Bouwverslag 1/350 USS Boston (CAG-1)

Auteur: Walter Sonderman

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog zag de Amerikaanse marine in dat propellervliegtuigen steeds groter en sneller werden en dat Japanse kamikaze-aanvallen nauwelijks konden worden afgestopt door de toen in gebruik zijnde 20 en 40 mm kanons. Een zwaarder 76 mm kanon was in ontwikkeling, maar met de komst van supersonische straalvliegtuigen werd duidelijk dat er iets anders moest komen om deze af te stoppen. Het Applied Physics Laboratory van de Johns Hopkins University in Baltimore in Maryland werd verzocht een geavanceerd luchtverdedigingssysteem te ontwikkelen, wat resulteerde in het “Bumblebee”-programma. De “Terrier”- luchtdoelraket was uiteindelijk het resultaat.

Het “Bumblebee”- programma.

Het Bumblebee-programma was het belangrijkste onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma in de geschiedenis van geleide raketten van vlak na de Tweede Wereldoorlog. De eerste experimenten van de Amerikaanse marine met Surface-to-Air raketten (oftewel SAM’s) hadden geresulteerd in de Little Joe- en Little Lark-raketten. Deze experimentele wapens leverden veel informatie op, maar waren op zichzelf niet geschikt om operationeel te worden toegepast. Geleiding tijdens de vlucht, stabiliteit en voortstuwing waren niet genoeg ontwikkeld. Menig raket verdween zonder aanleiding van de radar, terwijl het doelvliegtuig vrolijk verder vloog. Het werd snel duidelijk, dat er een supersonische SAM moest worden ontwikkeld die alle verwachte luchtdreigingen aan zou kunnen.
Het programma werd al snel opgedeeld in drie hoofdgebieden, die elk van de genoemde problemen aanpakten. De belangrijkste industriële ondernemingen die in het programma waren opgenomen werden aangeduid als “sectie T”, waardoor de letter T werd gebruikt als de eerste letter in de naam van de resulterende raketten: de Talos, Tartar, Terrier, Triton en Typhon, waarvan de eerste drie ook daadwerkelijk in dienst kwamen.
De grote en zware RIM-8 Talos voor de lange afstand werd weliswaar als eerste ontwikkeld, maar kwam pas in 1959 in dienst. De kleine en lichte RIM-24 Tartar voor de korte afstand werd in 1958 geïntroduceerd. Het was de RIM-2 Terrier, die als eerste in 1955 operationeel werd aan boord van de USS Boston.

Terrier RIM 2 10Terrier RIM 2 5
De kennis over voortstuwing die tijdens het programma werd opgedaan hielp in de ontwikkeling van de XB-70 Valkyrie en de SR-71 Blackbird. Boosters met vaste brandstof vormden de basis voor grotere vaste-brandstof raketmotoren voor de ballistische raketten en voor de machtige Saturnus V, die de eerste mens op de maan bracht en uiteindelijk ook voor de Space Shuttle.

 

De USS Boston (CAG-1).

De USS Boston (CA-69) werd als een zware kruiser van de Baltimore-klasse eind 1943 in de vaart gebracht. Deze kruisers waren ontworpen zonder last te hebben van de restricties van het vlootverdrag van Washington en waren 205 meter lang bij een standaardwaterverplaatsing van 14.470 ton. Na een enerverende carrière in de Tweede Wereldoorlog, waarin het schip met tien “Battle Stars” werd gedecoreerd, werd de kruiser in 1946 weer buiten dienst gesteld. In tegenstelling tot andere eenheden van de Baltimore-klasse werd het schip niet voor de Koreaanse oorlog opnieuw in dienst genomen. De Amerikaanse marine had namelijk andere plannen: een conversie naar het eerste operationele met geleidewapens uitgeruste oorlogsschip. De Boston werd op 4 januari 1952 opnieuw geclassificeerd als CAG-1 (Guided Missile Heavy Cruiser).

USS Boston CAG 1 03

Tijdens de conversie werd de 143 ton wegende geschutstoren op de campagne (met drie 203 mm kanons) en twee dubbeltorens met 127 mm kanons verwijderd om plaats te maken voor twee dubbele afvuurinstallaties voor de Terrier. Tevens werden de vliegtuigkatapults en de zware vliegtuigkraan verwijderd. De twee schoorstenen werden in één grote schoorsteen gecombineerd, de bovenbouw werd grotendeels opnieuw van aluminium opgebouwd om gewicht te besparen. In het magazijn was plaats voor 144 raketten. Het schip behield wel zes 203 mm kanons op de voorplecht en tien 127 mm en twaalf 76 mm kanons. Omdat de twee achterste 76 mm dubbelopstellingen te veel trillingen in de geleidingsradars voor de Terriers veroorzaakten werden deze later verwijderd.

