Het jaarlijkse hoogtepunt voor de Nederlandse modelbouwer is natuurlijk de traditionele Euro Scale Modelling, de ESM. Deze keer een maand later dan voorheen, maar nog belangrijker, ook in een nieuwe locatie in de Expo in Houten.
De ESM groeide in de voormalige locatie in Nieuwegein wat uit zijn jasje, en dat was eigenlijk dit jaar in de nieuwe locatie goed te merken. Onze stand bevond zich namelijk vlakbij de ingang, naast de “hoofdstand” van IPMS Nederland. Tussen 8 en 9 uur ’s ochtends waren we bezig onze stand op te bouwen, maar door de glazen wand zagen we het publiek al samendrommen. De term “zwart van de mensen” was zeer toepasselijk. Toen de poorten opengingen, verdwenen die mensen eigenlijk allemaal in de veel bredere gangpaden, wat in de oude locatie onherroepelijk tot gedrang zou hebben geleid.
Het parkeren was ook veel beter te doen: vorig jaar bleek er naast “De Blokhoeve” in Nieuwegein een rommelmarkt te zijn georganiseerd. Dat zorgde bij aankomst voor wat problemen met parkeren, maar niets daarvan dit jaar. We konden op redelijke loopafstand van de ingang parkeren. Voor mij ideaal: ik had de nu eindelijk geheel afgebouwde 1/350 “USS Intrepid” van Gallery mee. Ik bouw vaker vliegkampschepen in schaal 1/350, en die worden tegen de meter lang. Met dat in gedachten had ik een mooie Trumpeter glazen vitrine van 1,25 meter lengte aangeschaft. Mijn maat Jos had er een houten draagkist voor gebouwd, maar met het gewicht van al dat glas en het metalen frame ben ik blij dat ik regelmatig bankdruk in de sportschool. De avond ervoor moest ik vitrine, kist en model apart naar de garage brengen, alles samenvoegen en het geheel met een oerkreet in mijn auto tillen. De oerkreet kan ook een vloek zijn geweest: bij het plaatsen van de “Intreprid” in de vitrine viel het eiland van het schip af. Ik had ooit bedacht dat het handig zou zijn het eiland los te monteren om het er af te kunnen halen. Waarvoor eigenlijk? Anyway, dat was het dus niet. De schade viel op zich mee, de top van de mast eraf, een radarscherm eraf, niets wat met een beetje handigheid en superlijm niet was te herstellen (ah, nu weet ik het weer, met een los gemonteerd eiland kan je schades makkelijker repareren…), maar zo rond tien uur ’s avonds nog bezig zijn je met bloed, zweet en tranen (en vooral veel tijd) gebouwde model te repareren deed niet veel goede dingen met mijn humeur.
Mijn humeur klaarde de volgende ochtend op bij het zien van onze nieuwe locatie én op het verschijnen van Jos en vooral zijn broer Ruud: die laatste kon me namelijk mooi helpen de vitrine naar onze stand te dragen. Jos, de coördinator van SIG Warships 1/350, broer Ruud en ik hadden om iets voor negen uur afgesproken om de stand op te bouwen, de noodzakelijke polsbandjes voor onze leden te regelen en andere voorbereidingen te treffen.
Jos had zijn gebruikelijke 8 meter geregeld, maar het leek alsof we meer hadden (waarover later), dus begonnen we dat goed te gebruiken. Behalve Jos en ik was Ed een belangrijke contributeur aan onze stand.
Een beetje slagschip in onze schaal is al een centimeter of 70, een moderne Nimitz-carrier is bijna een meter lang. 800 centimeters zitten dan best snel vol, zou je zeggen, maar het door Jos vervaardigde stand materiaal deed weer goede diensten, en het was leuk om te zien dat er wat stands waren, die eenzelfde oplossing hadden. We zetten de modellen die hun eigen vitrine hebben op de onderste rij, de modellen zonder vitrine (en dus het meest kwetsbaar zijn) bovenop.
In onze hoek was weer (net zoals vorig jaar) een lichtarmatuur uitgevallen, maar binnen 10 minuten was dat ook weer gemaakt door de Expo-staf, die zich de avond ervoor ook nuttig had gemaakt met het plaatsen van de tafels.
