Bouwverslag 1/350 Hr.Ms. Rotterdam (D-818).

Naval Models/MV350-02 Multimedia kit, 350-02RL B-jager Frieslandklasse relingset.

51 kunsthars-onderdelen, 49 foto-ets onderdelen, 19 foto-ets onderdelen in separaat verkrijgbare reling-set, diverse op maat te maken plastic-onderdelen.

Prijs kit €112,95, prijs separaat verkrijgbare reling-set  €18,95.

Hr. Ms. Friesland 1956
Auteur: Walter Sonderman

Toen ik eenmaal klaar was met mijn bouw van de Naval Models Hr.Ms de Ruyter (zie MIP2020-01) vond ik het tijd om ook haar tijdgenoot, de “Friesland-klasse B-jager” te bouwen. Eerst moest de USS Boston tussendoor voor het 50-jarig jubileum van de IPMS (zie MIP2021-1), maar daarna kon ik me wijden aan de kit, één van de vroegere kunsthars-kits die door Naval Models was uitgebracht. Algemeen werd gesteld dat dit een moeilijker kit zou zijn dan die De Ruyter. Of ik dat ook vond, lees je hier!

De A-en B-jager, ofwel de Type 47A/47B destroyer. 

Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog werden bij de Koninklijke Marine plannen gemaakt voor de wederopbouw van de vloot. Hiervoor waren ook een flink aantal onderzeebootjagers nodig ter vervanging van de zogenaamde “Emergency destroyers”, die van Engeland waren overgenomen.
Op basis van het Vlootplan werd onder leiding van ir. K. de Munter het (19)47A ontwerp gemaakt, de “Holland”-klasse. Voor het ontwerp werd sterk geleund op het vooroorlogse ontwerp van de “Callenburg”-klasse, maar werd ook gekeken naar de Engelse “Tribal”- en “Daring”-klasse destroyers. Het gehele schip was elektrisch gelast in plaats van geklonken. Er werd op ruime schaal gebruik gemaakt van aluminium in de bovenbouw om het zwaartepunt laag te houden. De nieuwste ontwikkeling op wapengebied werd toegevoegd: raketdieptebomwerpers waarmee de reikwijdte van de A-jagers in de strijd tegen onderzeeboten veel groter zou worden.
Uit dit eerste ontwerp dat zo snel mogelijk in dienst werd genomen werd ook een tweede variant, de 47B ofwel de “Friesland”-klasse ontwikkeld. Voor deze schepen had men iets meer de tijd genomen met als resultaat een groter, sneller en zwaarder bewapend schip. Ook was veel aandacht geschonken aan het comfort, airconditioning met name, met het oog op het gebruik in de tropen. Van dit type werden er acht gebouwd, die tussen 1956 en 1982 bij de Koninklijke Marine in dienst zijn geweest.
Na 1980 zijn de schepen op één na (de Friesland) aan Peru verkocht waar sommige nog tot het jaar 2000 dienst hebben gedaan.

Het waren de werkpaarden van de Nederlandse marine, maar geliefd bij het marinemensen én publiek vanwege hun fraaie vormgeving.

D818 Rotterdam 7164216823

Technische gegevens:

Grootste lengte:

116,00 m

Grootste breedte:

11,78 m

Gemiddelde diepgang:

4,02 m

Waterverplaatsing (max.):

3.070 ton

Voortstuwing:

2 Werkspoor stoomturbines, totaal 60.000 pk

Maximumsnelheid:

36 knopen

Bemanning:

283 koppen

  Bewapening:

4 x 120 mm in dubbeltorens

6 x 40 mm in enkele opstellingen

1 lichtraketwerper 10,3 cm

2 raketdieptebomwerpers
2 dieptebomrekken

 

De Kit.

Zoals al eerder gezegd in de aanhef van dit artikel, dit was één van de eerste door Naval Models in eigen regie ontwikkelde kits. Het ontwerp berustte bij Maarten Schönfeld, waar ik vóór en gedurende de bouw nauw contact mee hield, waardoor ik wat aanpassingen en verbeteringen kon aanbrengen.

