook plaats hadden. We hadden 5 meter geregeld, maar iemand bij de organisatie had op de IPMS tafel ook nog eens 4 meter voor ons gereserveerd. Die stonden wij natuurlijk af aan onze Regio Midden vrienden. Als IPMS waren we goed vertegenwoordigd, want in de 3de hal waren de SIG Schepen (Seraya Prudon) en Naval Models (Michiel Woort) neergestreken. Als inwoner van Belgie liep Maarten Schönfeld natuurlijk ook rond. Al met al een gezellige bedoening.
Jos had zijn in aanbouw zijnde Richelieu mee, naast de prachtige Saratoga en een aantal oudgedienden. Van Chris hadden we het zusterschip van de Saratoga, de USS Lexington “geleend”, zodat het verschil tussen vredestijd (de Sara) en oorlog (de Lex) goed tot uiting kwam. Ik bracht wat modern spul in met een aantal Amerikaanse nucleaire onderzeeërs van verschillende klassen (vanaf de Permit-klasse uit de 50-er jaren tot en met de huidige Virginia-klasse) en de USS Ford, een fregat, niet de Academy-kit, maar de fraaie resin kit van het inmiddels ter ziele Yankee Modelworks. Werner kon, zo vlakbij huis, natuurlijk niet ontbreken en bracht zijn schitterende kleine en fijne diorama’s (waaronder twee U-boote in volle zee) mee. Zoals gebruikelijk hadden we een bouwhoekje voor hem gecreeërd, waar hij zich vlijtig aan het wijzigen van 1/350 resin mannetjes (van North Star, vrijwel zeker de beste “crew” in deze schaal, en het resultaat van 3D-printen) zette. Wat hij dan wijzigde? Oh, een beentje hier, een armpje daar, een hoofdje een andere richting uitkijkend….we hebben het over 1/350 he….Om het antwoord op de eeuwige vragen als “zeg, hoe maken jullie die zee?” met een voorbeeld duidelijk te maken, had Werner een dwarsdoorsnede gemaakt van zijn techniek.
Naast het bemannen van onze stand was er tijd genoeg om de andere hallen te bezoeken en wat goedkoop aangeboden kits te scoren. Ik schafte twee bijna niet meer verkrijgbare 1/350 Dragon-kits van de USS Ingersoll en de USS Bunker Hill aan, plus een oude 1/48 Monogram B-24J bommenwerper voor mijn broer. De originele kit daterend uit eind 70-er jaren, normaal voor soms veel geld op Ebay verkrijgbaar. Daarnaast nam ik ook nog de tijd om uitgebreid van het lekkere zonnetje te genieten…..Ron had uiteraard een tankmodel gescoord, Jos kon het niet laten en breidde zijn voorraad uit met de Japanse kruiser Myoko uit de Ironclad-series van Aoshima.
Rond 4 uur hadden we het wel gezien, na een laatste “patrouille” pakten we ons boeltje weer in. Een bezoekje aan de Mac vlakbij de grens was een smaakvolle en calorierijke afsluiting van een lekker dagje Flanders Contest. Ik train het er volgende week wel weer af.
Walter Sonderman