De Boston werd op 1 november 1955 opnieuw in dienst genomen, waarbij in het Caribisch gebied eerst raketevaluaties werden uitgevoerd en werd deelgenomen aan vlootoefeningen, tot het op 23 november 1956 naar de Middellandse Zee vertrok.

Reeds in mei 1968 werd Boston echter weer geclassificeerd als "Heavy Cruiser, Attack" met haar oorspronkelijke rompnummer, CA-69. Hoewel ze haar Terrier-raketten behield, had de snelle vooruitgang van de technologie deze wapens na iets meer dan twaalf jaar dienst overbodig gemaakt. Het was te danken aan haar zes 203 mm kanons dat het schip in dienst bleef, om tijdens de Vietnamese oorlog regelmatig kustbombardementen op Noord-Vietnamese doelen uit te voeren.

USS Boston CA 69 Vietnam 01

Na haar laatste Vietnam-cruise waren er nog wel plannen om haar en het zusterschip Canberra te moderniseren. Het Terrier-systeem zou worden opgewaardeerd naar de Standard Missile-ER met nieuwe radars en apparatuur. Ook de kanonbewapening zou worden gereviseerd, alsmede haar romp en elektronica, waardoor de levensverwachting van het schip met minstens tien jaar zou worden verlengd. Helaas kwam door beperkingen in het defensiebudget hier niets meer van terecht en voer de Boston eind 1969 naar haar naamstad voor een laatste bezoek: een open huis was het laatste “wapenfeit”. Er waren nog wel plannen van senator Edward Kennedy om het schip als museum voor de stad te behouden, maar ook daarvoor bleken niet de benodigde gelden te zijn. Ze werd op 5 mei 1970 ontmanteld bij de Boston Navy Yard en werd in januari 1973 uit het Naval Vessel Register geschrapt. De sloop werd voltooid in 1976.

De kit.

Toen Orange Hobby de komst van een 1/350 kunsthars-kit van de USS Boston aankondigde, moest ik die natuurlijk hebben. Immers, de oude 1/480 Revell-kit van dit schip, die in een later hoofdstuk wordt beschreven, was lange tijd het indrukwekkende vlaggenschip van mijn plastic vloot. Aangezien de kit vrijwel onmogelijk te krijgen is in Europa bracht Free Time Hobbies in Ellijay, Georgia (in de V.S.) uitkomst, maar met belasting en transport zeker niet tegen een spotprijs. Dat transport over een afstand van 7.000 kilometer via allerlei vliegvelden en distributiecentra vormt ook altijd een risico: toen de kit bij me arriveerde, bleek de boeg van beide romphelften zwaar beschadigd, precies bij de waterlijn waar de romp het dunst is.

20190225 172458

Ik overlegde nog wel even met Brandon Lowe van Freetime, maar het bleek toch het beste aan herstelwerkzaamheden te beginnen, met veel Evergreen plastic plaat en vulmiddel. De pantsergordels van de boven- en onderromp lagen ook niet precies op één lijn, maar dat was gemakkelijker te verhelpen. Pas daarna kon ik goed naar de rest van de kit kijken.
Net als de Naval Models kruiser “De Ruyter”, mijn vorige project (zie artikel in MIP2020-1 en op de SIG Warships-page op de IPMS-site), is dit een multi-media kit, maar in een duidelijk andere klasse dan die De Ruyter. De kwaliteit van het giethars is uitzonderlijk goed, zonder luchtgaatjes in de grotere onderdelen en met maar dunne en gemakkelijk te verwijderen gietvliesjes bij de vele kleinere onderdelen. Naast de 271 scherp gegoten kunsthars-onderdelen zorgen liefst 350 soms piepkleine foto-ets onderdelen voor alle reling, radars, floater-baskets, waterdichte deuren en kimkielen. Alle kanonlopen, de vier Terrier-raketten, lieren en onderdelen voor de masten zijn in metaal uitgevoerd.

De romp.