Ed had met o.a. de “USS Independence” escorte-carrier (waarop hij ter plekke alle vliegtuigjes met een pincet los plaatste en ze vóór de thuisreis ook weer verwijderde: gelukkig dat het niet teveel tochtte), het Japanse slagschip “Nagato”, de gescratchbuilde Engelse slagkruisers “Invincible” en de fraaie “Princess Royal” en het Franse slagschip “Danton” een groot aandeel in de opstelling van onze SIG.
Rob verdeelde zijn aandacht tussen de SIG Schepen en de SIG Warships, maar liet bij ons zijn kruiser “De Ruyter” en de Russische pre-dreadnought “Suvorov” achter.
Steven uit België had zijn bekende “Bismarck” mee. Han had zijn Duitse Z-51 destroyer van Dragon gereed en moest ook zijn aandacht verdelen tussen ons en de regio West-Friesland, waar ook mijn broer Marc zijn opwachting maakte. Zij hadden gekozen voor een opstelling van de woestijnoorlog in WOII. Jongens, als jullie een volgende keer de Vietnamese oorlog als thema kiezen, ben ik van de partij!
Ik had natuurlijk de “Intrepid” uit die oorlog, met haar volledige “airwing” van F-8C Crusaders, A-4B Skyhawks, A-1H en EA-1E Skyraiders, UH-2B helikopters, dektractors en bemanning mee.
Iets moderner was mijn “Ise”, want dat betrof namelijk de moderne helikoptercarrier-variant, waarvan een artikel in MIP 16-02 heeft gestaan. Daarnaast had ik wat moderne destroyers en onderzeeboten mee. Jos’ inbreng, behalve als coördinator/stand bouwer, waren zijn “USS Saratoga” carrier (die een mooi paar met mijn “Intrepid” vormde), het Franse slagschip “Richelieu”, het Japanse slagschip “Yamato”, het Amerikaanse slagschip “Missouri”, zijn eigen “Bismarck” en wat kleinere schepen.
Een aanwijzing dat het erg druk was, was dat we naast het bemannen van de stand eigenlijk niet zoveel tijd over hadden om over het terrein te lopen, wat met bekenden te praten en wat noodzakelijke (nou, ja, min of meer dan toch) voorraad in te slaan. In onze zaal was dan ook nog het grootste gedeelte van de IPMS gehuisvest. Zelf liep ik in de andere zaal even binnen bij Michiel en Seraya van Naval Models, waarmee ik twee weken voor de ESM naar de Scale Modelworld in Telford was geweest.
We gingen ook even langs bij onze vrienden Torben en Sven van SSN Models, waar ik echt de laatste toevoeging aan mijn “Intrepid” kon scoren: zgn. UNREP-decals. UNREP staat voor UNderway REPlenishment, het zijn markeringen die aangeven wáár een bevoorradend schip de lijnen voor het bevoorraden naar kan toeschieten. Gek genoeg zijn daar geen decals voor in de handel, tot nu toe dan (http://www.ssnmodellbau.de/).
SSN zullen we weer ontmoeten op de volgende show, alweer eind maart 2018, bij de EME in Lingen, waarvoor Berthold Tacke al druk reclame voor liep te maken (https://euromodelexpo.jimdo.com/).
Toen we later het tafelplan bestudeerden bleek waarom we zoveel ruimte hadden: we hadden de tafels van onze buren per ongeluk ingepikt… We vroegen ons wel af, waar die waren gebleven, maar het was dus wel goed dat ze niet waren komen opdagen. Er ontstond in de hoek een soort “zitje” (wij hadden de niet-gebruikte tafels los van onze stand gezet en er een paar stoelen bij geplaatst), waar het publiek aangeschafte broodjes en drankjes kon nuttigen, en ook belangstellend -ze waren er toch- bij onze stand een praatje begonnen. Volgens mij hebben we op de valreep nog enkele mensen tot het bouwen van schepen bekeerd?.
Wat ons aangaat is de ESM in de EXPO een blijvertje, alle lof aan de organisatie van de ESM!
Walter Sonderman