Een kunsthars-kit zoals deze, geproduceerd met rubberen mallen, heeft zo zijn specifieke voorbehandeling nodig. Het gietproces gebeurt door gewoon te gieten, dus zonder druk. Daardoor zaten er talloze kleine luchtgaatjes in de onderdelen, en sommige onderdelen waren niet geheel gevormd. Het is geen “shake and bake”-kit zoals die van Dragon, Trumpeter, Hasegawa. Dit zijn kits voor de ervaren en vooral volhardende bouwer.  

Er moet dus gevuld, geschuurd, nogmaals gevuld en geschuurd worden, en ik verving veel onderdelen door 3D-geprinte of metalen exemplaren. Zo maakte ik de schroefassen een koperen staaf.

De kit zelf bevat een prima foto-ets set, waarin masten, radars, ladders en davits zijn opgenomen, maar geen reling. Dat zit in een aparte set, die ik uiteraard ook aanschafte. De reling voor het voorschip, dat sterk omhoog loopt, alsmede de loopbruggen naast de voorste opbouw en de achterste schoorsteen zijn op maat gemaakt. De kwaliteit van het etswerk was beter dan van sommige mainstream-fabrikanten, hoewel de ra’s vrij dun waren.
Zoals gebruikelijk bracht ik na het schuur- en het onvermijdelijke vulwerk de reling van het hoofddek eerst aan om aan het spuiten te beginnen. Etswerk laat zich natuurlijk veel beter vastzetten op een ongeverfde ondergrond. Daarna werd eerst de onderromp in rood gespoten, daarna werd de zwarte waterlijn afgeplakt en gespoten. Dat werd dat ook afgeplakt om verder te gaan met de donkergrijze dekkleur. Vervolgens werd het dek afgeplakt met vele kleine stukjes Tamiya-tape om de lichtgrijze rompkleur te spuiten. Vervolgens werd er een glanzende vernislaag overheen gezet om de decals te doen.
Dat werd wel een dingetje: bij mij was de vernislaag van de decal bijna verdwenen, zodat de decals al in het water in stukken braken. Mijn geplande “Rotterdam” werd eerst de “Amsterdam”, daarna de “Drenthe”, maar er waren meer letters in mijn bakje water te vinden dan op de romp! Ik haalde bij Michiel Woort van Naval Models (die toch bij mij in de buurt woont) een extra set, die met extra vernis werd bestreken. Dat werkte, maar de decals waren erg dun en hechtten á la minute, á la seconde, moet ik eigenlijk zeggen, en lieten zich daarna niet meer verschuiven. Een precieze opmeting en aanbrenging was vereist. De witte cirkels op het dek voor rond de geschutsopstellingen besloot ik uit een De Ruyter-set te halen, de dieptemarkeringen kwamen uit mijn reservevoorraad. Daarna kon er een matte vernislaag overheen en kon de voltooide romp op zijn hardhouten plankje worden geschroefd: dat is een ander voordeel van deze bouwvolgorde, je hoeft die dan niet meer aan te raken. Voorwaarde is wel, dat je de bovenbouwen al goed pasklaar maakt.

20201011 123022

Bovenbouwen. 

Zoals gebruikelijk bij kunsthars kits zijn al veel detail meegegoten, wat de bouw vergemakkelijkt én versnelt. Ook hier geldt weer, dat er vul- en schuurwerk nodig is aan de onderdelen. Sowieso moet kunsthars goed worden schoongemaakt om een betere hechting van de verf en lijm te garanderen. Ik boorde de patrijspoorten zo diep mogelijk open, een voordeel van een massief stuk kunsthars.