De romp is opgesplitst in twee behoorlijk massieve boven- en onderhelften. In de bovenste helft is ook het grootste deel van de onderste bovenbouw meegegoten. Na de herstelwerkzaamheden aan de boeg mat ik eerst de gaten op waar de metalen bouten zouden komen om het schip op zijn mooie eikenhouten plank te bevestigen en boorde die uit.
Na het installeren van het roer en de schroefassen werd, in tegenstelling tot wat ik normaal doe, eerst de romp in de primer gezet, voordat ik met de airbrush de rode anti-fouling laag en de zwarte boottopping aanbracht. Normaal doe ik dat pas ná het aanbrengen van al het foto-ets, maar gezien de bouwvolgorde én de grootte van het schip vond ik dat niet handig. Eerst werd het rood en zwart afgeplakt en daarna richtte ik me op het leukste gedeelte: het installeren van alle foto-ets deuren (dat zijn er veel), het foto-ets-, kunsthars- én metalen dekbeslag (dat zijn er ook veel) en de foto-ets reling (ik ga mezelf niet meer herhalen). De foto-ets reling was vrij dun, maar verstandig genoeg verdeeld in stukken van niet meer dan 10 cm. Nadat alles met superlijm op zijn plaats was gezet was het behoorlijk stevig.

20200428 222032

20200430 225650
Parallel aan het foto-ets werk aan de dekken nam ik de tijd om de 203 mm en 127 mm geschutstorens en de 76 mm open opstellingen te bouwen. Die laatsten zijn uitgerust met al het nodige relingwerk. De geschutstorens missen de waterdichte “blastbags”- ik heb 127 mm geschutstorens met toch iets meer detail gezien -  maar ik vond beide prima en wilde niets toevoegen aan de toch al hoge kosten van deze mooie kit.

20200216 123718
Na het installeren van alle foto-ets op de dekken en het installeren van de tubs voor het 127mm en 76 mm geschut, ging eerst de kleur van het hoofddek erop, waarvoor ik Vallejo Natural Wood Grain gebruikte. Dat was een beetje geel, maar met een lichtbruine “wash” kreeg dat vanzelf de lichte houtkleur die  zo typisch is voor de dekken van Amerikaanse oorlogsschepen.

20200515 213334
Na zorgvuldig afplakken van het hoofddek moesten de bovenbouwdekken donkergrijs worden. Na die dekken ook te hebben afgeplakt ging het Haze Gray erop. Zoals gewoonlijk heb ik eerst de romp zo volledig mogelijk met alles erop en eraan afgebouwd.
Van de decals die Orange Hobby erbij leverde gebruikte ik alleen de scheepsnaam: ik vond de nummers te groot, daarvoor gebruikte ik mijn vertrouwde Gold Medal Models-set, die ook de dieptemerken leverde.

20200515 213523

Bovenbouwen.

De voltooide romp werd los geplaatst op de houten plank en werd veilig in de vitrinekast gezet om mijn aandacht te richten op de bovenbouwen: de brug, de schoorsteen en de achteropbouw, met de grote mast en de grote SPS-12 radar. Die radar bouwde ik uit een Gold Medal Models-set, want ik vond dat die van Orange Hobby wat te klein oogde.
Hier volgde ik ook mijn normale bouwroutine: eerst de installatie van alle foto-ets reling en kleine kunsthars onderdelen vóór het airbrushen. Ook hier weer gingen er ontzettend veel kleine kunsthars- en foto-ets onderdelen op. Zo waren er foto-ets ruitenwissers voor elk afzonderlijk brugraam.   
Ik was er al eerder achter gekomen dat de brug niet precies op de onderste bovenbouw paste, dus wat kleine correcties waren nodig, maar niets opzienbarends. De schoorsteen was ook voorzien van foto-ets reling en handrails. Ik had erg veel plezier in de bouw, hoewel dit géén kit is om zonder ervaring met kunsthars en foto-ets te bouwen. En vooral niet zonder geduld.
De brugramen werden met de hand in zwart ingevuld, net als de rode en groene navigatielichten. De voltooide brug, schoorsteen en achteropbouw pasten als een handschoen op het schip, dat er nu wel erg indrukwekkend begon uit te zien.

20200602 213748

20200707 210203

20200718 225558

20200719 213238

Masten en radars.