Tijdens de bouw vertelde Maarten me, dat er wat aanpassingen aan de opbouwen nodig waren, zoals kleine platformen aan weerszijden van de voorste schoorsteen, wat leidingen naar een ook niet aanwezig dekhuis en steunen tussen hoofd-en shelterdek. Die werden respectievelijk van Evergreen-plaat, 0.3 mm en 0.2 mm metalen staafjes gemaakt. Voor het dekhuis vond ik wat geschikts in mijn reserve-onderdelendoos. Ik verving tevens het voorste mitrailleurdek en het bakdek, die zouden moeten worden afgeschuurd tot 0.5 mm,  door dunne Evergreen-plaat van die dikte. Gemak dient de mens.

41b820ecc988deaca225828675cbd480

D816 Drenthe Brand 17

Ook de bovenbouwen ondergingen mijn bouwmethode: eerst reling en alle trapjes. De trappen rond de voorste opbouw hebben nauwelijks aanhechtingspunten. Ik boorde daarom op strategische plekken wat gaatjes in de opbouw, lijmde daar een 0.2 mm staafje in waaraan de trappen kwamen te hangen. De loopbruggen naast de achterste schoorsteen moesten in een gleufje worden gelijmd, die ik wel wat moest verdiepen. Ook hier was goed opmeten en droogpassen een vereiste: die loopbruggen lopen namelijk naar de middelste en achterste opbouwen, die op dat moment uiteraard ook nog niet op het schip waren aangebracht.

20201019 213835

20201019 213855

Geschut. 

Tijdens de bouw van de romp en de bovenbouwen hield ik me bezig met het vervaardigen van het geschut. Alle lopen van de 120 en 40 mm kanons zijn in kunsthars gegoten. Kleinere kunsthars-onderdelen zijn erg kwetsbaar, en ik had me met recht zorgen gemaakt over de kleine 40mm loopjes: er braken er weer eens enkele af bij het losmaken van de gietboom. Ik had echter voor de De Ruyter metalen lopensets van Master gevonden (set SM-350-081) met twintig 40 mm loopjes, waar ik er natuurlijk nog een fors aantal van over had. Voor de 120 mm gebruikte ik vier metalen lopen uit een Master SM-350-078 (1/350 British 4.7-in) set. De kunsthars lopen zijn eigenlijk gewoon rechte staafjes zonder dat ze taps toelopen naar de opening. Ik begrijp het wel, anders zou de kit te duur worden, maar ik wil nou eenmaal wat anders….De koepels uit de kit werden uitgeboord en van de lopen voorzien, gespoten en wederom tevreden kon ik me daarna met de masten en de radars bezighouden. 

20201124 184528

 

Masten en radars. 

De mast op de voorste bovenbouw bestond uit een groter foto-ets deel, dat in een rechthoek gevouwen moet worden en om de schoorsteen geplaatst moet worden. De twee platformen zijn in zowel kunsthars als foto-ets bijgeleverd, ik gebruikte natuurlijk de laatste. Ik moest wel wat concessies doen aan de plaatsing, want de foto-ets windschermen van de peiltoestellen op het platform bleken een beetje in de weg te zitten. De foto-ets ra was vrij dun, maar hier hielp het lijmen van een 0.2 mm stuk staaldraad, zoals ook in de prima bouwhandleiding (met tekeningen van Rob van Basten) was aangegeven. Ook de voormast werd verstevigd. Het geheel kon op de bovenbouw geïnstalleerd worden om het lichtgrijs te spuiten. De bovenkant van de schoorsteen en het platform op de mast werden met de hand en met dunne verf zwart geschilderd.

De achtermast bestaat uit een foto-ets onderdeel, dat in een driehoek gevouwen moet worden waarop dan een foto-ets platform wordt geplaatst. Dat alles moet precies achter de achterste schoorsteen geplaatst worden. Ik verlengde de poten van de mast met 0.3 staaldraad en mat drie gaatjes op de bovenbouw uit. Eenmaal geplaatst zit dat veel steviger. Hier werd wel eerst vóór installatie op de bovenbouw de mast grijs gespoten, waarna dat werd afgeplakt om het zwart te doen. Het goed inplannen van de bouwvolgorde en het verfwerk is een must!