Bij de masten en radars liep ik tegen de beperkingen van de instructies aan die me al eerder waren opgevallen. Die instructies waren over het algemeen toereikend met goede, scherpe diagrammen, maar ze hadden ook last van een "Dragon"-verschijnsel, namelijk te veel detail in één bouwstap. De masten en radars bestaan uit een ontelbaar aantal foto-ets onderdelen, waarvan het vouwen en positioneren niet altijd duidelijk was. Ik moest met een pen een vinkje zetten bij een geplaatst onderdeel, anders ging ik onherroepelijk de fout in.

20200828 084812
Hoe dan ook, met veel geduld en het bestuderen van foto's van het echte schip (en gelukkig zijn die er genoeg) kreeg ik alles in elkaar. Nogmaals, dit is duidelijk geen kit voor beginners. De hoofdmast is een zogeheten traliemast en bestaat uit negen kunsthars onderdelen, die ook precies passen. Daarop moeten met foto-ets relingen, dwarsdragers en de radars worden aangebracht. Ik boorde de kunsthars achtermast uit om er een metalen staaf in te verlijmen om het geheel op de bovenbouw te bevestigen. Ook de achtermast is voorzien van vele foto-ets relingen, ra’s en de luchtafweer-radar.

20200917 143702

20200826 211713

20200917 143837

Terrier-installaties, de boten en afbouw.

De Terrier-raketten moesten worden opgebouwd uit een mooi gedraaide metalen staaf waaraan 12 vinnen van 0,2 mm moesten worden bevestigd: en dat dan vier keer (omdat er vier raketten zijn). Yeah, right. Dat zou best wel, met veel geduld, te doen moeten zijn, maar bij het opmeten van de raketten merkte ik dat de raketten iets te kort en te dun waren. Op zich niets ernstigs in onze schaal, maar na mijn ogen pijn te hebben gedaan na de masten, maakte het de beslissing om bij Shapeways hele mooie 3D geprinte installaties te bestellen wat simpeler. Die sets bestonden uit de juiste Mk 10-lanceerarmen (mét verstevigingen, die in de Orange Hobby-set ontbraken) plus de raketten zelf, die in RIM-2A/2B- én in RIM-2C uitvoering kwamen. Alleen de eerdere versie kan met deze kit (die de Boston in 1956 voorstelt) worden gebruikt. Die RIM-2C werd pas later op de deze schepen gebruikt, met andere doelradars.

20200903 150732

20200917 143807

De boten zijn kleine modelletjes met fantastische details, waaronder foto-ets windschermen, schroefassen, schroeven en roeren. Door zorgvuldig met de hand te schilderen vielen de zogenaamde “Admirals Barge” en de “Captains Gig” echt op. De Boston werd heel vaak als vlaggenschip gebruikt, en was dus altijd voorzien van deze tamelijk luxueuze en glimmend gepoetste motorjachten.
Ook hier gaven de instructies niet thuis en ontbreekt een gedetailleerde kleurenbeschrijving voor deze boten: Orange Hobby wil dat je ze gewoon wit schildert. De Admiral’s Barge heeft echter een donkerblauwe romp met een turquoise antifouling laag, een witte opbouw en een mooi teakhouten dek. Ik bracht van 0.2 mm metalen draad een reling op de achterplecht aan. De witte boottopping werd gemaakt met dunne decals van een nieuw merk op de markt, ANYZ.

20200927 210850

20200927 210914

Als laatste gingen de ankerkettingen, de antennes en de schroeven erop. Daar heb ik aftermarket-items gebruikt: de antennes van mooi gedraaid metaal kwamen van SSN Modellbau, die de voorkeur hadden ten opzichte van de platte foto-ets exemplaren in de kit.
De ankerkettingen en schroeven kwamen van Naval Models: die laatste zijn door Maarten Schönfeld gemaakt. De exemplaren in de kit zijn niet heel slecht, maar misten de dikte en draaiing zoals bij echte bladen.

20200917 143830

Conclusie.

Door de COVID-19 dreiging in 2020 genoot ik, doordat ik zoals zovelen thuis werkte, van meer vrije tijd, waardoor deze behoorlijk complexe kit toch in ongeveer negen maanden klaar was, veel minder dan ik had verwacht.
Dit was echt één van de beste multimediakits die ik ooit ben tegengekomen. Vele scherp gegoten details, veel foto-ets dat ook écht iets toevoegt, mooie gedraaide metalen onderdelen. Met de Orange Hobby-kit waren in principe helemaal geen aanpassingen nodig, in feite is deze kit Out-of-Box gebouwd, hoewel ik uiteraard niet ontkwam aan de behoefte van een modelbouwer nét iets meer toe te voegen.