De grote LW-02 en de kleinere DA-01 luchtdoelradars bouwen relatief simpel op uit een aantal fijne foto-ets delen. De kromming in de radarschermen krijg ik door het op een niet al te zachte ondergrond met een hardplastic parel te bewerken, waarvan ik een setje in verschillende groottes bij de plaatselijke bijou-zaak had gekocht. Eenmaal op de kunsthars dragers gezet, werd de LW-02 (die op de achterste mast wordt geplaatst) zwart gespoten, de DA-01 grijs. Daarna konden die op de masten worden geplaatst. 

20201102 224031

20201102 224252

20201107 223516

20201116 220401

Afbouw.

Ik was nu in de fase waarin de vooraf gebouwde en gespoten romp en de bovenbouwen  samenkwamen. Ik gebruikte een andere volgorde van plaatsen van de bovenbouw dan in de handleiding aangegeven: eerst werd de achterste schoorsteen geplaatst en pas daarna het middelste dekhuis vanwege de eerder genoemde loopbruggen. Daarna volgden de brug en het achterste dekhuis.

Ook op het mitrailleurdek voor bracht ik wat detail aan dat op foto’s heel zichtbaar was, maar niet in de kit aanwezig was.
Na al het spuitwerk werden de raampjes van de voorste bovenbouw met een heel klein kwastje en verdunde zwarte verf ingevuld. Ik bracht een glazen windscherm op de open brug aan: uit een dekseltje van een doorzichtig bakje americain filet werd het op maat gesneden en met houtlijm aan de binnenkant van de brug bevestigd. Als je dit met superlijm doet wordt het wat ondoorzichtig.
Op het achterdek van de romp bracht ik de dieptebom-rails aan, maar ik gebruikte daarbij de rails uit een Gold Medal Models set voor een Gearing-klasse destroyer: die kwam wat mij aangaat veel overtuigender over dan die in de ets-set. Ook “scratchte” ik de lichtraketwerper (de “koe”) van plastic en een stukje foto-ets zoals ik ook voor de De Ruyter had gedaan. Voor de Amerikaanse Mk 57 richttoestellen (voor de 40mm mitrailleurs) had ik ook al voor de De Ruyter bij Shapeways veel beter gedetailleerde 3D geprinte exemplaren gevonden.

Als laatste gingen de motorsloepen erop. Ik had een foutje gemaakt bij het uitmeten waar ze moesten komen, waardoor de “whaleboat” aan bakboord er niet meer op paste. Ik maakte misbruik van de opmerking in de handleiding, dat de whaleboat later werd verwijderd en de motorsloep naar voren werd geplaatst. Als modelbouwer kun je je wat vrije interpretatie veroorloven.

20201207 192824

20201207 192523 Hr. Ms. Rotterdam Walter

Conclusie.

De kit is een goede basis voor een indrukwekkend model van deze fraai gevormde destroyer. Was de kit lastiger dan de De Ruyter? Zeker de loopbruggen rond de voorste bovenbouw vergden wat denkwerk, maar dit soort modellen zijn echt voor de modelbouwer die veel ervaring heeft in het bouwen van dit soort kits. Ook moet je bereid zijn om zelf additioneel onderzoek te doen. Tevens was de handleiding met de prima tekeningen een veel betere basis dan die van de De Ruyter. Het is niet een TamiHasegaTrumpy-kit, waarin je bij wijze van spreken wat lijm en verf gooit, ermee schudt en een model in de kast zet. Er is veel geduld, schuur-en vulwerk nodig, en ik had geen spijt van mijn beslissing ook volop gebruik te maken van nieuwe media (3D geprinte onderdelen) en metalen lopen.  

20211010 154219  

20211010 154257

20211010 154313

20211010 154330

Referenties:

Deugdelijke Schepen, S.G. Nooteboom, ISBN 90-288-2637-8

Type 47B Destroyer “Drenthe”, Lanasta, ISBN 978-90-8616-200-0

Met dank aan Maarten Schönfeld voor het advies tijdens de bouw.