20200917 143636

20200917 143824

20200917 144347

20200917 143800

20200917 143730

20200917 143952

20200917 143942

Vanwege de vele kleine foto-ets en kunsthars onderdelen en vanwege de complexiteit van de constructie (daarbij niet geholpen door de bouwinstructies) is dit, ik herhaal, zeker geen beginnerskit, waarbij veel wordt geëist van de handigheid en het geduld van de bouwer. Het resultaat mag er echter zijn.
Een indrukwekkende bouwdoos van een indrukwekkend schip en een perfecte metgezel voor de Nederlandse kruiser “De Ruyter” die ik vorig jaar heb gebouwd. Beide worden weergegeven in ongeveer hetzelfde tijdsbestek in de jaren 50, ik heb ze daarom ook samen op de foto gezet.

20200917 214450

De 1/480 Revell-kit (H-461, 54 onderdelen).

Zoals ik aan het begin van dit artikel aanhaalde had ik die Boston al eerder gebouwd, en wel ergens aan het begin van de 70’er jaren. Dat was de 1/480 Revell-kit, een heroplage van de oorspronkelijke kit uit 1956, die zelf weer een aanpassing was van de in 1954 uitgebrachte USS Los Angeles-kruiser. Het is dus grappig, dat Revell dezelfde ombouw tot rakettenkruiser ondernam als in het echte leven. Daarna volgden nog diverse heroplagen, voordat in 1971, precies 40 jaar geleden en samenvallend met de oprichting van de Nederlandse tak van de IPMS, de door mij aangeschafte bouwdoos volgde.

Die doos was voorzien van “box-art” van Jack Leynnwood, die meer detail toonde dan wat in de doos zelf zat.

Revell USS Boston 1 480 1

Dat wilde echter niet zeggen dat wat in die doos zat heel slecht was, zeker niet met wat er destijds van de Boston bekend was en wat met de stand van de toenmalige spuitgiet-technologie mogelijk was. De kit toonde, net zoals de Orange Hobby-kit, de Boston zoals die er in 1956 uitzag, en gezien de aanwezigheid van de achterste 76 mm luchtafweerkanons zelfs zoals het schip aanvankelijk in de vaart kwam, want later werden die kanons verwijderd, zoals ik al schreef.
De romp is in één stuk, met dubbele roeren (de Boston had er maar één) en zonder schroeven. Het hoofddek en alle tussendekken bevatten meegegoten relingen, zoals Revell dat destijds bij al hun schepen deed. De hoofdbewapening kon draaien en de kanons konden op en neer, het secundaire geschut (de 76 mm en 127 mm torens) bestond uit één stuk.

De bovenbouw bevatte voor die tijd best genoeg detail: Revell-schepen waren altijd wat groter dan vergelijkbare Aurora-kits en ook wat duurder. Als ik het zo vergelijk met de Orange Hobby-kit, had Revell de verhoudingen en de vorm goed getroffen. Dat gold ook voor de Terrier-installaties, de masten en radars. De hoofdmast was bijvoorbeeld niet massief, maar bestond uit twee open gegoten onderdelen. Ook de SPS-12 radar was open gegoten.

Revell USS Boston 1 480 4

Revell USS Boston 1 480 2

Uiteraard bouwde deze kit op in twee dagen, met nog een dag voor het verven (want airbrushen deed je toen niet) en werd gelijk als vlaggenschip van mijn vloot in dienst gesteld. Die vloot omvatte dan nog de Airfix Bismarck en Hood, de Revell slagschepen New Jersey, Iowa, Wisconsin en Missouri en de vliegdekschepen Essex en Midway. Die vliegdekschepen vond ik eigenlijk niet zo belangrijk, want oorlogsschepen moesten vooral veel kanonnen hebben (later leerde ik dat die in marinejargon kanons werden genoemd.) Van schaalgrootte hadden we niet gehoord, en die Boston was in 1/480 toch iets groter dan die Bismarck in 1/600…dus het werd mijn vlaggenschip, en regelmatig heb ik als een vlootvoogd op de brug gestaan…   

Revell USS Boston 1 480 3

  

dit artikel werd gepubliceerd 25 mei 2021